Gezinspedagogiek Flashcards

1
Q

Kwaliteit van kinderopvang

A

De mate waarin de opvang aan haar doel beantwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vier pedagogische basisdoelen kinderopvang

A
  • bieden van veiligheid
  • bevorderen persoonlijke competenties
  • bevorderen sociale competenties
  • socialisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Indicatoren van kwaliteit (2)

A
  • structurele kwaliteit

- proceskwaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Structurele kwaliteit

A

Kenmerken van de opvoeders of van de opvoedingssetting waarvan aangenomen kan worden dat zij een goede zorg/opvoedproces bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Proceskwaliteit

A

Kenmerken van het zorg- en opvoedingsproces zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is van groot belang in de proceskwaliteit?

A

De interactie tussen leidster en kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Indicatoren die gemeten zijn in onderzoek naar kinderopvang en gastouderopvang

A
  • welbevinden (welzijn)
  • stressniveaus
  • kwaliteit van opvang
  • geluid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 fasen van vaders in de geschiedenis

A
  • morele leider en kostwinner
  • rolmodel voor jongens
  • ondersteuner van moeder
  • zorgende vader
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 betekenissen van trauma

A
  • schokkende gebeurtenis zelf

- gevolgen van deze gebeurtenis -> psychotrauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Window of tolerance

A

Zone waarin iemand zijn stress aankan, binnen deze zone niks aan de hand, erbuiten stressreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hyper-arousal

A

Hartslag omhoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hypo-arousal

A

Hartslag omlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Dosis-respons effect

A

Er lijkt een verband te zijn tussen de mate van blootstelling aan de trauma en de ernst van de klachten erna door die trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Subjectieve beleving

A

Mate waarin jij je onveilig hebt gevoeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Preverbaal trauma

A

Traumatische ervaringen voordat kind in staat is goed verbaal te communiceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Soorten interventies (3)

A
  • interventies gericht op ondersteuning/bevorderen ontwikkeling
    -gericht op direct verwerken/opruimen trauma
    Traumagerichtencognitieve gedragstherapie
    EMDR (plaatje maken van negatieve gebeurtenis in verleden)
17
Q

Desensitiseren

A

Koppeling tussen herinnering en lading ontkoppeling -> je vergeet het niet

18
Q

Theoretisch model van Belsky

A

Kindermishandeling wordt bepaald door een samenspel van risicofactoren op vier verschillende niveaus

19
Q

Vier verschillende niveaus theorie Belsky

A
  • het eigen verleden van ouders die kind mishandelen
  • de eigenschappen van het kind en het gezin (interactie ertussen)
  • de eigenschappen van het werk van ouders/verzorgers
  • houding van de maatschappij ten aanzien van kinderen en mishandeling
20
Q

Intergenerationele overdracht

A

Zelf slachtoffer zijn van kindermishandeling kan risico zijn voor mishandeling eigen kinderen

21
Q

Theoretisch model Bakker

A

Balans tussen draagkracht en draaglast

22
Q

Waarom is de meldcode kindermishandeling ontwikkeld?

A

Om instituties te ondersteunen bij het signaleren van kindermishandeling

23
Q

5 stappen meldcode kindermishandeling

A
  • signalen in kaart brengen
  • overleg met collega’s en/of veilig thuis
  • spreken met betrokkenen
  • wegen van geweld
  • beslissen over melden en hulpverlenen
24
Q

Verschillende soorten interventies kindermishandeling

A
  • interventies die gericht zijn op beïnvloeden van risicofactoren in gezinnen waar mishandeling nog niet aan de orde is (preventief)
  • interventies die gericht zijn op het bevorderen van veiligheid
  • interventies die gericht zijn op herstel (na trauma)