gespreksindeling Flashcards

1
Q

waar begin je een gesprek altijd mee?

A

jezelf voorstellen met functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke vraag stel je altijd nadat je jezelf hebt geintroduceerd? En welke vraag volgt daarna altijd

A
  1. vertel, waar kan ik u vandaag mee helpen?

2. Kunt u mij meer vertellen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vanuit welke ‘kapstok’ probeer je als eerste informatie te verzamelen?
En waar staat deze kapstok voor?

A

ALECOBO

  1. Aard
  2. Locatie
  3. Ernst
  4. Chronologie
  5. Oorzaak
  6. Beinvloeding
  7. Overige klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke 2 dingen moet je beantwoord krijgen na het uitvragen van alecobo?

A
  1. Hulpvraag

2. Of je samenvatting klopt (deze moet je dus ook geven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de tweede kapstok die je uitvraagt? En waar staat deze voor?

A

VAMIFSA

  1. Voorgeschiedenis
  2. Allergien
  3. Medicatie
  4. Intoxicaties
  5. Familie amnese
  6. Sociale Aspecten
    - hobbies
    - vrienden of contact met andere
    - recente vakantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat komt er na de tweede kapstok?

A

tractus amnese (korte vraagjes om je diagnose te kunnen stellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat volgt aan het einde altijd?

A

Een samenvatting. gecombineerd met afsluiten door te vertellen dat je met de arts gaat overleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly