Globalisering Flashcards
Absolute afstand
De werkelijke afstand tussen twee plaatsen.
Absolute afstand
De werkelijke afstand tussen twee plaatsen.
Absolute afstand
De werkelijke afstand tussen twee plaatsen.
Relatieve afstand
De tijd die nodig is om de afstand tussen twee plaatsen af te leggen.
Globalisering
Het proces waarbij de wereld steeds meer met elkaar verbonden raakt, op gebied van bijvoorbeeld communicatie, technologie en handel.
Handelskolonialisme
Periode van 1500 - 1800 waar vooral kusten worden gekoloniseerd om vervolgens specerijen naar Europa te kunnen brengen.
Driehoekshandel
De handel tussen Afrika, Zuid-Amerika en Europa waarbij producten, slaven en wapens de hele Atlantische oceaan over gingen.
Industrieel kolonialisme
Periode van 1800 - 1945 waarin ook de binnenlanden van overzeese continenten worden gekoloniseerd.
Exploitatiekolonie
Vorm van koloniseren waarbij het land leeggetrokken wordt aan grondstoffen en waarbij het land niet of nauwelijks mee opgebouwd wordt.
Vestigingskolonie
Vorm van koloniseren waarbij de veroveraar aandacht heeft voor de opbouw van het gekoloniseerde gebied.
Koude Oorlog
Periode van 1945 - 1989 waarin de Europa verdeeld is in twee delen die lijnrecht tegenover elkaar staan.
Kapitalisme
Vorm van regeren waarbij vrijheid voorop staat, zoals het vroegere West-Europa en de VS.
Communisme
Vorm van regeren waarbij gelijkheid voorop staat, zoals het vroegere Oost-Europa en de Sovjet Unie.
Dekolonisatie
Het onafhankelijk worden van kolonies.
Centrum
De meest rijke landen uit de wereld.
Semiperiferie
De landen die economisch in opkomst zijn.
Periferie
De meest arme landen uit de wereld.
Triade
Het handelsblok van gebieden die globalisering sturen.
BRICKS-landen
Eerste generatie landen die vanaf 1995/2000 een grote economische ontwikkeling doormaken.
MINT-landen
Tweede generatie landen die vanaf 2010 een grote economische ontwikkeling doormaken.
Global Shift
Het verschuiven van economische kerngebieden in de wereld.
Multipolaire Wereldeconomie
Het ontstaan van meerdere economische kernpunten in de wereld.
Multinationals (MNO’s)
Grote, westerse bedrijven die verspreid over meerdere landen kantoren en fabrieken hebben.
Lagalonenlanden
Landen waar de lonen gemiddeld een heel stuk lager liggen dan gemiddeld in de wereld.
Productieketen
Schakels waaruit een product is opgebouwd. Elk onderdeel wordt uit het goedkoopste land gehaald.
Consumptiepatroon
Patroon waarin mensen in een land hun verdiende geld besteden.
Speciaal Economische Zones (SEZ’s)
Gebieden in het buitenland die vele voordelen bieden voor MNO’s om hun bedrijf daar te plaatsen.
Infrastructuur
Het totaal aan havens, wegen, vliegvelden etc in een land/gebied.