Glossika 1 Flashcards
het / de
the
the
het / de
lekker
lekker weer
nice / yummy
nice weather
nice / yummy
nice weather
lekker
lekker weer
vandaag
today
today
vandaag
Ik ben niet
I am not
I am not
Ik ben niet
rijk
rich
rich
rijk
de tas / tassen
the bag / bags
the bag / bags
de tas / tassen
zwaar
heavy
heavy
zwaar
zijn
ik ben
jij bent
hij/zij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
to be
I am
you are
he/she is
we are
you are
they are
to be
I am
you are
he/she is
we are
you are
they are
zijn
ik ben
jij bent
hij/zij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
Kijk!
Look!
Look!
Kijk!
een vriend/vriendin van me
a friend of mine
a friend of mine
een vriend/vriendin van me
a friend of mine
een vriend/vriendin van me
allebei
both
both
allebei
zijn / haar moeder
his / her mother
his / her mother
zijn / haar moeder
Thuis
het huis
at home
the house
at home
the house
Thuis
het huis
op school
op
at school
at / on
at school
at / on
op school
op
de zus/zussen
de broer/broers
the sister(s)
the brother(s)
de zuster
the nurse (sister)
the nurse (sister)
de zuster
the nurse (sister)
de zuster
Ik heb geen trek
hebben trek
hebben dorst
trekken
I have no appetite
to have appetite (pull)
to have thirst
to pull
I have no appetite
to have appetite (pull)
to have thirst
to pull
Ik heb geen trek
hebben trek
hebben dorst
trekken
maar
but
but
maar
heel erg oud
een erg…
heel
very very old
a very…
very
very very old
a very…
very
heel erg oud
een erg…
heel
al
already
already
al
misschien niet zo mooi
misschien
maybe not so beautiful
maybe
maybe not so beautiful
maybe
misschien niet zo mooi
misschien
Je bent te laat
te vroeg
you are too late
too early
you are too late
to early
Je bent te laat
te vroeg