GOEDERENRECHT Flashcards
natuurlijk persoon/ rechtspersoon
rechtssubjecten
goederen en dieren
rechtsobjecten
een auto
lichamelijk, materieel
een patent
onlichamelijk, immateriaal (want het is een recht)
een handelszaak
L,M (bv: de goederen), maar handelszaak op zich is ON,IM want cliënteel, openstaande schulden
nalatenschap
document : Lichamelijk/materieel maar hetgeen wat je erin schrijft of nalaat in onlichamelijk/immaterieel
een boek
lichamelijk/materieel
onroerende goederen
goederen die niet verplaatsbaar zijn bv: een huis
onroerende goederen uit hun aard
alles wat met de grond gehecht is bv: een huis
onroerende goederen door incorporatie
gemaakt uit materiaal, maar eens ze geincorporeerd zijn in de grond, worden ze onroerend bv: vruchten aan een boom, leiding of buis (bico roerend maar wordt onroerend in huis door incorporatie, zonnepanelen, bruggen, spoorwegen
onroerende goederen door bestemming
RG en OG moeten aan zelfde eigenaar behoren. Het bindteken kan economisch/materieel zijn bv: een spiegel in een kledingzaak. Een toonbank bij een bakker. vee in boerderij, uithangbord van winkel
onroerende goederen door het voorwerp waarop ze betrekking hebben
rechten met betrekking tot onroerend goed bv: eigendomsrecht
roerende goederen
goederen die we kunnen verplaatsen, alle niet OG
roerende goederen uit hun aard
goederen die zich kunnen verplaatsen door eigen of andermans krachten bv: een hond, een gsm, een auto