GOEDERENRECHT Flashcards

1
Q

natuurlijk persoon/ rechtspersoon

A

rechtssubjecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

goederen en dieren

A

rechtsobjecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een auto

A

lichamelijk, materieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een patent

A

onlichamelijk, immateriaal (want het is een recht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een handelszaak

A

L,M (bv: de goederen), maar handelszaak op zich is ON,IM want cliënteel, openstaande schulden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nalatenschap

A

document : Lichamelijk/materieel maar hetgeen wat je erin schrijft of nalaat in onlichamelijk/immaterieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een boek

A

lichamelijk/materieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

onroerende goederen

A

goederen die niet verplaatsbaar zijn bv: een huis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

onroerende goederen uit hun aard

A

alles wat met de grond gehecht is bv: een huis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

onroerende goederen door incorporatie

A

gemaakt uit materiaal, maar eens ze geincorporeerd zijn in de grond, worden ze onroerend bv: vruchten aan een boom, leiding of buis (bico roerend maar wordt onroerend in huis door incorporatie, zonnepanelen, bruggen, spoorwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

onroerende goederen door bestemming

A

RG en OG moeten aan zelfde eigenaar behoren. Het bindteken kan economisch/materieel zijn bv: een spiegel in een kledingzaak. Een toonbank bij een bakker. vee in boerderij, uithangbord van winkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

onroerende goederen door het voorwerp waarop ze betrekking hebben

A

rechten met betrekking tot onroerend goed bv: eigendomsrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

roerende goederen

A

goederen die we kunnen verplaatsen, alle niet OG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

roerende goederen uit hun aard

A

goederen die zich kunnen verplaatsen door eigen of andermans krachten bv: een hond, een gsm, een auto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly