gezondheidsbevordering Flashcards

1
Q

visies op gezondheid

A
  • medische, monocausale (ziekte is afwijkend)
  • biologische (interne milieu constant houden)
  • psychologische (geestelijke behoeften voldoen)
  • humane, multicausale (biologisch, psychologisch, sociaal)
  • dynamische (aanpassing en regie houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gezondheidsdeterminanten

A

groepen factoren die en kader bieden om gezondheidsproblemen te analyseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lalonde

A

invloeden op de gezondheid een plaats geven. gaat uit van gezondheid. indeling: intern - en extern milieu, gedrag en gezondheidszorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gezondheidsrisico

A

wanneer een specifiek aan te duiden gezondheidsdeterminant een verhoogde kans geeft op het ontstaan van een gezondheidsprobleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

relatieve risico

A

de maat de sterkte van het verband tussen het gezondheidsdeterminant en het optreden van het probleem weergeeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

risicoverschil

A

het verschil in ziektefrequentie tussen mensen met een risicofactor en mensen zonder risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

preventie

A

voorkomen van gezondheidsproblemen door het optimaliseren van de voorwaarden voor gezondheid en het voorkomen van ongunstige factoren daarop van invloed zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

primaire preventie

A

mensen zijn nog gezond, is op de hele populatie, is universeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

nudging

A

mensen een vriendelijk duwtje geven in de richting van een gezonde leefstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

secundaire preventie

A

mensen hebben risicofactoren of symptomen. vroegtijdig opsporen en behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

selectieve preventie

A

gericht op deel van de bevolking met een hoog risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

geïndiceerde preventie

A

mensen voldoen niet aan de diagnostische criteria voor een ziekte maar al wel beperkte symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tertiaire preventie

A

mensen zijn al ziek, maar voorkomen van erger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

preventieparadox

A

bij de collectieve benadering treedt dit op. er zijn dan wel belangrijke effecten op de gezondheidstoestand van de bevolking als geheel, maar individuele persoon bereikt weinig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

public health

A

krijgt vorm door volksgezondheidsbeleid; het nastreven van beleidsdoelen en collectieve acties gericht op gezondheidsbescherming, het bevorderen van gezondheid en gezondheidsgedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gezondheidsbescherming

A

bestaat uit alle wet- en regelgeving waarmee schade aan de gezondheid van mensen wordt voorkomen of beperkt. gaat samen met inspectie en controle

17
Q

gezondheidsbevordering

A

doel: de gezondheid van mensen te bevorderen en gezondheidsschade te voorkomen of te beperken met allerlei preventieve interventies waarmee positieve invloeden op gezondheid worden gestimuleerd en negatieve invloeden zo veel mogelijk worden beperkt

18
Q

ziektepreventie

A

richt zich op het bevorderen van patiëntparticipatie en gezamenlijke besluit vorming en het ondersteunen van het zelfmanagement