glycolyse en gluconeogenese Flashcards
allosterische controle (spier) PHOSPHOFRUCTOKINASE
(-) ATP
(-) H+
(+) AMP
allosterische controle (spier) HEXOKINASE
(-) GLU-6-P
allosterische controle (spier) PYRUVAATKINASE
(-) ATP
(+) F-1,6-BP
allosterische controle (spier) PYRUVAAT CARBOXYLASE
(-) ADP
allosterische controle (spier) PHOSPOENOLPYRUVAAT CARBOXY KINASE
(-) ADP
allosterische controle (spier) FRUCTOSE-1,6-BIPHOSPATHASE
(-) AMP
glycolyse gluconeogenese SPIER
afhankelijk van energie charge ATP/AMP
-hoog = veel ATP = daling GLYCOLYSE & stijging GLUCONEOGENESE
glycolyse gluconeogenese LEVER
- Aanwezigheid van bouwstenen biosynthese
- hoog = daling GLYCOLYSE & stijging GLUCONEOGENESE
- glucose concentratie in bloed
- hoog (insuline) = stijging GLYCOLYSE & daling GLUCONEOGENESE
- laag (glucagon) = daling GLYCOLYSE & stijging GLUCONEOGENESE
allosterische controle (lever) PHOSPHOFRUCTOKINASE
(-) ATP
(-) citraat
(+)
allosterische controle (lever) HEXOKINASE
(-) Glu-6-P
allosterische controle (lever) GLUCOKINASE
heeft er geen
allosterische controle (lever) PYRUVAATKINASE
(-) ATP
(-) Alanine
(+) F-1,6-BP
allosterische controle (lever) PYRUVAAT CARBOXYLASE
(-) ADP
(+) acetyl-coA
allosterische controle (lever) PHOSPOENOLPYRUVAAT CARBOXY KINASE
(-) ADP
allosterische controle (lever) FRUCTOSE-1,6-BIPHOSPATHASE
(-) AMP
(-) F-2,6-BP
(+) citraat