Geschiedenis van het privaatrecht - vragen Flashcards

1
Q

Wat zijn de XII Tafelen en van wanneer dateren ze?

A
  • eerste geschreven wetten
  • 451 v.Chr.
  • resultaat van stakend volk op de berg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de verdienste van de Leges Liciniae Sextiae en in welk jaar werd ze gestemd?

A
  • 367 v.Chr.
  • openstelling consulaat voor plebejers (één consul moet plebejer zijn)
  • instellen v/e praetor (urbanus) zodat consul zich met militaire zaken kon bezighouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurde er in 242 v.Chr. met het ambt van praetor?

A

opsplitsing

1) praetor urbanus: vaardigde recht uit over Romeinen, rechtspraak over burgers v/d stad
2) praetor peregrinus: vaardigde recht uit zowel voor Romeinen als vreemdelingen (rechtspraak over vreemdelingen, en rechtspraak tussen burgers en vreemdelingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de rechtsbronnen tijdens de Republiek?

A
  • XII Tafelen
  • wetten: besluiten v/d volksvergadering comitia centuriata op voorstel v. magistraat (meestal consul), legerv (nog niet klaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de kenmerken v/h legis actio-proces?

A
  • 450-17 v.Chr.
  • vooral formaliteiten (o.a. rituele bewoordingen)
  • exact te volgen (bv. verkeerd uitspreken = verloren)
  • acties verleend door de XII Tafleen (dus wettelijke verordeningen en niet van de praetor)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de fasen i/h legis actio-proces?

A
  • fase 1 (in iure): partijen voor magistraat, bepaalt of zaak van ius civile is en of er actie is en zaak dus naar rechter mag
  • fase 2 (apud iudicem): verschijnen voor rechter waar wordt bewezen en gepleit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de kenmerken van het formula-proces?

A
  • tot 342 n.Chr.
  • rechter = privépersoon (geen professioneel)
  • in formula staat meestal hoe rechter moet oordelen (dus oordeel rechter zelf is neutraal)
  • geen hoger beroep
  • veroordeling tot geldbedrag (vastgesteld via schatting v/d eiser) (rechter kan niet bevelen fiets terug te geven, maar dief kan dit wel doen onder druk v/d geldboete en fiets teruggeven, dan volgt vrijspraak)
  • geen bewijsregels (rechter beslist zelf op gevoel of iets bewezen is of niet)
  • gesloten systeem v. acties (door praetor)
  • geen verplichte procesvertegenwoordiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de fasen in het formula-proces?

A

EERSTE FASE (in iure):

  • partijen halen formula bij praetor (= standaardtekst die dient als rechtsingang)
  • afgesloten met LC (= procesovereenkomst over hoe de praetor de situatie schetst)
  • (niet bij praetor willen komen = verloren)
  • eiser/verweerder moeten in omschrijving hun geschil kiezen (eed)
TWEEDE FASE (apud iudicem):
- totstandkoming bewijs + vonnis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie kunnen partij zijn in een formula-proces?

A
  • eiser (actor) en verweerder (reus)
  • vrije burger, eigenstandig (eigen vermogen hebben)
  • uitzonderingen (hebben wel vermogen): slaaf in vrijheidsproces en gezagsonderworpen zoon met legervermogen/buit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de twee manieren om in een formula-proces verweer te voeren?

A
  • ten principale: ja/nee

- exceptio: ja, maar (= weerlegging met reden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is het formula-proces zo belangrijk voor onze beeldvorming van het Romeinse recht?

A

Omdat het meeste Romeinse recht dat wij besproken hebben tot stand is gekomen tegen de achtergrond van dit formula-proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verschil tussen een actio in rem en een actio in personam?

A
  • actio in rem: gericht op een zaak (relatie eiser-zaak)

- actio in personam: gericht op een persoon - verbintenisrechtelijke relatie tussen twee personen (bv. contract)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen een actio directa, een actio…utilis en een actio in factum?

A
  • actio directa: standaardformula (actio onder normale omstandigheden verleend)
  • actio…utilis: actie verleend bij uitzondering, ook bij twijfelgevallen (stukje vervangen door ander woord)
  • actio in factum: geformuleerd door praetor a.d.h.v. feiten, gebaseerd op billijkheid (wenselijk dat er wordt geprocedeerd), wanneer er geen variatie kan gemaakt worden (bv. koe laten verhongeren, geen actie o.g.v. LA maar wel actio in factum)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen een actio civilis en een actio honoraria?

A
  • actio civilis: afkomstig uit ius civilie (bv. o.g.v. LA)

- actio honoraria: gecreëerd door magistraat (meesta praetor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen een petitoire actie en een possessoire actie en waarmee kan dit bij ons vergeleken worden?

A
  • petitoire actie: uitspraak over het recht v/e bepaalde zaak (moet bewezen worden)
  • possessoire actie: uitspraak over inbreuk v. feitelijke macht, over het bezit v/e zaak, meer soort
    ordemaatregel
  • vergelijkbaar met bodemprocedure vs. kort geding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de kenmerken v/h cognitie-proces?

A
  • proces voor één rechter (zowel formula als uitspraak)
  • rechter is keizerlijk ambtenaar (geen privépersoon)
  • wel hoger beroep (bij keizer of prefect)
  • ook reële executie mogelijk (bv. afdwingen tot afgifte zaak, niet meer alleen boete)
  • geen openbaarheid
  • hoor- en wederhoor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe verloopt het cognitie-proces?

A

PRINCIPIUM LITIS

  • schriftelijke eis (libellus): eerste verklaring v/d feiten die worden onderzocht door rechter, indien toelaatbaar - wordt dit officiële gerechtsakte
  • verweer/prescripties: drie vormen (zie andere card)
  • eindigt met LC
  • NB: eiser die niet opdaagt, verliest + verweerder die na drie aanmaningen niet opdaagt, wordt veroordeeld bij verstek, als verweerder niet verweert ,wordt vordering toegewezen voor de LC is afgesloten

MEDIUM LITIS

  • mondelinge procedure (incl. bewijsvoering)
  • rechter ondervraagt partijen (feiten aanhoren en onderzoeken) - geen partijautonomie!
  • bewijstlastverdeling: wie iets stelt, moet bewijzen
  • bewijsmiddelen: zie aparte card

VONNIS

  • verplicht binnen 3j. na LC
  • eventueel tussenvonnis (interlocutoir): men kan nog bewijs leveren om vrijgesproken te worden en bedrag kan nog wijzigen
  • veroordeling afhankelijk v. wat gevorderd wordt (zie aparte card)
  • kracht eindvonnis = gezag v. gewijsde

HOGER BEROEP

  • ingesteld bij rechter die vonnis in 1AL heeft gewezen
  • schriftelijk verslag v/d rechter: rechter die zijn standpunt over het appel op schrift moet stellen
  • dan legt appellant het appel en dossier voor aan hogere rechter (keizer)

EXECUTIE

  • manu militari (met OH-geweld): overhandiging zaak
  • op persoon (gijzeling) of vermogen (inbeslagname)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is obscure libel i/h cognitieproces?

A

Wanneer het libellus (schriftelijke eis) i/e cognitie-proces niet begrijpbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke drie vormen v. verweer/prescripties kunnen voorkomen i/h cognitie-proces?

A
  • procedurele excepties (bv. onbevoegde rechter)
  • dillatoire exceptie (bv. uitstellen omdat je nog niet moest betalen)
  • peremptoire exceptie (over eis of procedure zelf, mag ook later in de procedure) (bv. toegeven dat je geld geleden hebt, maar zeggen dat het wel was kwijtgescholden nadien)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de gevolgen v/d litis contestatio i/h cognitie-proces?

A
  • passief onovererfelijke acties worden overerfelijk (bv. boete gaat naar erfgenamen als beklaagde sterft)
  • acties met termijn worden tijdloos (bv. verborgen gebreken bij koop binnen het jaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat houdt de Calumnia-eed in i/h cognitieproces?

A

zweren om niet alleen te procederen om de andere lastig te vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Vertel iets meer over de bewijslastverdeling i/h cognitieproces

A

Wie iets stelt moet het bewijzen

  • eiser t.a.v. eis
  • verweerder t.a.v. excepties (= eiser in verweer)
  • evt. omkering bewijslast (verweerder moet bewijzen dat eis ongegrond is) als er een sterk vermoeden speelt tgo de eiser
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Vertel iets meer over de bewijsmiddelen i/h cognitieproces

A
  • partijverklaring bij ondervraging door rechter (verweerder kan bekennen)
  • partij-eed (vordering bewezen wanneer eiser partij-eed aflegt of verweerder hem niet wilt afleggen)
  • schriftelijk bewijs (officiële akten vs. onderhandse akten)
  • getuigenbewijs (minimum twee)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waaruit kan de veroordeling bestaan i/h cognitieproces?

A
  • geldbedrag
  • teruggave (restitutio) bij actio in rem, bij possessoire actie of contractsanctie
  • overdracht v. eigendom (dare, bv. veroordeling tot afgifte)
  • verschaffen bezit of genot (tradere)
  • verrichten v/e handeling (mere facere)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe zijn de Instituten v. Justinianus opgebouwd en wat is het verschil met de Digesten?

A
  • Boek 1: personae (rechssubjecten)
  • Boek 2-3: res (welke rechten zijn er?)
  • Boek 4: actiones (rechtsmiddelen, hoe kunnen we rechten hard maken, procesrechtelijke context)

Verschil met Digesten: Digesten zijn meer casuïstisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Waarop zijn de Instituten v. Justinianus gebaseerd?

A

geïnspireerd door Gaius’ Institutiones (ca. 160 n.Chr.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Hoe was de rechtsbevoegdheid geregeld bij de Romeinen?

A
  • afhankelijk v/d statusleer
  • status libertatis: slaaf of vrij?
  • status civitatis: Romeins burger of niet (verdwenen in 212 n.Chr. want Caligula gaf iedereen Romeins burgerrechten i/d Constitutio Antoniana)
  • status familiae: status binnen de familie
    sui iuris (van eigen recht): altijd pater familias (eigenstandig), heeft familiale vermogen en dus ook R&P
    alieni iuris (v. andermans recht): gezagsonderworpen aan pater familias, geen vermogen en geen eigen R&P, kunnen geen proces aangaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wie maakte deel uit van de Romeinse familia?

A
  • pater familias: alle macht, oudste nog levende ascendent, alle gezag
  • uxor: niet altijd onder de manus, eerst wel, later meer rechten
  • filius in potestate: gezangsonderworpen zoon (onder manus), duurt zolang PF leeft
  • filia in potestate: gezagsonderworpen dochter
  • geadopteerde personen: zelfde status als filius/a
  • geadrogeerde personen: iemand die voordien niet onder iemands gezag stond, vaak bij keizers
  • slaven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Waarop is het verwantschap in een Romeinse familia gebaseerd?

A

op gezagsverwantschap en niet alleen op bloedverwantschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Waarvan hangt de handelingsbekwaamheid bij de Romeinen af?

A
  • leeftijd (‘oud en wijs genoeg zijn’, meerderjarig vanaf 25j.)
  • geslacht: vrouwen hadden tot Justinianus een voogd nodig, nadien niet meer (mannen en vrouwen dan gelijk), mannen altijd vanaf bepaalde leeftijd bekwaam geacht
  • geestesvermogen: krankzinnigen en geldverspillers hebben curator nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Waarvan hangt de delictsbekwaamheid bij de Romeinen af?

A
  • vermogen: procederen alleen zinvol tegen iemand met vermogen (bv. in formula-proces moet verweerder geldbedrag betalen, dus slaaf is niet delictsbekwaam)
  • leeftijd: hele jonge mensen hebben nog geen besef, dus geen delict noemen (maar kan bv. wel diefstal zeggen ipv delict)
  • geestesvermogen: krankzinnigen of oude mensen kunnen geen delict plegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Waaruit bestaat de macht v/d pater familias?

A
  • manus (over de echtgenote): maar vrouw niet altijd onder maritale macht
  • dominium (over de slaven): maar een censor controleert om de 5j. de behandeling v. slaven (dominium = eigendom)
  • patria potestas (over de kinderen)

deze 3 categorieën v. personen zijn vermogensrechtelijk onmondig (want hebben geen vermogen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Vertel iets over de AHS v/d pater familias voor personen in zijn macht.

A

UIT DELICT
- ten volle aansprakelijk voor slaaf, maar kan schade betalen OF mogelijkheid tot noxae deditio (meesta al s prijs slaaf < prijs schade)

UIT CONTRACT

  • beginsel: niet aansprakelijk (want heb je gewild, dus is géén delict)
  • behoudens 3 actiones…utilis:
    1) actio…de peculio (peculium v. zoon/slaaf- voor bedrag peculium)
    2) actio…de in rem verso (bij verrijking - voor bedrag verrijking)
    3) actio…quod iussu (bij opdracht - voor volledig bedrag)

GEEN UITZONDERING UIT CONTRACT OF DELICT?
- natuurlijke verbintenis (afdwingbaar van zodra deels uitgevoerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat is de enige uitzondering op de straf van geldboete i/h formulaproces?

A

Als eigenaar v/e slaaf aansprakelijk is voor delict door slaaf, dan kan die noxae deditio doen i.p.v. schade betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Indien de eigenaar van een slaaf of de pater familias voor een contractuele handeling v. zijn zoon niet aansprakelijk is volgens de drie uitzonderingen v. niet ASH uit contract voor persoon in zijn macht, is de betaling die de eigenaar or PF dan toch doet een schenking of de uitvoering v/e verbintenis

A

natuurlijke verbintenis die wordt uitgevoerd blijft een verbintenis, is dan geen schenking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Manus-huwelijk:

1) Wat is het?
2) Hoe kan het ontstaan?
3) Wat is de status v/d vrouw in dit huwelijk?

A
  • manus-huwelijk = vrouw verliest vermogen en komt onder gezag v. PF
  • kan ontstaan door:
    1) Confarreatio (formeel): ceremonie met offerkoeken (vergelijkbaar met ons huwelijk)
    2) Coemptio (formeel): man koopt vrouw
    3) Usus (verjaring): na 1j. samenwonen (tenzij trinoctium = middel tegen usus)
  • status vrouw = status filia in potestas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Welke soorten huwelijk waren er bij de Romeinen?

A

1) matrimonium: geen formaliteit (confarreatio of coemptio) nodig, Romeinse burgers met intentie om duurzame levensgesmeenschap te vormen en kinderen te krijgen
2) Concubinatus: geen affectio maritalis (bv. geen kinderen willen)
3) Contubernium: zoals matrimonium, maar dan slaaf-slavin of meester-slavin

Huwelijkssluiting niet wettelijk geregeld (kan dus ook informeel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Hoe kan de echtscheiding gebeuren bij de Romeinen?

A
  • kon informeel

- onderlinge toestemming of door eenzijdige opzegging (repudium) door man of vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat was de juridische relevantie v/h huwelijk of de scheiding i/h Romeinse recht?

A

WETTIGHEID KINDEREN (o.a. voor erfrecht)

  • kinderen volgen bij matrimonium de status v/d vader bij de verwekking
  • anders de status v/d moeder bij de geboorte
  • behoudens favor libertatis (moeder ook maar op één moment vrij tijdens zwangerschap, dan wordt kind vrij geboren)

TOEPASSELIJKHEID SCHENKINGSVERBOD TUSSEN ECHTGENOTEN
- enkel wanneer echtgenoten eigen vermogen hebben (dus zonder manus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Hoe eindigt de potestas bij een filius/filia in potestate?

A
  • overlijden pater familias of diens verlies v. vrijheid of burgerrecht
  • filius: ook emancipatie (= vrijlaten kind uit eigenlijke kernfamilie, bv. als die zelf pater familias wordt door te huwen)
  • filia: door manus v. echtgenoot als ze huwt (dus blijft alieni iuris)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Hoe kunnen een filius/filia in potestate toch eigen vermogen hebben (want normaal hebben ze er geen)?

A

FILIUS en FILIA

  • Bona materna (nalatenschap v/d moeder)
  • Bona adventica (cadeau v. iemand anders)

FILIUS

  • peculium castrense (legervermogen) (gewone peculium is v. pater familias)
  • peculium quasi castrense (geld verdiend als ambtenaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Hoe begint en eindigt het slavenschap?

A

BEGIN:

  • krijgsgevangenschap
  • geboren worden uit slavin
  • zichzelf verkopen (bv. vrij persoon verkleedt zich als slaaf, laat zich verkopen en gaat snel lopen, wordt gevat, dan word je als straf slaaf)

EINDE

  • vrijlating (manumissio)
  • vrij kopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Waarom kan iemand op jonge leeftijd toch sui iuris worden en hoe wordt dit georganiseerd?

A
  • eigen vermogen zonder gezag door de PF wanneer de PF bijvoorbeeld overlijdt en de kinderen nog jong zijn

INFANTES (‘nog niet kunnen praten’)

  • tot 7j.
  • kunnen geen RH verrichten - wordt gedaan door voogd/tutor

IMPUBERES (‘nog niet geslachtsrijp zijn’)

  • meisjes tot 12j. // jongens tot 14j.
  • kunnen zelfstandig RH verrichten wanneer voordelig voor hen
  • negotium claudians bij meerzijdige contracten (hinkende RH)
  • kunnen geldige RH stellen met bijstand v. tutor/voogd

MINORES VIGINTI QUINQUE ANNIS (tot 25j.)

  • zelfstandig verrichte RH i.b. geldig
  • maar: bij nadeel kan ‘in integrum restitutio’ (herstel in oude toestand) gevraagd worden (nadeel moet wel bewezen worden)
  • uitzonderingen: hier ook na 25j. curator vereist
    1) de furiosi (geesteszieken)
    2) geldzieken/verkwisters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Waren er al rechtspersonen bij de Romeinen?

A
  • nog geen algemene theorie want er waren geen bedrijfsvennootschappen
  • wel teksten waarin collectief in rechte optreedt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wat is het summa divisio i/h erfrecht en waarom zijn deze electief concurrent?

A
  • intestaat erfrecht = geen handeling voor de dood, geen testament
  • testamentair erfrecht = wel testament op stuk papier

beide mogelijkheden sluiten mekaar uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat is het verschil tussen heres en legatarius?

A

HERES = erfgenaam

  • zowel naar intestaat- als testamentair erfrecht
  • voornaamste/primaire opvolger v/d overledene
  • kunnen schulden krijgen

LEGATARIUS = legataris

  • opvolger, maar andere persoon dan heres (bv. vriend)
  • krijgt bepaalde delen toegewezen
  • altijd positief vermogensbestanddeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wat is het verschil tussen opvolging onder algemene en bijzondere titel?

A

ALGEMENE TITEL
- nalatenschap = geheel v. goederen

BIJZONDERE TITEL

  • legaat = één specifiek goed
  • positief vermogensbestanddeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Waaruit bestaat de erfenis i/h R.R.?

A
  • zaken
  • vorderingsrechten (ervingsrechten)
  • (schulden: waren er zelden, pas vanaf 2de E. v.Chr. deel v/d erfenis)

Maar: niet alle rechten zijn overerfelijk:

  • vruchtgebruik (want gecreëerd voor langstlevende echtgenoot)
  • vordering uit iniuria (want het is te persoonlijk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wanneer gaat een schuld uit een delict teniet?

A

als gedaagde sterft vooraleer LC afgesloten is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Hoe kan de ASH v/d erfgenaam beperkt worden?

A

HERES SUUS (huisgenoot-erfgenaam)

  • beneficium abstinendi: recht om de erfenis te weigeren
  • van bij het begin v/d erfenis afblijven, dus ook geen positief bestanddeel nemen
HERES EXTRANEUS (buitenstaander-erfgenaam)
- kan verwerpen als ze 'nee' antwoorden op vraag of ze erfgenaam willen zijn of niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Hoe kunnen heredes de erfenis verkrijgen?

A
  • sui heredes: automatisch, v. rechtswege, maar kunnen beneficium abstinendi inroepen
  • extranei heredes: kunnen expliciet verwerpen, krijgen de vraag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Hoe wordt het testament geregeld?

A
  • erfstelling vereist (= benoeming erfgenamen)
  • aanwezigheid getuigen vereist
  • erfstelling ondertekend door erflater én getuigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Wat is het verschil tussen res corporales en res incorporales?

A

respectievelijk fysiek tastbaar en niet fysiek tastbare goederen
voorbeeld niet fysiek: rechtsvordering, erfdienstbaarheid, schulden, zakelijke rechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Wat is het verschil tussen roerende en onroerende goederen + wat is onroerend door bestemming + relevantie v/h onderscheid?

A
  • roerende: alles wat je kunt bewegen
  • onroerende: alles wat je niet kunt bewegen
  • onroerend door bestemming: bv. mesthoop: RG als is om te verkopen, OG als is om land te bemesten

verschil relevant voor:

  • verschillende verjaringstermijnen
  • OG kan men niet stelen
  • andere wijze v. leveren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Wat is het verschil tussen res mancipi en res nec mancipi?

A
  • res mancipi: alles wat nodig was voor het boerenbedrijf (belangrijk voor Romeinen) (bv. dieren die als afgericht lastdier werden gebruikt, slaven, landelijk drukkende erfdienstbaarheden, percelen in Italië, zowel grond als stedelijke, zoals een huis)
    overgedragen door mancipatio en in iure cessio
  • res nec mancipi: alles wat niet res mancipi is, overgedragen door traditio
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Heeft het onderscheid tussen res mancipi en res nec mancipi gedurende de hele periode v/h Romeinse recht bestaan?

A

Nee, afgeschaft bij Justinianus.

Alleen bestaan in klassieke tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Wat is het verschil tussen de actio en de ius?

A

IUS

  • recht dat je hebt, als je beschikt over actie
  • i/d richting van ons modern subjectieve recht
  • vermogensbestanddeel zelf

ACTIE

  • aanspraak op vermogensbestanddeel
  • rechtsvordering, rechtsmiddel
  • manier om ius tot uitdrukking te brengen of te handhaven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Wat is het verschil tussen de actio in rem en actio in personam?

A

ACTIO IN REM

  • goederenrechtelijke actie
  • als het puur gaat om een zaak
  • als iemand kan procederen tegen bezitter v/h goed met de eigendomsactie

ACTIO IN PERSONAM

  • gaat om verbintenis
  • kan voortvloeien uit delict
  • volgt uit contract/verbintenis
  • relatie persoon/persoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve rechten? En wat is een bijna absoluut recht?

A

ABSOLUTE RECHTEN

  • rechten tgo iedereen
  • actio in rem

RELATIEVE RECHTEN

  • rechten tussen mensen met verbintenis (contracterende partijen)
  • actio in personam

BIJNA ABSOLUUT RECHT
- bij verpanding of vervreemding door beschikkingsonbevoegde (nemo plus regel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Welke 3 zakenrechtelijke posities (hoedanigheden) moeten we onderscheiden?

A

RECHTHEBBENDE
- juridische macht

BEZITTER

  • feitelijke macht (bv. wie fiets steelt is bezitter zonder rechthebbende te zijn)
  • heeft de zaak werkelijk onder zich maar voor zichzelf
  • voorbeeld: dief
  • middellijk (onrechtstreeks): goed bezit door houder namens de bezitter
  • onmiddellijk (rechtstreeks): bezitter is ook houder v/h goed

HOUDER

  • heeft zaak onder zich, maar nadat het geleend is
  • geen bedoeling om het voor zichzelf te houden
  • voorbeeld: lener
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Wat is het verschil tussen bezitter TGT en TKT?

A

BEZITTER TGT

  • iets kopen zonder dat je weet dat er iets fout is
  • voorwaarden: normale prijs + normaal uitziende verkoper + normale buurt

BEZITTER TKT:
- iets kopen ondanks je weet dat er iets mis is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Bij welke soort rechten kunnen vermogensrechten wel of niet worden overgedragen i/h Romeinse recht?

A

alleen absolute rechten: zakelijke rechten, i.v.m. actio in rem, tegenover iedereen (bv. recht v. eigendom, erfpacht, maar niet allemaal, vruchtgebruik bv. niet)

relatieve rechten niet overdraagbaar: i.v.m. actio in personam (vandaag wel overdraagbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Als een eigenaar iets uitleent? Wie is rechtstreeks bezitter, onrechtstreeks bezitter en houder?

A

de eigenaar is onrechtstreeks bezitter en de lener is houder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Wanneer wordt het onderscheid tussen bezitter TGT en TKT interessant?

A

Als die vraag gesteld wordt weet je dat er een complicatie is want de vraag wordt pas relevant wanneer de rechthebbende zijn zaak niet in de hand heeft (bv. iets verkocht door iemand die geen eigenaar was)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

Wat is het hoofdkenmerken van de zakelijke vorderingen (actiones in rem) en wat zijn de verschillende zakenrechtelijke posities die iemand kon hebben volgens Hahn?

A

Numerus clausus (gesloten systeem)

Vijf zakenrechtelijke posities die iemand kon hebben:

1) eigenaar zijn
2) pand hebben
3) dienstbaarheid hebben (vruchtgebruik en erfdienstbaarheid)
4) zaak bezitten
5) erfgenaam zijn

maar was niet perfect, want bezitter had niet per se recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

Wat zijn de zakenrechtelijke vorderingen?

A

1) rei vindicatie (bescherming dominium - eigendom)
2) actio in rem (bescherming erfpacht)
3) actio Publiciana (petitoire bescherming verjaringsbezit)
4) actio hypothecaria (bescherming pandrecht)
5) actio confessoria (bescherming erfdienstbaarheid)
6) actio confessoria (bescherming vruchtgebruik)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

Wat zijn de kenmerken van een zakenrechtelijke vordering? (die ze onderscheiden v. persoonlijke vorderingen)

A

ZAAKSGEVOLG

  • volgrecht: zaak volgen (waar de zaak zich ook bevindt, je kan die als eigenaar gaan halen)
  • tegen bezitter revindicatie instellen (bv. rechthebbende met eigendomsrecht vs. bezitter die verkregen heeft van niet-eigenaar)
  • nemo plus-regel geldt

VOORRANGSRECHT
- zakelijke vordering gaat voor persoonlijke vordering

PRIORITEIT
- oudste recht heeft voorrang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

Wat is het verschil tussen dominium, possessio en detentio?

A
  • dominium = recht v. eigendom
  • possessio = feitelijke macht over een zaak
  • detentio (possessio naturalis) = houderschap (feitelijke macht krachtens een rechtsverhouding met een andere)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Wat is de kernvraag om te weten of iemand bezitter of houder is?

A

Is deze zaak van jou?

Ja = bezitter (beweert TGT/TKT eigenaar te zijn)
Nee = houder (bv. huurder, bewaarnemer)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

Wat is eigendomselasticiteit?

A

mogelijkheid om eigendom te belasten met beperkt recht (bv. erfdienstbaarheid, vruchtgebruik)

als belasting wegvalt - opnieuw volledig recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

Hoe worden eigendom en verjaringsbezit beschermd in het Romeinse recht?

A
  • eigendom: revindicatie

- verjaringsbezit: actio publiciana (maar geldt niet tgo de eigenaar zelf)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

In normale omstandigheden gaan eigendom en bezit samen. Maar als de eigenaar de zaak niet in handen heeft, wie is dan bezitter en wie is houder? + wanneer gaan die twee niet samen?

A
  • eigenaar is middellijke bezitter
  • diegene die zaak in handen heeft is onmiddellijke bezitter en houder

gaan niet samen bv. wanneer zaak verloren of gestolen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

Welke vormen van vicieus bezit hebben we gezien en wat betekent vicieus?

A
  • met geweld verkregen (vi)
  • heimelijk verkregen (clam - diefstal)
  • ter bede (precario) = zaak die eerste opvordering wordt teruggegeven (lijkt op bruikleen, maar géén termijn) (vicieus bezit t.o.v. eigenaar)

vicieus = op gebrekkige wijze (verliest altijd proces)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

Wie zijn de houders met een bezitsinterdict?

A

Kunnen méérr dan gewone houder (bv. huurder, pachter, bruiklener)

  • pandhouder
  • sequester
  • precarist (t.a.v. derden)
  • erfpachter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

Wat zijn de functies v. bezit?

A

1) politioneel (ordehandhaving, hebben en beschermen v. iets)
2) processueel (bezitter = verweerder // eiser = diegene die zegt dat zaak hem toebehoort, bewijslast!)
3) verjaring: maakt verjaring mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

Hoe vaststellen of iemand bezitter is, zonder causa te weten?

A
  • corpus: feitelijke macht
  • animus: bezitswil, de wil voor jezelf te bezitten
    combinatie = bezit

voorbeeld: bruikleen = géén bezit, je bent houder want geen bezitter voor jezelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
77
Q

Hoe wordt bezit overgedragen + 4 vormen?

A

Traditio = fysiek overgaan v. hand tot hand (vormloos)
voorbeeld: bij OG rond het land lopen

Vormen:

1) traditio simplex (bv. sleutels overhandigen v. wijnkelder)
2) traditio symbolica, omdat goed te groot is (bv. door poort stappen
3) Traditio brevi manu: houder wordt bezitter (bv. verhuurder verkoopt huis aan huurder), haalt feitelijke macht niet uit mekaar
4) Constitutium possessorium: bezitter wordt houder (bv. je verkoopt auto, maar mag die af en toe nog gebruiken), haalt feitelijke macht wel uit mekaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
78
Q

Wat zijn de rechtsgevolgen van bezit?

A

1) interdicta (bezitsactie): possessoire actie, bescherming tegen inbreuk v. anderen
2) Ius tollendi: bezitter TGT mag aangebrachte verbeteringen wegnemen, tenzij eiser waarde wil vergoeden (bezitter TKT kan dat niet)
3) Retentierecht: toepassing ENAC, zolang eigenaar de zaak opeist, weigert een redelijke vergoeding te betalen voor de noodzakelijke en nuttige gemaakte kosten, kan bezitter tegen de revindicatie verweren (bv. garage moet auto niet teruggeven als je de reparatie niet betaalt)
4) bezitter TGT (v. moederzaak) wordt eigenaar v/d vruchten (die moederzaak voortbrengt)
5) bezitter TGT kan eigenaar worden door verjaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
79
Q

Wat zijn de voorwaarden waaronder de bezitter TGT v/d moederzaak eigenaar wordt v/d vruchten die de moederzaak voortbrengt?

A

1) zodra afgescheiden v/d moederzaak (geen vruchtgebruik)
2) als eigenaar zijn zaak opeist, moet bezitter TGT én de niet -geconsumeerde vruchten die nog aanwezig zijn afgeven aan eigenaar (niet via revindicatie want bezitter TGT is eigenaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
80
Q

In welke 2 categorieën kan de wijze v. eigendomsverkrijging ingedeeld worden?

A

1) ius naturale (originair) = onbelaste eigendom, verkregen v. niemand, eigendom zelf opbouwen
2) ius civile (door overdracht of verjaring) = zoals bij de vorige eigenaar, derivatief, indien belaste eigendom, neem je belasting mee over en word je blote eigenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
81
Q

Wat zijn de wijzen op naar ius naturale eigendom te verkrijgen?

A

1) occupatio: toe-eigenen v/e zaak die van niemand is of van prijsgegeven zaak
2) alluvio: aanspoeling
3) specificatio: zaaksvorming (bv. grondstof wordt verwerkt tot ander product: bewerker eigenaar wanneer zaak niet uit mekaar te halen valt)
4) commixtio: vermenging (graan wordt bij ander graan gegoten)
5) accessio: natrekking (verbinden bijkomende zaak aan hoofdzaak, bv. motor geplaatst in schip), als bezitter TGT is kan die v. eigenaar vergoeding krijgen, als eigenaar kwade trouw kan bewijzen moet hij niets betalen
6) fructum perceptio: vruchttrekking (bv. vruchten op boomgaard), bezitter TGT krijgt vrucht na afscheiding met moederzaak
7) Thesauri inventio: schatvinding, maar moet toevallig zijn, eigen eigendom indien op eigen grond, delen met eigenaar grond indien op andermans grond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
82
Q

Wat zijn de 2 categorieën voor eigendomsverkrijging naar ius civile?

A
  • door overdracht (derivatief - door levering)

- door verkrijgende verjaring (usucapio - voor RG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
83
Q

Wat zijn de voorwaarden voor eigendomsverkrijging door overdracht?

A
  • LEVERING (traditio) = feitelijke overdracht macht (maar zegt nog niets over aard, bv. huur, bruikleen, schenking…), zegt niets over bezitter worden of eigenaar worden, vroeger nog twee andere wijzen (mancipatio en in iure cessio)
  • BESCHIKKINGSBEVOEGDHEID V/D VERVREEMDER (want nemo plus; moet eigenaar of gemachtigde v/d eigenaar zijn, bv. pandcrediteur of hypotheekhouder)
  • GESCHIKTE TITEL (causa): uitleggen waarom traditio, rechtsgrond, reden voor eigendomsoverdracht want handeling laat niet zien wat bedoeling (bv. koop, uitkering, damnatielegaat, schenking, bruidsschat, stipulatie) (niet: huur, pand, bewaarneming)
  • PRIJSBETALING (nodig voor eigendomsoverdracht bij koop)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
84
Q

Wat waren de twee alternatieven voor traditio als levering van de zaak vroeger?

A
  • mancipatio = rituele handeling (weegschaalhouder, getuigen, etc.) om eigendom v. res mancipi over te dragen
  • in iure cessio = schijnproces voor praetor volgens legisactio-proces: bij geen verweer werd je eigenaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
85
Q

Wat kan de verkrijger doen indien er geleverd wordt door een niet-beschikkingsbevoegde?

A

verkrijger kan zich verdedigen tegenover iedereen, behalve de eigenaar

in R.R. was RBH niet vereist (zoals dat vandaag wel is) naast HBH. Eigendomsoverdracht was pas bij levering dus men kon verkopen zonder eigenaar te zijn

koper wordt géén eigenaar (wegens nemo plus)

verkoper TKT: koper kan geen eigenaar worden door verkrijgende verjaring want zaak is furtief (blijft dat zolang niet in macht v/d eigenaar)

verkoper TGT: koper kan na 3j. ongestoord bezit via verkrijgende verjaring eigenaar worden (extra voorwaarden indien RG), tijdens die 3j. is bezitter possessoir en petitoir beschermd (bezitsacties en één petitoire, nl. actio publiciana, nog geen revindicatie want is geen eigenaar)

bij actio publiciana staat alleen echte eigenaar nog hoger want heeft revindicatie en is sterker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
86
Q

Wat zijn de termijnen voor verkrijgende verjaring voor OG en RG vanaf het Justiniaanse recht?

A
  • RG: 3j.

- OG: geen meer (voordien was er 1j. voor OG en 2j. RG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
87
Q

Hoe houden de revindicatie en de actio publiciana zich?

A

Revindicatie gaat voor op actio publiciana, echte eigenaar staat sterker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
88
Q

Waarom bestaat de rechtsfiguur van de verkrijgende verjaring?

A

Het recht houdt er niet van dat eigendom en bezit in verschillende handen zin, wil een feitelijke toestand op gegeven moment legaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
89
Q

Wat zijn de voorwaarden voor verkrijgende verjaring?

A

1) possessio = bezit (corpus + animus) (wil om daadwerkelijk te bezitten, krankzinnige kan dit bijvoorbeeld niet)
2) res habilis (vatbaar voor verjaring, in de handel en niet furtief)
3) titulus (zoals bij eigendomsoverdracht, maar minder streng)
4) Fides (= goede trouw v/d verkrijger bij bezitsverkrijging)
5) Tempus (= tijdsverloop 3j. sinds Justinianus, geen verkrijgende verjaring meer voor OG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
90
Q

Wat houdt de bevrijding van aanspraken van derden in?

A

wat Justinianus toepast op OG, na bepaalde tijd geen eigenaar maar wel verweren tegen alle aanspraken van ander (eerder tenietgaan van die aanspraken dan opbouwen v. bepaald recht door tijdsverloop)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
91
Q

Wat zijn de vereisten voor bevrijding v. aanspraken v. derden?

A

ONROERENDE ZAKEN

  • langdurig bezit
  • zaak vatbaar voor verjaring (in de handel en niet furtief)
  • goede trouw bij bezitsverkrijging
  • bezit (corpus + animus)
  • tijdsverloop 10j. of 20j. (indien partijen in andere provincie)

ZONDER TITEL

  • zeer langdurig bezit
  • furtief is irrelevant
  • goede trouw bij bezitsverkrijging (wordt aangenomen, andere moet bewijzen v. niet)
  • bezit (corpus+animus)
  • tijdsverloop: 30-40 jaar
  • verjaring v. revindicatie e.a. zakenrechtelijke vorderingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
92
Q

Krijg je onbelaste eigendom nadat aan vereisten voor bevrijding van aanspraken van derden is voldaan?

A

er is geen eigendomsovergang, maar er is wel een onbelaste eigendom, een onaantastbare positie, mogelijkheid je te verweren zelfs tegen de echte eigenaar, de facto ben je wel eigenaar maar veeleer omdat iemand anders niets meer kan claimen dan dat je een eigendomsrecht hebt opgebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
93
Q

Hoe kan eigendom beschermd worden?

A
  • met actie: revindicatie (eigendomsbewijs nodig)
  • met verweermiddel: exceptio iusit domini (eigendomsbewijs nodig)
  • actio publiciana (bewijs v. bezitsverkrijging krachtens geldige titel)
  • actio negatoria: tegen iemand die beweert een vruchtgebruik of een erfdienstbaarheid te hebben, vereist bewijs v. eigendom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
94
Q

Hoe kan eigendom bewezen worden?

A

Niet gemakkelijk, werd meestal bewezen door iemand (meestal jezelf) die gedurende bepaalde termijn bezit heeft gehad en door verjaring aanwijsbaar eigenaar is geworden, dan moet je niet ver teruggaan in de keten van overdrachten tot het moment dat de zaak i/d handel kwam

Alternatief: bezit verkrijgen zodat iemand anders (de beweerde eigenaar) dan zijn eigendom moet bewijzen (en dat is dus moeilijker)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
95
Q

Wat is een belangrijk kenmerk v. zakelijke rechten?

A

absoluut: handhaafbaar jegens iedereen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
96
Q

Wat zijn de twee categorieën zakelijke rechten? (+ geef de lijst)

A

ZAKELIJKE GENOTSRECHTEN

  • erfpacht
  • opstal (= recht om eigenaar te zijn v. gebouw op andermans grond, max. 50 j.)
  • vruchtgebruik
  • erfdiensbaarheden

ZAKELIJKE ZEKERHEIDSRECHTEN

  • fiducia: tijdelijke volledige eigendomsoverdracht tot zekerheid (bestond bij Justinianus niet meer, vandaag wel terug)
  • pand
  • hypotheek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
97
Q

Erfpacht: inhoud, totstandkoming, tenietgaan, rechtsmiddelen

A
INHOUD
- overdraagbaar gebruiksrecht v. grond tegen betaling canon (meestal van overheid)
TOTSTANDKOMING
- uiteraard geen levering nodig
- sluiten v. soort pachtcontract voor LT (traditioneel 99j.)
TENIETGAAN
- 3 jaar geen canon betalen
- geen melding maken v. vervreemding
RECHTSMIDDEL:
- actio in rem
- possessoire acties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
98
Q

Vruchtgebruik: inhoud, totstandkoming, tenietgaan, rechtsmiddelen

A

INHOUD
- andermans goed gebruiken en er de vruchten v. plukken (natuurlijke en burgerlijke)
- hoogstpersoonlijk recht gekoppeld aan persoon v. vruchtgebruiker
- slechts overdraagbaar voor de duur v/d oorspronkelijke vruchtgebruik
TOTSTANDKOMING
- legaat
- voorbehoud bij eigendomsoverdracht
- afspraken versterkt met stipulaties (pactiones en stipulationes, contract met afspraken)
- verkrijgende verjaring (door gedragen als vruchtgebruiker)
TENIETGAAN
- overlijden vruchtgebruiker of persoon aangesteld door vruchtgebruiker
- afstand v/h recht (al dan niet in ruil voor geld)
- tenietgaan v/h goed (bv. door aardverschuiving of overlijden slaaf)
- samenkomen met blote eigendom in één hand (vermenging)
- verjaring (non usus: niet gebruikt)
RECHTSMIDDELEN
- actio confessoria: bescherming v/h recht v/d vruchggebruiker
- possessoire acties: opvolgers v. bezitsinterdicten genieten deze bescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
99
Q

Als vruchtgebruik zo een bezwaring is v. eigendom, wat hou je dan nog over als blote eigenaar?

A

verwachting dat vruchtgebruik ooit eindigt en het goed weer je volle eigendom wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
100
Q

Wanneer vruchtgebruik ontstaat door een voorbehoud bij eigendomsoverdracht, worden dan de posities van de vervreemder en de verkrijger?

A
vervreemder = vruchtgebruiker
verkrijger = blote eigenaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
101
Q

Wat is een bezitsinterdict?

A

middel om bezit terug te krijgen door bevel v/d praetor, eigenlijk gelijke werking als bezitsactie, geen v. beide rechtsmiddelen verlangt bewijzen v/e recht v/d eiser, alleen de feitelijke macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
102
Q

Erfdienstbaarheden: inhoud, totstandkoming, tenietgaan, rechtsmiddelen

A

INHOUD
- bevoegdheid eigenaar heersend erf om bepaalde handelingen te verrichten op het lijdend erf
- geen gesloten systeem: partijen kunnen vrij andere erfdienstbaarheden in het leven roepen als aan vereisten is voldaan
TOTSTANDKOMING
- pactiones et stipulationes (afspraken versterkt met stipulaties)
- voorbehoud bij vervreemding
- verkrijgende verjaring (10/20j.)
TENIETGAAN
- afstand v/h recht
- tenietgaan goed
- samenkomen met eigendom in één hand (vermenging)
- verjaring (non usus)
RECHTSMIDDELEN
- actio confessoria
- possessoire acties
- ook als erfdienstbaarheid niet op juiste manier is gevestigd, maar wel gedoogd (actio publiciana)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
103
Q

Wat zijn de voorwaarden om erfdienstbaarheden in het leven te kunnen roepen? (dus ook die die niet opgelijst staan)

A
  • enige nabijheid
  • duidelijk nut voor heersend erf
  • eigenaar lijdend erf moet iets dulden of iets nalaten (zelden iets doen)
  • uitoefening ervan is steeds mogelijk (eeuwige oorzaak) (bv. wel leem winnen om huis mee te bouwen maar niet om erna op de markt te gaan verkopen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
104
Q

Pand en hypotheek: kenmerk, inhoud, totstandkoming, tenietgaan, rechtsmiddelen

A

KENMERKEN
- pand: RG in pand geven, bij niet-betaling is RG v. pandhouder, contract pas tot stand na overhandiging
- hypotheek: OG, SE mag zaak verkopen als SA niet betaalt, overhandiging niet vereist (want niet mogelijk,) dus stille verpanding, SA kan zaak zelf nog gebruiken
INHOUD
- recht SE om zich te verhalen op goed SA (of een ander)
- verpander blijft eigenaar en als hij verjaringsbezitter is loopt de verjaring door
TOTSTANDKOMING
- pandcontract (ook hypotheek): reëel contract tussen SE/SA met of zonder overhandigging
- accessoir recht = hoofdschuld vereist (schuld ontstaat doordat eerste verbintenis niet wordt nageleefd)
- verpander is beschikkingsbevoegd
TENIETGAAN
- executoriale verkoop
- voldoen hoofdschuld
- afstand recht SE
- schuldverzuim = SA wil nakomen, maar SE blijft in gebreke
- vermenging
- langdurig bezit: zaak bevrijd v. aanspraak pandhoudende SE
RECHTSMIDDELEN
- acto hypothecaria (petitoir)
- possessoire acties (bij vuistpand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
105
Q

Welke bronnen voor verbintenissen onderscheidt Gaius in zijn Institutiones?

A
  • ex contractu (2 partijen worden het eens met elkaar)
  • ex delictu (private delicten tussen 2 burgers) (publieke delicten waren zeldzaam)
    was niet van hem zelf: kwam van Aristoteles (vrijwillige en onvrijwillige verbintenissen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
106
Q

Welke bronnen v. verbintenissen onderscheidt Gaius in zijn res cottidianae sive aurea?

A
  • ex contractu
  • ex delictu
  • ex variis causam figuris (= uit verschillende oorzaken) (zaakwaarneming, onverschuldigde betaling, damnatielegaat en actio de effusis vel delictis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
107
Q

Wat is een damnatielegaat?

A

bv. vorderingsrecht op erfgenamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
108
Q

Wat is een actio de effussi vel delictis?

A

actie tegen zaken die naar beneden zijn gegooid of gegoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
109
Q

Wat zijn volgens Justinianus’ Instituten de bronnen v. verbintenissen?

A
  • ex contractu
  • quasi ex contractu (zoals uit contract maar geen consensus of mandaat, bv. zaakwaarneming of voogdij)
  • ex maleficiu (uit delict)
  • quasi ex maleficiu (a.h.w. uit delict, schade aangericht, bv. actio de effusis vel delictis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
110
Q

Wat hebben alle bronnen v. verbintenissen (dus volgens Gaius en Justinianus) gemeen?

A

Het zijn allemaal civiele verbintenissen, actio nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
111
Q

Hoe ontstaat een natuurlijke verbintenis + voorbeeld + kenmerken

A

door een RH ontstaat juridisch erkende verplichting die niet afdwingbaar is

voorbeeld: contract gesloten door slaaf of gezagsonderworpen zoon zonder eigen vermogen (als SA betaalt, is dit wel terecht, maar SE kan het niet opeisen

kenmerken:

  • nakoming is géén onveschuldigde betaling
  • kunnen versterkt worden door pand of borgtocht
  • verrekening is mogelijk (bv. in mindering brengen op en schuld v/d SE)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
112
Q

Kunnen verbintenissen verjaren?

A

Nee, verbintenissen kunnen niet tenietgaan door
louter verstrijken tijd
maar: de vordering (actie) kan wel verjaren (verbintenis wordt dan vergelijkbaar met natuurlijke verbintenis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
113
Q

Hoe kunnen verbintenissen tenietgaan?

A
  • nakoming (bv. SA betaalt) - ook delegatie is mogelijk
  • afstand (acceptilatio)/kwijtschelding (cf. actus contrarius)
  • novatie (schuldvernieuwing): schuld gaat over in nieuwe verbintenis (moet nieuw element bevatten), subjectieve en objectieve novatie
  • compensatio (verrekening): twee verbintenissen tussen twee personen
  • vermenging: SA en SE vallen samen in één persoon (bv. vader is SA en zoon is SE, vader sterft)
  • prestatie onmogelijk
  • ontbindende voorwaarde: modern
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
114
Q

Wat wordt bedoeld met delegatie i/h kader v. tenietgaan v. verbintenissen?

A

SE machtigt SA om schuld te betalen a/e derde aan wie SE zelf nog iets verschuldigd is

twee oude verbintenissen vallen weg en er ontstaat een nieuwe verbintenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
115
Q

Wat betekent het actus contrarius-principe?

A
  • actus contrarius-principe = schriftelijk vastgesteld dat er schuld was, dan nu schriftelijk vaststellen dat je er afstand van doet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
116
Q

Vergelijk kort het Romeinse en het Belgische delictenrecht.

A

Romeins:

  • gesloten systeem (BE: onrechtmatige daad = ruimer)
  • verschillende delicten met verschillende ASH-regels en boeteberekening (BE: één onrechtmatige daad en schuld moet bewezen worden en boete wordt abstract berekend)
  • bij delict komt boete (BE: bij onrechtmatige daad: SV)
117
Q

Wat zijn de kenmerken van Romeinse delictsancties? (opsomming)

A

1) gericht op boete
2) passief onovererfelijk
3) cumulatie tegen mededaders
4) noxale ASH

118
Q

Vertel iets meer over de boete bij delictsantcties

A

delicten bestraft door gelegaliseerde vergelding (boet werd in oudste recht niet gezien als SV)

  • ofwel zuiver penale acties, strafgericht: actio furti en actio iniuriarum
  • ofwel daarnaast ook andere vordering voor SO (voor toegebrachte schade of vermogensnadeel) (reipersecutoir, bv. revindicatie)
  • cumulaties mogelijk: gevorderde bedrag is gemegnde actie, nl. straf én SV

(acties o.g.v. LA zijn niet cumuleerbaar)

119
Q

Vertel iets meer over de cumulatie tegen mededaders bij delictsancties

A
  • één verbintenis tegenover elke mededader (elke mededader kan veroordeeld worden voor volledige straf)
  • anders zou er risicospreiding zijn en zou het veiliger zijn om in groep delicten te plegen
120
Q

Vertel iets meer over de noxale ASH bij delictsancties

A
  • eigenaar aansprakelijk stellen ipv slaaf
  • afweging waarde slaaf vs. boete
  • geldbedrag betalen of slaaf uitleveren (noxae deditio)
  • uitzondering op het formula-proces
121
Q

Welke delicten hebben we besproken?

A
  • zaaksbeschadiging (Lex aquilia)
  • diefstal (furtum)
  • kwetsing vrije personen (iniuria)
122
Q

Wat is de bron v/d lex aquilia en waarvan gaat ze uit en hoe is dat geëvolueerd?

A

plebisciet uit 286 n.Chr.
ging uit v. boetedoening (dader moet gestraft worden, niet idee v. compensatie voor SO)
geëvolueerd naar boetedoening + SV

123
Q

Hoe moeten we zaaksbeschadiging interpreteren?

A
  • vernielen en bederven i/d ruime zin (bv. ook verscheuren, verspillen, uitgeven)
  • schade moet door persoonlijk en fysiek handelen zijn toegebracht
  • doden onder LA? = actief handelen, persoonlijk en fysiek, hulpmiddel (bv. zwaar) kan nog wel, maar moet rechtstreeks zijn
  • vereist redelijk direct causaal verband
  • indien niet rechtstreeks: praetor kan wat helpen door actio in factum te geven of actio LA utilis
124
Q

Kan nalaten onder LA vallen?

A
  • wel als er eerst handelen is en nadien nalaten

- en anders vragen aan praetor voor actio in factum

125
Q

Wat zijn de voorwaarden voor ASH voor zaaksbeschadiging en dus om de actio LA in te kunnen stellen?

A

1) schade: zaaksbeschadiging, R.R. kent geen ASH voor zuivere vermogensschade of immateriële schade, wel verlies als oorzaak voor schade (dan actio in factum), indien vrij persoon kan die wel een actio legis aquiliae utilis
2) onrechtmatigheid: handelen zonder rechtvaardigingsgrond (dus overvallen worden en met geweld beantwoorden valt er niet onder, geweld mocht worden beantwoord met geweld)
3) Schuld: in concrete (samenhang met omstandigheden en intenties), allergeringste schuld volstaat, verwijt nodig, opzet NIET vereist (dus per ongeluk wilt niet per se zeggen geen schuld), indien gelaedeerde zelf ernstig verwijt geen mogelijkheid o.g.v. LA
4) causaliteit

126
Q

Als een tekst gaat over een overledene en de toepassing van LA op de zaak, waar gaat het dan over en waarom?

A
  • slaaf

- want zaaksbeschadiging pas later in receptie ruimer geïnterpreteerd, aanvankelijk geen doden v. vrije personen

127
Q

Wie kan een vordering o.g.v. LA instellen en wie in het bijzonder niet?

A
  • eigenaar v. beschadigde zaak = actio legis Aquiliae
  • bezitter TGT = actio in factum
  • vruchtgebruiker en pandhouder = actio legis aquiliae utilis

NIET: huurders, bruikleners, bewaarnemers (allen die feitelijke macht uitoefenen krachtens rechtsverhouding)

128
Q

Hoe wordt de boete bij een veroordeling o.g.v. LA berekend?

A

officiële tarieven: hoogste waarde afgelopen jaar of hoogste waarde 30 dichtstbijzijnde dagen (verschillende mogelijkheden)

niet marktwaarde v. slaaf, maar belang dat eigenaar had dat slaaf was blijven leven (lijkt ook te worden toegepast op andere vormen v. zaaksbeschadiging)

dubbel voor wie ontkent

belangrijke evolutie in LA = naar gemengde aspect v. straffen en SV ipv enkel straffen

129
Q

Hoe wordt furtum (diefstal) geïnterpreteerd?

A

breed geformuleerd:

  • diefstal
  • verduistering (iets hebben en houden alsof het van jezelf is)
  • joyriding
  • ook: diefstal v/h bezit (verpander neemt in pand gegeven zaak weg bij SE)
130
Q

Hoe wordt furtum (diefstal) geïnterpreteerd?

A

diefstal = bedrieglijk toe-eigenen v/e roerende zaak

ook:

  • verduistering (iets hebben en houden alsof het van jezelf is)
  • furtus usus (bv. joyriding) = gebruik zonder toestemming eigenaar
  • bewust aannemen v/e onverschuldigde betaling
  • diefstal v/h bezit (verpander neemt in pand gegeven zaak weg bij SE)

zeer ruim: voorbeelden v. opgejaagde pauw en gedagvaarde muilezeldrijver

131
Q

Wie kan de actio furti instellen en hoe wordt de boete berekend?

A

WIE?

  • eigenaar
  • pandSE (want pand dient als zekerheid en nu is die zekerheid weg, uitgangspunt wordt waarde vordering en niet waarde v/d zaak, alles wat meer gekregen wordt dan waarde vordering moet pandSE aan eigenaar geven)

BEREKENING BOETE

  • heterdaad = 4x waarde gestolen zaak + continue achtervolging (ook al duurt die lang)
  • buiten heterdaad = 2x waarde gestolen zaak
132
Q

Wat zijn de mogelijke acties bij furtum?

A
  • actio furti (diefstalactie) = zuiver penale vordering voor wie er belang bij heeft dat de zaak niet verdwijnt (eigenaar, maar ook pandSE, koper TGT v/e slaaf, vruchtgebruiker, huurder, pachter)
  • extra vereiste van solventie voor custodiaplichtige die actio furti instelt (custodiaplicht verleent bevoegdheid om diefstalactie i/t stellen)
  • ook reipersecutoire actie = herstel vermogensnadeel (voor eigenaar, revindicatie dief of derde als tegen bezitter om zaak terug te krijgen of condictio ex causa furtiva tegen dief of erfgenamen om waarde v/d zaak terug te krijgen als localisatie niet mogelijk is)

beide actio’s zijn electief concurrent (soms zijn beide mogelijk en dan moet je kiezen - revindicatie heeft als nadeel dat eigendommoeilijk te bewijzen is, maar anderzijds kan je de prijs daarbij zodanig hoog leggen dat dief de zaak toch teruggeeft ipv betaalt)

alternatief: publieke strafvervolging

133
Q

Hoe zit het met diefstal van zaken die onder custodiaplichtigen stonden?

A
  • custodiaplichtige solvent = aansprakelijk jegens eigenaar wegens diefstal
  • voller heeft actio furti (niet eigenaar, want die heeft actie uit aanbesteding als voller in gebreke blijft)
  • als voller na actio furti zaak niet kan teruggeven, dan krijgt eigenaar zelf actio furti
  • wie grootste probleem heeft, krijgt actio furti, dus zolang voller geld genoeg heeft, heeft eigenaar geen probleem
134
Q

Wat is de inhoud van kwetsing v. vrije personen?

A
  • mishandeling (fysiek)

- belediging (verbaal)

135
Q

Kwetsing v. vrije personen:

  • inhoud
  • ASH-graad
  • actie (soort, erfelijk?, termijn, boete)
A

INHOUD

  • mishandeling (fysiek)
  • belediging (verbaal)

ASH-graad
- gekwalificeerd opzet (opzet + intentie om te kwetsen)

ACTIE = actie iniuriam

  • zuiver penaal (schade aan vrije personen niet i/t schatten)
  • passief en actief onovererfelijk
  • instellen binnen 1j.
  • berekening boete: voorstel eiser, rechter oordeelt naar billijkheid
136
Q

Som de aansprakelijkheden op voor de drie delicten

A

actio LA = allerlichtste schuld (verwijtbaarheid, maar geen opzet)
furtum = boos opzet
iniuria = gekwalificeerd opzet

137
Q

Som de aansprakelijkheden op voor de drie delicten en wat is essentieel om ASH te hebben bij delicten?

Hoe zit dat bij de quasi-delicten?

A

DELICTEN
verwijt nodig voor ASH!

actio LA = allerlichtste schuld (verwijtbaarheid, maar geen opzet)
furtum = boos opzet
iniuria = gekwalificeerd opzet

QUASI-DELICTEN

  • geen verwijtbaarheid vereist (ook al is die er vaak)
  • risico-ASH (= verbonden met de hoedanigheid v/d persoon, bv. beroep, functie als voogd,…)
138
Q

Wat zijn de kenmerken v/d verbintenissen quasi ex delictu voor herbergier, stalhouder en schipper?

A
  • ASH voor personeel
  • quasi ex delictu, dus buitencontractueel
  • gebaseerd op vooronderstelde schuld
  • culpa in eligendo
  • vordering: actio in factum
139
Q

Wat zijn de kenmerken v/d verbintenissen quasi ex delictu voor bewoners v. bovenetages?

A
  • ASH verbonden met bewoning (niet bezit, dus kan ook huurder zijn)
  • risico-ASH, maar regres is mogelijk (bewoner kan in tweede proces schade doorgeven aan echte dader)
  • actio de deiectis vel effusius (tegen iedere bewoner mogelijk ongeacht schuld of daderschap, niet cumulatief, betaling door één bewoner bevrijdt de anderen maar regresvordering mogelijk)
  • boeteberekening: 2x schade, 50 goudstukken bij doden vrij man, boete naar billijkheid bij verwonding vrij man)
140
Q

Wat zijn de kenmerken v/d verbintenissen quasi ex delictu voor bewoners v. bovenetages?

A
  • ASH verbonden met bewoning (niet bezit, dus kan ook huurder zijn)
  • risico-ASH, maar regres is mogelijk (bewoner kan in tweede proces schade doorgeven aan echte dader)
  • actio de deiectis vel effusius (tegen iedere bewoner mogelijk ongeacht schuld of daderschap, niet cumulatief, betaling door één bewoner bevrijdt de anderen maar regresvordering mogelijk)
  • actio in factum indien uit bv. pakhuis iets naar beneden gegooid door werklieden of leerlingen
  • boeteberekening: 2x schade, 50 goudstukken bij doden vrij man, boete naar billijkheid bij verwonding vrij man, o.a. ook inkomstenderving)
141
Q

Wat is een belangrijk verschil tussen ons contractenrecht en het Romeinse contractenrecht

A

Romeins contractenrecht = gesloten systeem

  • geen algemeen contractenrecht
  • enkel contract wanneer een actie bestaat
142
Q

Wat is het verschil tussen contracten bona fides en contracten naar strikt recht?

A

BONA FIDES
- hoofdbeding is uitbreidbaar en elke uitbreiding is bindend (bv. koop, uitgebreid naar levering, plaats, termijn,…)
- nevenbedingen vormen a.h.w. onderdeel v/d hoofdovereenkomst (worden daardoor meegenomen i/d reguliere contractacties)
- partijen jegens elkaar o.g.v. contract aansprakelijk wanneer handelen in strijd met goede trouw
- moderne termen: redelijkheid en billijkheid
- kan je meer naar eigen inzicht invullen (meer kadercontract, bv. prijs en zaak bij koop, rest invullen)
STRIKT RECHT
- hoofdbeding niet uitbreidbaar (bv. bruikleen = geen rente op uitgeleend geld)
- nevenbedingen enkel aanleiding tot verweermiddel (kunnen enkel beperken)
(nog niet volledig)
- rechter minder ruimte bij bepalen procesbedrag en om rekening te houden met bijkomende afspraken
- actio de dolo (als je wil eisen) en exceptio doli

143
Q

Wanneer wordt het onderscheid tussen contracten bona fides en contracten strictum iuris relevant?

A

wanneer partijen zich willen beroepen op onbehoorlijk gedrag v. andere partij, je moet zorgen dat je juiste actie kiest bij begin procedure

144
Q

Wat zijn de weinige algemene kenmerken van contracten in het Romeins recht?

A

1) prestaties moeten mogelijk zijn (bv. in de handel zijn)
2) ASH gerelateerd aan het belang (utiliteitsbeginsel: meer belang = meer ASH)
3) derden zijn i.b. uitgesloten
4) verzuim vereeuwigt de verbintenis (bv. als slaaf niet geleverd wordt en sterft, dan vervalt de voorwaarde v/d mogelijke prestatie)
5) consensus

145
Q

Wat is een conventio?

A

Overkoepelende term

Elk contract is conventio, maar niet elke conventio is contract, pactum is ook conventio

146
Q

Vanaf wanneer spreek je in het tegenwoordige recht van een contract?

A
  • consensus volstaat i.b.
  • weinig dwingend recht: partijautonomie
  • maar: consumentenbescherming
  • tussen partijen gemaakte afspraken met juridisch relevante inhoud is een obligatoire overeenkomst (waaruit verbintenissen volgen)
147
Q

Wat is het verschil tussen een contract en een pactum?

A
  • pactum = conventio die niet tot de verbintenisscheppende overeenkomsten behoort
  • geen actio, wel een exceptio
  • bv. ruil = niet juridisch afdwingbaar
  • kunnen wel juridisch relevant zijn, rechter moet met pacta rekening houden
148
Q

Wat houdt het gesloten contractsysteem in bij de Romeinen?

A
  • inhoud en vorm zijn al bepaald
  • slechts beperkt aantal contracten kan bron zijn v/e verbintenis en worden bepaald door hun inhoud en vorm
  • beperkte partijautonomie: als men wil dat afspraak afdwingbaar is, dan moet het obligatoire OK zijn
  • door keuze contract wordt deel v/d prestaties weergegeven
149
Q

Wat zijn de openingen i/h gesloten contractensysteem v/d Romeinen? (opsomming)

A
  • stipulatio
  • nevenbedingen
  • Innominaatcontracten
150
Q

Wat is een nevenbeding? + kenmerken

A

nevenbeding = nadere afspraken toegevoegd aan contract (als in Romeins contract waaruit verbintenis ontstaat)

  • uitbreidend bij bona fide-contracten
  • bij BF-contracten afdwingbaar met acties uit hoofdovereenkomst
  • bij contracten stricti iuris alleen beperking hoofdbeding
  • pactum is enkel ter verweer
151
Q

Wat is een stipulatio? + kenmerken

A

stipulatio = voorgeschreven vorm v. vraag en antwoord waarmee partijen afdwingbare verplichtingen i/h leven kunnen roepen (contractus verbis)

  • lege huls: alleen formaliteiten (inhoud kan onbegrensd, als maar aan vorm v. stipulatio is voldaan)
  • wat uit zichzelf niet bindend is, toch bindend maken
  • inhoudsbegrenzing: niet contra bonos mores (mag niet strijdig zijn met wettelijke voorschriften of met OO/GZ)
  • voorbeeld: ruilen koe tegen paard
  • indien partij doof: laten afleggen tegen slaaf of gezagsonderworpen zoon
  • geen geschrift nodig voor totstandkoming (wel voor bewijs)
  • causale stipulatio zegt waarom stipulatio gesloten werd (abstracte niet)
  • één verplichting
152
Q

Wat is een innominaatcontract? + kenmerken

A

innominaatcontract = wederkerige afspraken die niet kunnen worden gekwalificeerd als één v/d benoemde contracten

  • verbintenis ontstaat pas wanneer één v/d partijen de prestatie verricht
  • andere krijgt actie om tegenprestatie te vorderen (actio praescriptis verbis)
  • of kan eigen prestatie terugvorderen (condictio causa data cause non secuta)
153
Q

Wat is een innominaatcontract? + kenmerken

A

innominaatcontract = wederkerige afspraken die niet kunnen worden gekwalificeerd als één v/d benoemde contracten (en waarvan betaling geen afspraak is)

  • verbintenis ontstaat pas wanneer één v/d partijen de prestatie verricht
  • andere krijgt actie om tegenprestatie te vorderen (actio praescriptis verbis)
  • of kan eigen prestatie terugvorderen (condictio causa data cause non secuta)
154
Q

Wat zijn de kenmerken v/e contractus re?

A
  • consensus + levering (afgifte zaak in handen TP)
    (komt dus ook tot stand indien afgifte in handen v. verkeerde, dan is het onverschuldigde betaling)
  • contracten: verbruiklening (strikt R.), bruikleen, bewaargeving, pand
  • bruikleen/verbruikleen afhankelijk v. specieszaken of genuszaken
155
Q

Som de 4 mogelijke wijzen van totstandkoming v/e contract op + minimumvereisten om een geldig contract te hebben

A
  • contractus re (consensus + overhandiging)
  • contractus verbis (consensus + rituele bewoordingen)
  • contractus litteris (consensu + ondertekende schuldbekentnis)
  • contractus consensu (consensus aantonen)
156
Q

Wat zijn de kenmerken v/e contractus verbis?

A
  • consensus + formele bewoordingen (spondesne, spondeo)
  • verbintenis moet kunnen gesteld worden i/e vraag en TP moet kunnen toezeggen
  • stipulatio
  • eenzijdige verbinding promessor
  • bewijsakte (louter ter bewijs v. plaatsvinding stipulatio, niet noodzakelijk voor totstandkoming)
157
Q

Wat zijn de kenmerken v/e contractus litteris?

A
  • consensus + handgeschreven schuldbekentenis
  • klacht over niet-uitbetaalde geld: als kredietverschaffer wil dat eerst schuldbekentenis wordt ondertekend, maar nadien het geld niet verschaft, kan diegene die de schuldbekentenis ondertekende zich hier nadien op beroepen want wanneer het geld dan opgevorderd wordt kan hij zich met de exceptio non nummeratae pecuniae verweren, SE zal dan moeten aantonen dat hij wel geld gegeeven heeft (moet wel binnen de 2 j., nadien bindende schuldbekentenis)
158
Q

Wat zijn de kenmerken v/e contractus consensu?

A
  • consensus volstaat (maar moet aantoonbaar zijn)
  • BF (onbeperkt uitbreidbaar met nevenbedingen)
  • contracten = koop, huur, vennootschap, lastgeving
  • lijken op contracten, maar Romeinen hebben het zo nooit willen noemen: eenzijdige toestemming v. schenking, toezegging bruidsschat
159
Q

Wat zijn pacta nuda?

A

pacta nuda = afspraken buiten gesloten contractensyssteem die niet beschermd zijn

  • hoogstens morele verplichting
  • wederkerige afspraken, maar geen partij is prestatie nagekomen (anders innominaatcontract)
  • eenzijdige toestemming: die geen benoemd contract of stipulatio is
  • doet geen verbintenis (met actio) ontstaan, maar wel verweermiddel (exceptio)
160
Q

Wat is het verschil tussen nietigheid v/e contract en ontkrachting?

A
  • nietigheid: wanneer in strijd met wettelijke regeling (bv. schenkingsverbod tussen echtgenoten, onzedelijke inhoud zoals stipulatio om iemand te vermoorden, onmogelijke prestatie en onmogelijke voorwaarden, dan wordt het onvoorwaardelijk contract)
  • ontkrachting: contract is geldig gesloten, maar kan niet worden afgedwongen omdat belanghebbende partij zich kan verzetten en de verbintenis met verweer wordt ontkracht
161
Q

Kenden de Romeinen ontbinding v/e contract?

A

alleen als het was ingebouwd i/h contract, indien niet dan kon alleen de uitwerking anders zijn

162
Q

Om welke redenen kan een contract ontkracht worden?

A
  • bedreiging
  • bedrog
  • wettelijke bepalingen
  • onzedelijke oorzaak
163
Q

Om welke redenen kan een contract ontkracht worden?

A

BEDREIGING, DWALING OF BEDROG

  • contract blijft geldig
  • twee penale acties als verweer:
  • actio quod metus causa (bij bedreiging) (als gedaagde niet meewerkt aan herstel in oude toestand, veroordeling tot 4x)
  • actio de dolo (bij bedrog) (als gedaagde niet meewerkt, eiser schat belang en rechter beslist naar billijkheid)

WETTELIJKE BEPALINGEN - voorbeelden

  • verbod geld uit te lenen aan gezagsonderworpen zoon zonder toestemming PF (exceptie = exceptio SC Macedonia = vordering tot terugbetaling afweren - kind kan geld houden)
  • vrouw mag zich niet voor ander borg stellen of verbinden voor andermans schuld (exceptio SC Velleiani)

ONZEDELIJKE OORZAAK

164
Q

Wat kan iemand doen wanneer die onder geweld of bedreiging etc. een contract heeft gesloten?

A

(contract blijft geldig!)

maar: twee acties (met penaal karakter) als verzet tegen vordering:
- actio quod metus cause (bij bedreiging)
- actio de dolo (bij bedrog)

165
Q

Welke personen kunnen de nietigheid v/e contract inroepen?

A

(sommige personen beschikken over rechtsmiddel om herstel in oude toestand te vorderen)

  • minderjarigen: bij benadeling door hun onervarenheid of bij vervreemding v. hun OG zonder gerechtelijke toestemming
  • vrouwen wanneer echtgenoot hun grond behorende tot de bruidsschat zonder hun toestemming vervreemdt
166
Q

Kan je volgens het Romeinse recht rechten verkrijgen als derde door het optreden v/e ander?

A

I.b. niet, behalve via slaaf of gezagsonderworpen kind die contract aangaat (PF of meester krijgt deze rechten dan)

  • geen cessie v. vorderingen (persoonlijke vorderingen kunnen niet worden overgedragen)
  • stipulatie tussen 2 partijen kan in 2 gevallen werken voor een derde: bij eigen belang v/d stipulator en bij boetebeding (bv. zie p. 44 in SV)
  • geen derdenbeding (uitzondering!)
167
Q

Kan je volgens het Romeinse recht rechten verkrijgen als derde door het optreden v/e ander?

A

I.b. niet, behalve via slaaf of gezagsonderworpen kind die contract aangaat (PF of meester krijgt deze rechten dan)

  • analoog daaraan vertegenwoordiger lokale overheid verkrijgt rechten voor de gemeenten en curator/voogd voor degenen die aan hun zorg zijn toevertrouwd als zij voor hen iets bedingen (uitzonderingen op mogelijkheid verkrijgen rechten via vertegenwoordiging)
  • geen cessie v. vorderingen (persoonlijke vorderingen kunnen niet worden overgedragen)
  • stipulatie waarbij stipulator beding dat prestatie zal worden verricht voor derde die geen partij is = onmogelijk (behalve bij eigen belang v/d stipulator en bij boetebeding)
  • geen derdenbeding (uitzondering!)
168
Q

Wat is de uitzondering op de onmogelijkheid v/e derdenbeding i/h Romeins recht?

A
  • geld uitgeleend op verzoek v/e ander en in diens naam, dan is het die andere die kan terugvorderen en niet diegene die heeft uitbetaald
  • praetorische stipulaties: iemand belooft op bevel v/d rechter iets ten behoeve v. afwezige (bv. uitbetaling v/h vonnis)
169
Q

Wat is het verschil tussen species- en genuszaken?

A

SPECIES = individuele zaak

  • meeste zaken, geen massaproductie bij Romeinen (behalve bv. dakpannen)
  • impossibilim nulle obligatio
  • voorbeeld: slaaf die sterft kan niet vervangen worden
  • besluit: zaak opgehouden te bestaan = leveren onmogelijk en verbintenis onmogelijke dingen verdwijnt
  • kan soms aan SA worden toegerekend (evt. SV)

GENUS = soortzaak

  • vervangbaar want niet uniek
  • bepaald naar maat, gewicht, getal (bv. geld, olie)
  • verbintenis kan niet onmogelijk worden
170
Q

Wat als een nog mogelijke prestatie niet wordt nagekomen?

A
  • genus non perit (gaat nooit verloren)
  • beroep op overmacht gaat niet
  • ASH voor debiteur
171
Q

Wat als een onmogelijk geworden prestatie niet werd nagekomen?

A
  • toerekenbaarheid aan SA hangt af v. reden waarom prestatie onmogelijk is geworden
  • de grens = criterium = ASH-graad
172
Q

Hoe werd bij de Romeinen de grens tussen toerekenbaar en niet-toerekenbaar tekortkomen getrokken? Wat is het verschil met nu?

A

individueel per contractstype vastgesteld
oorzaak vaststellen waardoor verbintenis niet meer kan worden uitgevoerd:
- natuurrampen en grote calamiteiten (vis/casus maior caeli en vis maior paedonis)
- toeval (zonder schuld SA) (casus minor: bv. diefstal buiten schuld SA of zaaksbeschadiging door derden)
(tegenwoordig: overmacht en toeval als algemene oorzaken)

173
Q

Met welk fenomeen krijgen we te maken bij het toerekenbaar tekortkomen bij onmogelijk worden v/d prestatie?

A

aansprakelijjkheidsgraden

174
Q

Wat is het utiliteitsbeginsel en welk voorbeeld illustreert het goed?

A

standaardaansprakelijkheid

utiliteitsbeginsel = ASH is gerelateerd a/h nut dat men bij het contract heeft, hoe groter het nut, hoe groter de ASH

voorbeeld: beide zaak onder je, maar bruikleen (je mag gebruiken) verschilt van bewaargeving (je mag niet gebruiken)
bruikleen: culpa + dolus: grotere ASH, voor opzet, maar ook als iemand de zaak zou stelen, want je hebt custodiaplicht
bewaargeving: enkel dolus: enkel voor wat door jouw opzet met zaak verkeerd gaat (bv. zaak onder bewaring gewoon op straat zetten en iemand neemt het mee)

175
Q

Hoe kan de ASH afwijken v/d standaard-ASH?

A
  • belang voor partijen in concreto (kan grond zijn om grotere zorgvuldigheid te eisen dan onder normale omstandigheden)
  • zaak buiten contractuele grenzen brengen, zelfs bij overmacht (bv. zaak voor binnen in bruikleen hebben en buiten gebruiken)
  • bewaarnemer neemt op eigen initiatief iets in bewaring
  • nadere regeling in nevenbeding (alleen afdwingbaar bij BF-contracten): contract heeft al ASH, maar men kan die zwaarder maken
176
Q

Hoe kan de ASH afwijken v/d standaard-ASH?

A
  • belang voor partijen in concreto (kan grond zijn om grotere zorgvuldigheid te eisen dan onder normale omstandigheden)
  • zaak buiten contractuele grenzen brengen, zelfs bij overmacht (bv. zaak voor binnen in bruikleen hebben en buiten gebruiken)
  • bewaarnemer neemt op eigen initiatief iets in bewaring
  • nadere regeling in nevenbeding (alleen afdwingbaar bij BF-contracten): contract heeft al ASH, maar men kan die zwaarder maken
177
Q

Wat zijn de gevolgen v/h al dan niet toerekenen v/e tekortkoming?

A

als iemand aansprakelijk is:

  • schadevergoeding tot hoogte v. zijn belang
  • opschorting andere prestatie (ENAC)
178
Q

Wat is het risico in technische zin?

A

wie draagt het financieel nadeel bij overmacht (bv. als specieszaak tenietgaat door iets dat aan niemand te wijten is zoals een blikseminslag)

  • hoofdregel: casum sentit dominus (niemand concreet aansprakelijk, dan is eigenaar aansprakelijk)
  • bij koop: periculum est emptoris (kopier draagt risico: moet koopwaar betalen en krijgt koopwaar niet geleverd)
  • verschil met nu: koopbelofte = koopcontract = eigendom gaat over
  • bij Romeinen: risico gaat over bij koopcontract, zelfs wanneer nog geen eigenaar en dus voor de levering
179
Q

Waarom is het een logische redenering dat een slaaf die neergebliksemd wordt niet meer moet geleverd worden, maar wel betaald?

A
  • slaaf = specieszaak - verbintenis tot leveren gaat teniet als zaak teniet gaat
  • betaling = genuszaak - verbintenis te leveren kan niet teniet gaan
180
Q

Wat wordt bedoeld met verzuim en wat moet de SE doen?

A

verbintenis wordt niet nagekomen, maar is wel nog steeds mogelijk

SE moet ingebrekestelling sturen met termijn om alsnog prestatie te verrichten

181
Q

Wat wordt bedoeld met mora debitoris en mora creditoris?

A

MORA DEBITORIS (schuld bij debiteur)

  • vereeuwiging verbintenis: SA kan zich niet meer disculperen of op overmacht beroepen
  • moratoire intresten: rente over vordering verschuldigd

MORA CREDITORIS (schuld bij SE, bv. niet thuis zijn als men komt leveren)

  • beperking ASH debiteur (alleen nog aansprakelijk voor dolus)
  • recht op vergoeding schade die voortvloeit uit vertraging, moet vergoed worden aan debiteur tot deze vergoed is kan die eigen prestatie opschorten
182
Q

Waarom is verzuim relevant?

A

feit dat iets had gekund maar niet gebeurd is, doet iets met het risico, met de ASH

183
Q

Wat is het verschil tussen het recht vandaag en het Romeins recht wat betreft ontbinding?

A

in R.R. geen principieel recht op ontbinding, geen algemene mogelijkheid

  • contract is contract
  • ontbinding maar mogelijk bij één v/d 3 ontbindende voorwaarden, nl.

1) vervalbeding
2) voorbehoud v. beter bod
3) koop op proef

Ontbinding in uitzonderlijke gevallen:

1) laesio enormis (benadeling v. meer dan de helft)
2) verborgen gebreken bij koop

184
Q

Wat is het verschil tussen contracten en quasi contracten?

A

Bij quasi contracten mist consensus

185
Q

Wat zijn de 4 reële contracten (contractus re) en wat is het wezenskenmerk v. deze contracten?

A
  • verbruikleen
  • bruikleen
  • bewaargeving
  • pand/hypotheek

consensus én zaak (res) moet door TP in ontvangst worden genomen (traditio)

186
Q

Wat zijn de kenmerken van verbruikleen?

A
  • strictu iuris
  • genuszaak
  • eigendom gaat over
  • slechts één verbintenis = teruggave (zelfde hoeveelheid v. dezelfde soort en kwaliteit)
  • genus perire non potest (dus kan je niet beroepen op overmacht)
  • condictio = vordering bij niet-nakoming v/e teruggave
  • er kan maar mutuum zijn voor zover er gegeven is, meer is niet mogelijk (wegens stricti iuris)
187
Q

Waarom kan bij verbruikleen niet worden afgesproken dat er bijvoorbeeld 1000 meer teruggegeven moet worden?

A

nevenbeding bij strikt iuris kan alleen als verweer dienen
dus als minder was afgesproken kan je dat afdwingen met nevenbeding, maar als meer is afgesproken niet want nevenbeding kan lening niet groter maken, geen rente
dus: debiteur moet maximum terugbetalen wat hij heeft ontvangen, minder kan wel als er consensus was in nevenbeding

188
Q

Hoe kan aan een verbruikleen wel rente toegevoegd worden?

A
  • in aparte stipulatio (2de contract) want verbruikleen is strictu iuris (afdwingbaar met actie voor stipulatio, maar niet met de condictio)
  • via oneigenlijke bewaargeving v. soortzaken (is BF-contract en daarbij kan wel nevenbeding overeengekomen worden waarin rente staat en kan afgedwongen met vorderingen uit hoofdovereenkomst)
    (want: als je andermans geld gebruikt is het redelijk dat je daar een rente voor betaalt, dat is voorbeeld v/d objectieve goede trouw waar BF voor staat)
189
Q

Wat zijn de kenmerken v. bruikleen?

A
  • bona fides: dus eventuele nevenbedingen zijn ook afdwingbaar want rechtsverhouding steunt op billijkheid en redelijkheid)
  • genus- én specieszaken
  • eigendom gaat niet over (eigenaar is middellijke bezitter, houder is onmiddellijke bezitter)
  • één hoofdverbintenis = zelfde zaak teruggeven (in goede staat en op afgesproken tijdstip)
  • bij soortzaken: niet verbruiken
  • aansprakelijkheid = custodia
  • actio commodati directa (= vordering tot teruggave voor bruikleengever, evt. met SV)
  • actio commodati contraria (= vordering tot terugbetaling kosten voor bruikleennemer, heeft ook retentierecht)
190
Q

Wat zijn de kenmerken v. bruikleen?

A
  • bona fides: dus eventuele nevenbedingen zijn ook afdwingbaar want rechtsverhouding steunt op billijkheid en redelijkheid)
  • genus- én specieszaken
  • eigendom gaat niet over (eigenaar is middellijke bezitter, houder is onmiddellijke bezitter)
  • één hoofdverbintenis = zelfde zaak teruggeven (in goede staat en op afgesproken tijdstip)
  • bij soortzaken: niet verbruiken
  • aansprakelijkheid = custodia (dolus + culpa)
  • actio commodati directa (= vordering tot teruggave voor bruikleengever, evt. met SV)
  • actio commodati contraria (= vordering tot terugbetaling kosten voor bruikleennemer, heeft ook retentierecht)
191
Q

Wat zijn de kenmerken van bewaarneming?

A
  • roerende zaken (genus en species)
  • eigendom gaat niet over
  • bewaarnemer mag zaak niet gebruiken (anders furtum)
  • eigenaar = middellijke bezitter
  • houder = onmiddellijke bezitter
  • één hoofdverbintenis = teruggeven v/d in bewaring genomen zaak
  • actio depositi directa = vordering voor bewaargever voor teruggave
  • actio depositie contraria = vordering voor bewaarnemer voor eventuele kosten
  • ASH = dolus, lichte ASH (tenzij bewaarnemer wordt betaald of die zelf had aangeboden te bewaren)
192
Q

Welke 3 nevenvormen van bewaargeving hebben we besproken?

A

1) bewaargeving uit nood (oproer, brand, instorting, schipbreuk)
2) oneigenlijke bewaargeving (eigendom gaat wel over en rente kan ook)
3) professionele bewaarder (sequestratio)

193
Q

Wat is een sequester?

A
  • professionele bewaarder
  • 2 partijen procederen over zaak en die wordt in bewaring gegeven tot vonnis
  • sequester geeft zaak aan winnende partij
  • actio depositi tegen sequester
194
Q

Wat zijn de kenmerken v/e contractus verbis?

A
  • strictu iuris
  • stipulatio (bv. voor rente bij bruikleen)
  • partijen: stipulator en promessor
  • formele bewoordingen (spondesne, spondeo)
  • beide partijen moeten aanwezig zijn (ook kind of slaaf)
  • schriftelijke akte niet nodig voor totstandkoming, wel voor bewijs
  • één verbintenis: promessor (indien twee verbintenissen, bv. ruil, 2 stipulatios)
  • lichte ASH (want bewust gehandeld, factum)
  • acties alléén voor stipulator: condictio (bij specieszaak, vastgesteld geldbedrag of hoeveelheid soortzaken) en actio ex stipulation (als prestatie bestaat uit handelen)
  • causaal (met reden) of abstract (zonde reden)
195
Q

Wat zijn de kenmerken v. koop/verkoop-contracten?

A
  • wederzijdse hoofdverplichtingen (leveren/betalen)
  • consensus over zaak en prijs
  • zaak moet nauwkeurig bepaald zijn
  • handelingsbekwaamheid vereist
  • beschikkingsbevoegdheid niet vereist
  • BF, dus SV kon geëist worden
  • andere afspraken: dicta et promessa
196
Q

Wat is een variant op het koopcontract die we hebben gezien?

A

koop com scriptura (slechts minderheid)

  • schriftelijke vorm v/h koopcontract
  • indien partijen voor deze schriftelijke vorm kiezen, dan komt contract pas tot stand op moment dat de akte is ondertekend
197
Q

Wat is laesio enormis?

A

wanneer veel te lage prijs overeengekomen wordt: contract komt tot stand maar de verkoper kan wegens disproportionele betaling ontbinding koopcontract vorderen (vandaag)

198
Q

Waarom is beschikkingsbevoegdheid i.t.t. bij ons, bij de Romeinen niet nodig? Waarom moet verkoper bij de Romeinen niet per se de eigenaar zijn?

A

Bij ons:
- eigendomsovergang op moment contract (kan dus enkel als verkoper eigenaar was)

Bij Romeinen:

  • eigendomsovergang pas bij levering (beschouwden koop vanuit koop op de markt)
  • dus koop kon totstandkomen, maar problemen zullen rijzen bij eigendomsoverdracht (levering)
199
Q

Waarom moest bij de Romeinen geen eigendom worden overgedragen bij kop en aleen bezit?

A

komt nog uit het oudere recht waarbij eigendom nog geen uitgekristalliseerd begrip was, maar eerder een soort positie van rechtsbescherming dan een abstract recht op zich

200
Q

Wat zijn de verplichtingen v/d verkoper?

A
  • vacua possessio = bezit overdragen (geen eigendom
  • promissor in stipulatio is daartoe wel verplicht)
  • geen dolus begaan
  • vrijwaren tegen uitwinning (actie v. eigenaar, pandcrediteur, vruchtgebruiker, vermeende slaaf)
    (uitwinning: als verkoper geen onbelaste eigendom overdraagt, moet hij ervoor instaan dat koper ongestoord bezit kan hebben

o Slaagt de verkoper in het verdedigen van de koper of stelt hij de eiser schadeloos, dan voldeed hij aan zijn verplichtingen.
o Als koper zelf de verdediging op zich moet nemen en verliest, zal hij de verkoper met de actie uit koop (actio empti) wegens uitwinning kunnen aanspreken voor zijn belang.

  • vrijwaren tegen verborgen gebreken (maar caveat emptor: koper moet voorzichtig zijn) (actio redhibitoria en actio quanti minoris)
  • custodiaplicht tot aan levering
201
Q

Welke acties had de koper bij verborgen gebreken?

A

acties voor de koper

  • actio redhibitoria: vordering binnen halfjaar, koop terugdraaien en verkoopprijs terugbetalen
  • actio quanti minoris: vordering binnen jaar, vermindering koopprijs voor wat hij zou betalen indien kennis v/h gebrek
202
Q

Wat zijn de algemene kenmerken van huur-verhuur bij de Romeinen?

A
  • consensueel
  • zaak, arbeid of bepaald werk
  • actio locatio en actio conducti
  • bona fides: nevenbedingen behoren tot contract
  • verschillende verplichtingen, ASH-graden en risicoverdeling
203
Q

Hoe kan de pachter toch beschermd zijn wanneer het land verkocht wordt dat hij pacht?

A
  • pachter alleen rechten tgo verpachter
  • als verpachter grond verkoopt en in koopcontract nevenbeding opneemt dat pachter beschermt, dan kan verpachter schade verhalen bij koper wegens schending nevenbeding
204
Q

Wat zijn de kenmerken van huur/pacht (locatio-conductio rei)?

A
  • locator = verhuurder (genot en gebruik v/d zaak afstaan) (intentioneel element is zorgvuldigheid materieel element is goede zaak uitzoeken, anders culpa in eligendo)
  • conductor = huurder (huur/pacht betalen + zaak in goede staat teruggeven) (meest nauwgezette zorgvuldigheid)
  • variant op pacht: deelpacht (= deel v. opbrengst afstaan in natura)
  • geen huurbescherming (koop breekt huur, vandaag anders)
  • risicoverdeling: natuurramp en grote calamiteiten voor verpachter, toeval voor pachter
205
Q

Wat zijn de kenmerken v/d Romeinse vennootschap?

A
  • twee of meer vennoten werken samen voor gemeenschappelijk belang (winst of gezamenlijk beroep)
  • géén RPH (dus nog geen bescherming als afgescheiden vermogen)
  • winst/verlies onderling verrekend (maar géén societas leonina = leeuwenbeding verboden, dus geen vennoot die uitsluitend in de winst deelt)
  • ontbinding door dood/opzegging vennoot
  • zorgvuldigheid als voor eigen zaken (eigen schuld voor wie onzorgvuldig vennoot uitkiest, want eigen zaken is maatstaf)
  • actio pro socio (= contractuele vordering voor vennoten): beheerst door goede trouw, bruikbaar om afrekening te eisen, ontbinding of liquidatie te vorderen
206
Q

Wat is een lastgeving of opdracht? + kenmerken

A

= opdrachtnemer (mandatarius/procurator) verbindt zich ertoe om iets te doen voor de opdrachtgever (principaal, mandator)

  • om niet of tegen beloning (anders zou het aanneming v. werk zijn)
  • eens begonnen moet je verder uitvoeren
  • opdrachtnemer aansprakelijk voor dolus en culpa
  • actio mandati directa (= prestatie afdwingen, vordering voor lastgever tegen lastnemer)
  • actio mandati contraria (= voor kosten en evt. honorarium, actie voor lastnemer tegen lastgever)
  • ontbinding: dood v/e partij of opzegging door beide partijen
207
Q

Wat i een pactum legitimum (schenking)?

A

= iets geven met bedoeling dat het direct v/e ander wordt en in geen geval terugkeert

  • alleen o.g.v. vrijgevigheid, gulheid of om ander te belonen
  • totstandkoming door vormvrije, aanvaarde toezegging
  • aanvaarde toezegging = schenker verplicht begunstigde bezit te verschaffen (begunstigde heeft zelfs vordering tot nakoming)
  • herroepbaar bij wangedrag begiftigde
  • verboden tussen echtgenoten
  • vanaf bepaald bedrag registratie vereist
  • schenking terzake des doods is herroepbaar
  • schenking kan onder last, afdwingbaar met actio praescriptis verbis (bepaling aan schenking koppelen, bv. slaaf schenken die na 3j. vrijgelaten moet worden)
208
Q

Welke 3 quasi contracten (verbintenissen quasi ex-contractu) hebben we besproken?

A

1) zaakwaarneming (bona fide)
2) onverschuldigde betaling (stricti iuris)
3) ongerechtvaardige verrijking

209
Q

Wat zijn de kenmerken v. zaakwaarneming?

A
  • zaakwaarnemer voorkomt aanslag op het vermogen v/d principaal
  • “mandaat zonder consensu”
  • verbintenissen a.h.w. uit contract
  • zaakwaarnemer = diegene die handelt
  • principaal = diegene in wiens belang wordt gehandeld
  • eens begonnen, moet tot goed einde worden gebracht (maar: slechts inspanningsverbintenis, kosten moeten vergoed worden ook indien doel niet bereikt)
  • zaakwaarnemer moet kosten dragen die voortvloeien uit onbehoorlijke zaakwaarneming
  • actio negotiorium gestorum directa en contraria
  • ASH is omstreden (lichte schuld of nauwgezette zorgvuldigheid?)
  • na verbod tot waarnemen slechts actie bij verrijking principaal (moet kosten dus niet meer betalen die gemaakt zijn na verbod v. verdere inmenging)
  • oneigenlijke zaakwaarneming (p. 57 SV)
210
Q

Wat is de onverschuldigde betaling? (+ kenmerken)

A
  • “verbruiklening zonder consensus”
  • betaling of levering bij vergissing
  • vergissing over feiten (!) (bv. onjuiste vooronderstelling dat prestatie verschuldigd was)
  • geen vergissing over rechtsregels (rechtsdwaling) want iedereen geacht het recht te kennen
  • dus: niet bewust (indien bewust = schenking)
  • eigendom gaat over zonder titel
  • condictio indebiti = actie v. strikt recht om onverschuldigde betaling terug te vorderen (3 voorwaarden op andere slide)
211
Q

Wat zijn de 3 voorwaarden voor de condictio indebiti?

A

1) gezamenlijke handeling: partijen zijn bij elkaar geweest
2) eigendomsoverdracht: dus niet geven v/e zaak of verschaffen v. bezit is geen onverschuldigde betaling
3) behouden zonder rechtsgrond: wanneer er geheel geen rechtsgrond is of bij schenking onder opschortende voorwaarde en die voorwaarde valt weg

212
Q

Wat is een condictie een veelzijdige actie? Noem nog enkele condicties die we gezien hebben

A

formula waarin staat dat ‘indien blijkt dat A aan B iets moet, dan moet u hem hiervoor veroordelen en anders moet u vrijspreken’

  • geen reden waarom, niet aan specifieke situatie gebonden
  • komt heel veel voor (p. 58 SV)
  • condictio furtiva
  • condictio causa data causa non secuta
  • condictio ob turpem causam
  • condictio iuventiana
213
Q

Wat kennen wij vandaag dat bij de Romeinen wel al wortels had, maar nog geen concrete rechtsfiguur bestond?

A

“ongerechtvaardigde verrijking” - Romeinen hadden dat wel uitgesproken als algemeen beginsel, maar heeft nooit in het edict v/d praetor gestaan

Aanknopingspunten:

  • aangepaste zaakwaarnemingsactie
  • actio de rem in verso
  • condictio iuveniana
  • hereditatis petitio

Vooral in ME stevig mee bezig geweest

214
Q

Wat is een condictie? Noem nog enkele condicties die we gezien hebben

A

Condictie = persoonlijke actie van strikt recht tot terugvordering van een bepaalde geldsom of zaak.

formula waarin staat dat ‘indien blijkt dat A aan B iets moet, dan moet u hem hiervoor veroordelen en anders moet u vrijspreken’

  • geen reden waarom, niet aan specifieke situatie gebonden
  • komt heel veel voor (p. 58 SV)
  • condictio furtiva
  • condictio causa data causa non secuta: je eigen prestatie terugvorderen
  • condictio ob turpem causam: ontvangst van het geld of goed door de aangesprokene een daad was geweest in strijd met de goede zeden
  • condictio iuventiana: vordering toegekend terwijl tussen SE en gedaagde geen contact is geweest, ze hebben geen verbintenis willen nakomen, maar langs een omweg is het geld waar de één recht op had bij de ander terechtgekomen
215
Q

Hoe is het CIC in Italië geïntroduceerd?

A
  • West-Romeinse rijk was al gevallen, maar Justinianus verovert Italië wel nog
  • Sanctio Pragmatica pro petitione Vegilii (554)
  • pragmatieke sanctie: keizerlijke beslissing om CIC in te voeren in Italië in samenwerking met paus Vigilius
  • Vigilius deed zich voor als rechterhand v. god en Justinianus heeft hem kunnen overtuigen om CIC als geldend recht in te voeren
  • de tekst van Vigilius gaf hem hier dus toestemming voor
216
Q

Wat was de politieke achtergrond voor de pragmatische sanctie?

A
  • twee zwaardenleer
  • paus vertegenwoordiger geestelijke macht en keizer vertegenwoordiger wereldlijke macht
  • kregen elk een zwaard van goed
  • geestelijke macht staat boven wereldlijke macht want keizer houdt beugel v/h paard vast waar paus op zit
  • paus beweert dus belangrijker te zijn dan de keizer en ijvert voor scheiding tussen hen en voor het zelf benoemen v. bisschoppen
217
Q

Van wanneer dateren de Instituten van Gaius ongeveer?

A

160 n.Chr.

218
Q

In welke periode situeert het Romeinse juristenrecht zich vooral en waaruit bestond het zoal?

A
  • klassieke periode: 100 v.Chr. - 250 n.chr.

- diverse commentaren (o.a. op het edict en op andere juristen)

219
Q

Uit welke periode stamt het meeste keizerlijke recht en wat was de naam en de inhoud hiervan?

A
  • principaat (va. 27 v.Chr.) - Dominaat (284-565 n.chr.)

- constitutiones (beslissingen in processen, algemene normen)

220
Q

Waaruit bestond het CIC v. Justinianus?

A
  • Institutiones (533): leerboeken, inleiding v/h recht + wetboek (algemeen)
  • Digesten (533): fragmenten v. Klassieke Romeinse juristen (casuïstisch)
  • Codex (529/234): verschillende onderwerpen, antwoorden v. keizers onder mekaar, beslissingen voor concreet geval
  • Novellen (na 534): geheel v. nieuwe wetgeving, alles wat na Justinianus is uitgevaardigd
221
Q

Is er tijdens de middeleeuwen veel gevonden over het Romeinse recht?

A

weinig te vinden over de teksten

‘duistere’ middeleeuwen

222
Q

Vertel iets over de school v. Bologna.

A
  • 1088
  • CIC vanaf dan tot codificaties in 19e E. basistekst voor juridisch onderwijs in Europa
  • oprichting universiteit Bologna (nadien ook andere steden in Europa)
  • opnieuw bezig met juridisch onderwijs waarbij teksten v. Justinianus worden gebruikt
  • zijn boeken worden van onder het stof gehaald en opnieuw centraal punt v/d rechtenopleiding (pas in 17de E. concurrent v. natuurrecht, daarna van landen die eigen wetboeken hebben)
  • ging fundament vormen voor ME en latere rechtswetenschap
223
Q

Vertel iets over de glossatoren.

Wie was de eerste glossator, wat waren zijn glossetekens en wie waren zijn vier leerlingen en hoe werden ze genoemd?

A
  • Italiaanse juristen die zich in Bologna rond 1100 bezighielden met studie en onderwijs R.R.
    personen die glossen maken
  • glossen = verklarende kanttekeningen (marginale of interlineaire)
  • ook kruisverwijzingen
  • ook allegaties (= aanhalen andere teksten) via similia of contraria
  • rond 1260: CIC door glossen beschreven
  • naast glossen: collegedictaten, samenvattingen, discussies
    ***
    eerste glossator = Irnerius, +/- 1120
    glossetekens: Y. of Yr.
    leerlingen (quattuor doctores):
  • Bulgarus (standaardmening, strikt recht)
  • Martinus (creatieve oplossingen, billijkheid)
  • Jacobus
  • Hugo
224
Q

Vertel iets over de postglossatoren/commentatoren.

A
  • schrijven meer in losse boeken

- op basis v. praktisch geval een oplossing zoeken

225
Q

Vertel iets over de humanisten.

A
  • 16de E. (FR)
  • historische benadering: gaan op zoek naar meest zuivere tekst (en dus niet die v/d glossatoren)
  • streven naar oorspronkelijk Justiniaans recht en zetten zich af tegen de ME
  • interpolatiekritiek (waren tegen compilaties en interpolaties)
  • (interpolaties = schrappen/wijzigen v. verouderde teksten, tegenspraak wegwerken hoewel dat soms zelf voor tegenspraak zorgde)
226
Q

Vertel iets over het natuurrecht en de historische school.

A

NATUURRECHT
= poging om het recht v/e andere kant te bekijken, uitgaan v. wat je nodig hebt om een rechtssysteem op te bouwen (studeerkamerrecht)
- gaat uit v/d rede i.p.v. overgeleverd R.R.
- eerste serieuze concurrent voor R.R. (geen basis in CIC, althans niet bewust)
- wortels in Spaanse laatscholastiek
- recht ontwikkeld door de rede i.p.v. door boek (cf. Verlichting), soort ideaalrecht
- was oorspronkelijk meer religieus, maar Hugo de Groot (centrale figuur) bracht daar verandering in

HISTORISCHE SCHOOL

  • op zoek naar de bronnen/wortels v/h recht (dat was R.R.)
  • komen tot wetboek dat dicht bij R.R. ligt (i.t.t. code civil: beïnvloed door Natuurrecht)
  • Duitse school hard beïnvloed door Digesten v. Justinianus (sommige teksten komen gewoon terug)
227
Q

Wat zijn de 5 verschillen tussen het Romeinse recht en het hedendaags privaatrecht?

A

1) Romeins privaatrecht > huidig privaatrecht
2) Procesrecht staat voorop in R.R. (en niet materieel recht)
3) R.R. gaat uit v. concrete casuspositie (i.p.v. geschreven wettekst of algemeen rechtsbeginsel)
4) Romeinse staat was nog géén rechtsstaat (dus geen secundaire rechtsregels)
5) andere hiërarchie i/d rechtsbronnen (verhouding wetgeving, rechtspraak en rechtswetenschap is veranderd in de tijd, toen juridische oersoep)

228
Q

Geef de chronologie algemeen en die van de Romeinen.

A

Klassieke Oudheid: 500 v.Chr. - 500 n.Chr.
ME (500-1500)
Nieuwe tijd (1500-2005)
***
Koningstijd (753/650 v.Chr. - 509 v.Chr.)
Republiek (509 v.Chr. - 27 v.Chr.)
Principaat (27 v.chr. - 284)
Dominaat (284 - 476/565 val WRR of 1453 val ORR)

229
Q

Waarom zijn er voor de start v/d Koningstijd 2 verschillende data?

A

753 v.Chr. volgens Romeinse geschiedenis (stichting Rome)

650 v.Chr. archeologisch materiaal is niet ouder, dus beginpunt gebaseerd op archeologie

230
Q

Wat was kenmerkend voor de Koningstijd?

A

Absoluut koningsschap

  • koningen hadden imperium (= ongedeelde staatsmacht)
  • Romeinen geregeerd door Koningen (alles was zaak v/d konig en zijn mannetjes)
231
Q

Hoe wordt de macht beperkt in de Republiek?

A
  • twee consuls
  • collegialiteit: controle v. elkaar en door elkaar (= beveiliging tegen dictatuur)
  • annuïteit: max. 1 jaar
  • in noodgeval wel mogelijkheid tot aanstelling dictator voor halfjaar
  • op de duur ook ambtsdeling bij andere magistraten (praetoren, censoren, aedielen, quaestoren, volkstribunen)
232
Q

Tussen welke 2 bevolkingsgroepen was er een machtsstrijd i/d Republiek en waartoe heeft deze machtsstrijd uiteindelijk geleid?

A
  • patriciërs (adel)
  • plebejers (volk)
  • (slaven uitgesloten)

gevolg: staking op de heuvel door plebejers (patriciërs doen toegevingen)

233
Q

Wat was de taak van de juristen tijdens de Republiek?

A
  • cavere: opstellen juridische documenten
  • respondere: juridisch advies geven
  • agere: procesbijstand voor de praetor verlenen
234
Q

Wat was het belang van de jurist Quintus Mucius Scaevola? (+ periode)

A
  • 100 v.Chr.
  • toepassing onderscheid genus (algemeen) en species (bijzonder) op het recht
  • geeft aanzet tot wetenschappelijke benadering (ontstaan v. verschillende scholen)
235
Q

Waarin verschilt het Principaat v/d Republiek?

A
  • ‘light fase’ van de Keizertijd
  • nieuwe functie (eerste keizer = Augustus) die uitdrukkelijk bovenaan staat (dus net nog trapje hoger dan consuls, praetoren,…)
  • doen alsof Republiek nog bestaat
236
Q

Wat was de machtsbasis v/d keizer in het Principaat?

A
  • imperium proconsulare maius
  • tribunicia potestas = vetorecht in Rome
  • auctoritas = persoonlijk gezag
237
Q

Wat waren de juridisch belangrijke gebeurtenissen i/h Principaat?

A
  • 212 n.Chr.: Constitutio Antoniniana: bijna alle vrije inwoners v/h Romeinse rijk verkrijgen Romeins burgerschap
  • ander proces: cognitio extraordinaria komt op vanuit de keizerlijke provincies
238
Q

Wat waren de rechtsbronnen tijdens het Principaat?

A

VERSCHILLENDE TYPEN CONSTITUTIONES (= keizerlijke wetgeving, nieuwe rechtsbron)

  • rescripta: terugschrijvingen met oplossing voor één concreet geval, door keizerlijk kanselarij (ambtenarenapparaat)
  • decreta: gerechtelijke uitspraken v/d keizer
  • mandata: opdrachten (keizerlijke ambtsinstructie)
  • edict: keizer kon als ambtnaar ook edciten maken

WETTEN (tot na 96 n.Chr.)

EDICTEN

  • vastlegging in Edictum Perpetuum (+/- 130 n.Chr.) in opdracht v. keizer Hadrianus
  • inperking zelfstandige betekenis edicten (worden minder belangrijk)
  • praetor gaat geen nieuwe edicten meer uitbrengen, geen jaarlijkse vervanging meer (wel aanpassingen aan formula mogelijk)

SENAATSBESLUITEN

  • worden belangrijker
  • nemen deel v/d verdwenen volksvergadering over

JURISTENRECHT

  • gestuurd door keizer (verlening ius respondendi, nl. recht om openbaar namens keizer juridisch advies te geven, soort keurmerk aan bepaalde juristen verleend door keizer)
  • daardoor vaak advies in voordeel v/d keizer
  • subtiele beperking zelfstandigheid juristen
239
Q

Wie waren de belangrijkste juristen:

  • bij het begin v/d jaartelling?
  • rond 160 n.Chr.
  • 3e eeuw
A

BEGIN JAARTELLING

  • Sabinianen: Sabinus en Cassius
  • Proculianen: Proculus en Labeo

ROND 160 n.Chr.
- Gaius

3e EEUW

  • hofjuristen Papianus, Ulpianus (tabel inkomstenderving) en Paulus
  • beantwoorden juridische vragen v/d keizer
240
Q

Wat was kenmerken voor het Dominaat?

A
  • meer absolutistisch vorstenschap
  • minder diplomatie dan in Republiek
  • keizer = echte keizer
  • iedere schijn dat het om een republiek ging, viel weg
  • het wordt een rommeltje
241
Q

Wie was de eerste keizer tijdens het Dominaat?

A

Diocletianus

242
Q

Wat was kenmerkend voor de instituties tijdens het Dominaat?

A
  • rijksdeling oost en west
  • tetrarchie = vier mannetjes bovenaan
  • twee augusti (keizers)
  • twee caesers (hulpkeizers, opvolgers)
243
Q

Wat werd een tweede belangrijke organiserend factor tijdens het Dominaat?

A

opkomst christendom

  • belangrijke organiserende factor
  • sociale vrede bewaren
244
Q

Wat waren de rechtsbgronnen tijdens het Dominaat?

A
  • keizerlijke wetgeving nu ook in vorm v. leges generales (= algemene wetten die gelden voor alle gelovigen)
245
Q

Wie deden een eerste poging tot codificering v/h Romeinse keizerlijke recht?

A

Gregorianus en Hermogenianus (rond 300)

op privé initiatief voor we het nodig had en wie het kon betalen

246
Q

Citeerwet: jaartal + doel

A

426: ordening juristenrecht als praktische oplossing
- alleen Paulus, Ulpianus, Gaius, Modestinus en Papianus mochten worden geciteerd
- waren wellicht op de meeste plaatsen wel beschikbaar

247
Q

Wat was het doel v. Justinianus’ zijn wetgevingsproject?

A

wou rijk bij mekaar brengen en rechtseenheid creëren

was eerder compilatie dan codificatie

248
Q

uit welke onderdelen bestond de Justiniaanse wetgeving?

A

CODEX (leges)

  • verzameling keizerlijke recht
  • vervangt Codex Theodosianus

INSTITUTIONES

  • naar het voorbeeld van Gaius, maar geactualiseerd
  • leerboeken, inleiding i/h recht

DIGESTEN (ius)

  • verzameling juristenrecht (‘knipselkrant’)
  • lastigste gedeelte
  • afkortingen- en commentarenverbod

NOVELLEN

  • nieuwe keizerlijke wetgeving
  • niet meer door Justinianus zelf gebundeld
249
Q

Wat was het probleem voor de school v. Bologna en de Duitse keizer Barbarossa?

A
  • wou nieuwe constituties toevoegen
  • Italië verzette zich
  • uiteindelijk aanvaarden de 4 doctores het gezag van de keizer
  • in ruil werd de school v. Bologna autonoom verklaard
250
Q

Wat was de controverse tussen Bulgarus en Martinus over de interpretatie v/h CIC?

A
  • Bulgarus hield vast a/d oorspronkelijke en grammaticale betekenis v/d teksten (indien tegenspraak: oplossen via de geest v/d oorspronkelijke bedoeling v. Justinianus) = Rigur iuris
  • Martinus wilde uitzonderingsgevallen bij elkaar zoeken in CIC en dan veralgemenen, extinctief interpreteren en dan vervolgens beschouwen als nieuwe hoofdregel = aequitas
251
Q

Vertel iets over het canonieke recht.

A
  • recht toegepast door kerkelijke rechters
  • gewoonterecht en va. 12de E. ook R.R.
  • hadden ook eigen gezaghebbende teksten/rechtsbronnen (bijbelcitaten of uitspraken kerkelijke vaders, bv. decretium Gratiani 1140, Liber extra 1234…)
  • van belang voor personen- en familierecht, erfrecht, contractenrecht (bredere benadering dan R.R.) en procesrecht
  • had veel invloed want kerk stond sterk en canoniek recht werd makkelijker aanvaard dan R.R., ook invloed buiten de kerk
252
Q

Vertel iets over de School van Orléans.

A
  • verdedigden lijn v. Martinus
  • zoekten progressiever naar oplossingen, naar maatschappelijke behoeften en creatievere oplossingen
  • voorbeeld: lichaam niet in geld waardeerbaar, maar vrouw evt. wel want minder huwelijkswaarde indien litteken
  • twee belangrijkste representanten v/d school v. Orléans: de Revigny en de Belleperche
253
Q

Vertal wat over de School van Salamanca.

A
  • Spaanse laatscholastiek (= terugkeren naar de scholastiek)
  • scholastiek = dialectische wijze waarop in ME werd onderwezen, nl. vanuit tegenstellingen (via argumenten pro en contra)
  • methode die werd toegepast o.a. door moraaltheoloog Thomas van Aquino (13de E.)
  • summa theologia (werk v. Aquino) ingevoerd als leerboek
  • belangrijkste representanten waren: de Soto, Covarruvias, de Molina en Lessius
  • ook Hugo de Groot beïnvloed door Spaanse laatscholastiek
254
Q

Vertel iets over de moraaltheologie v. Thomas van Aquino?

A
  • vragen die moraaltheologie stelt zijn nauw verwant met die v/h recht
  • voorbeeld: zijn overeenkomsten bindend?
  • moraaltheologie: alle overeenkomsten zijn bindend
  • recht: enkel contracten met geldige toestemming en wettelijke vormvereisten zijn bindend
255
Q

Wat is een belangrijke passage uit de Summa Theologia v. Aquino?

A
  • passage over restitutieleer
  • verdelende rechtvaardigheid v/d natuurlijke orde hersteld door herstellende rechtvaardigheid
  • iedere inbreuk op natuurlijke orde = zonde die goedgemaakt moet worden
  • balans herstellen
  • SV is geen straf, maar compensatie v. wat weg is
256
Q

Humanisme:

  • periode en locatie ontstaan
  • belangrijkste kenmerk
  • belangrijke gebeurtenissen in die periode
A

PERIODE en LOCATIE
- 15/16e E. - Frankrijk

BELANGRIJKSTE KENMERK

  • interpolatiekritiek: terug naar oorspronkelijke teksten
  • kritische geest: mentaliteitsverandering, men wil zelf op zoek gaan, controleren of wat traditioneel aanvaard is, wel correct is, experimenten leiden tot vergroting v. kennis, binnenkomen Griekse bronnen
  • ook juridisch humanisme en Natuurrecht

BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN

  • Romeinse rijk valt weg (ORR/Byzantijnse rijk veroverd door Turken die nieuw geloof meebrengen)
  • Griekenland: volksverhuizingen, Grieks materiaal geraakt in Italië
  • 1492: Islam wordt vervangen door katholicisme in Spanje + ontdekking Amerika door Colombus (Spanje wordt machtiger en er komt meer rijkdom)
  • 1517: reformatie: eerste kritische geluid tegen katholicisme
257
Q

Wat zijn de kenmerken v/h juridisch humanisme?

A

1) historische benadering - belangstelling voor de oudheid: kijken naar maatschappelijke achtergrond, kenmerken v/d verschillende juristen in de Digesten nagaan,…
2) tekstkritiek: wetenschap hoe een tekst eruit moet zien, fouten en tegestrijdigheden eruit halen, poging het oude klassieke Romeinse recht terug te vinden
3) interpolatiekritiek: ‘laagje Justinianus’ er af halen, wijzigingen v. Justinanus teniet doen
4) Palingenese (wedergeboorte): uitknippen v. fragmenten uit de Digesten en sorteren per boek of auteur
5) Institutensysteem: heel het Romeinse recht terug gaan systematiseren volgens het systeem van de Instituten. (De systematiek die wordt losgelaten op het Corpus Iuris (<=> ME: gewoon Codex Justinianus volgen)

258
Q

Wat waren de twee richtingen i/h juridisch humanisme?

A
  • historiserende (Cujas)

- systematiserende (Donellus)

259
Q

Waar werd het humanisme i/d noordelijke Nederlanden verdergezet?

A
  • sinds medio XVII: de Hollandse Elegante School
260
Q

Welke belangrijke wijziging ondergingen delictsancties tijdens de receptie in 15/17de E.?

A

verloren hun penaal karakter

261
Q

Hoe is de regeling v. delicten geëvolueerd?

A

VAN (bv. ten tijde v. XII Tafelen)

  • vergelding (talio: afkopen v. weerwraak - boete)
  • penaal karakter
  • hield geen rekening met werkelijke schade
  • oog om oog, tand om tand (hetzelfde aandoen)

NAAR (bv. bij LA wel al gemengd, nl. boete en SV)

  • schadevergoeding (compensatie voor wet verloren is)
  • nu: ook smartengeld
  • vergoeding voor het SO

vroeger keek men eerst naar de dader, nu naar het SO
- oude systeem was slecht en ontwikkelde maatschappijen hadden dit door

262
Q

Tot welk domein behoorden de Romeinsrechtelijke delicten en die van ons?

A
  • R.R.: privaatrecht (gelaedeerde moest reageren)

- nu: publiekrecht

263
Q

Welke 3 Romeinsrechtelijke delicten hebben we besproken en welk delict kwam het vaakst voor?

A
  • Damnum iniuria datum (vaakst)
  • Furtum
  • Iniuria
264
Q

Damnum iniuria datum:

  • actie
  • soort vordering
  • kenmerken actie
  • ASH
  • boete
A

ACTIE = actio legis aquiliae
SOORT VORDERING = gemengd (penaal + SV
KENMERKEN = passief onovererfelijk (tenzij na LC)
ASH = lichte schuld, dus zware ASH
BOETE = hoogste waarde afgelopen jaar (doden res mancipi) of waarde afgelopen 30 d. (verbrand, gebroken, vernield) - verdubbeld indien ontkend

265
Q

Furtum

  • actie
  • soort vordering
  • kenmerken actie
  • ASH
  • boete
A

ACTIE = actio furti (kan naast revindicatie ingesteld worden) (furtum is ook onrechtmatig gebruik)
SOORT VORDERING = zuiver penaal
KENMERKEN ACTIE = passief onovererfelijk (tenzij na LC)
ASH = opzet, dus lichte ASH (want opzet aantonen is zeer moeilijk)
BOETE = 4x waarde zaak indien heterdaad, anders 2x

266
Q

Iniuria

  • actie
  • soort vordering
  • kenmerken actie
  • ASH
  • boete
A

ACTIE = actio iniuriarum
SOORT VORDERING = zuiver penaal
KENMERKEN ACTIE = actief en passief onovererfelijk want te persoonlijk (behalve na LC)
AHS = lichte ASH want gekwalificeerd opzet (ruimer dan opzet want je moet ook bedoeling hebben gehad om te kwetsen)
BOETE = billijkheid, maar SO kan helpen door schatting te doen (maar als SO verliest moet hij verweerder 10% betalen)

267
Q

Wat zijn de algemene kenmerken van delictsacties bij de Romeinen?

A

1) i.b. penaal (gericht op boete, niet SV)(uitz.: noxae deditio)
2) passief onovererfelijk
3) cumuleren tegen mededaders: één actie tegen elke dader

268
Q

Wat zijn de verschillen tussen de Romeinse regeling v. delicten en onze onrechtmatige daad?

A

ROMEINSE REGELING

  • geen uniforme regeling
  • boete, economische vergelding
  • delicten kennen verschillende ASH-graden
  • sanctionering bepaalde concrete vormen v. schade = lacuneuze regeling (bv. geen regeling voor doden vrij man)
  • diverse berekeningswijzen v/h procesbedrag
  • passief onovererfelijk

ONRECHTMATIGE DAAD

  • wel uniforme regeling
  • schadevergoeding
  • schuld: één ASH-graad
  • algemeen recht op SV (bv. alimentatie nabestaanden gedode man, smartengeld wegens veroorzaken schade)
  • reële schade (wat heeft SO echt geleden) passief overerfelijk
269
Q

Wat betekent passief/actief overerfelijk en geef de 4 combinaties.

A
overerfelijk = erfgenamen kunnen i/h proces treden
actief/passief = rol v. eiser of verweerder i/h proces
  • actief overerfelijk = erfgenamen SO kunnen vordering instellen
  • actief onovererfelijk = ze kunnen dat niet
  • passief overerfelijk = vordering kan worden ingesteld tegen erfgenamen dader
  • passief onovererfelijk = dit kan niet
270
Q

Wat zijn de quasi delicten + welke 4 aansprakelijkheden hebben we hier gezien?

A
  • aansprakelijkheid zonder schuld
  • niet schuld is bepalend, wel hoedanigheid
  • risico-ASH

besproken aansprakelijkheden:

1) bewoner v. etage voor iets wat naar beneden valt
2) eigenaar v. dieren
3) schippers, herbergiers en stalhouders voor personeel
4) rechter

271
Q

Vertel iets over de aansprakelijkheid voor iets wat van verdieping naar beneden valt.

A
  • bloempotactie: actio de effusius vel delictis
  • bewoner v/d verdieping van waar iets viel
  • moet niet eigenaar zijn
272
Q

Wat ziijn de essentiële elementen om van damnum iniuria datum te kunnen spreken?

A

DAMNUM (schade)

  • moet bewezen worden
  • ook schade i.v.m. zaak (aandacht voor werkelijk opgetreden schade en het belang voor het SO)
  • doden/verwonden vrije persoon = geen smartengeld (want lichaam vrij burger niet in geld waardeerbaar)
  • ME: gerechtigden tot SV: berekening o.b.v. Ulpianustabel
  • smartengeld voor vrouwen wegens minder waard
  • smartengeld indien verzocht: voor iedereen bij wie lichamelijke schade werd veroorzaakt
  • uitbreiding schadebegrip in Natuurrecht: elke vorm v. aantasting (lichaam, eer, goede naam)

INIURIA (ten onrechte)

  • introductie v. schuld (culpa) als criterium: Mucius Scaevola (ca 100 v.Chr.)
  • ook op privéterrein (voorbeeld boomsnoeien)

DATUM (toegebracht)

  • causaal verband
  • bij indirect causaal verband: actio LA utilis (analoge actie) of actio in factum
  • bij LA was rechtstreeks optreden vereist, bij losser causaal verband kwam men in de problemen
  • praetor erkende dit en gaandeweg kwamen er aangepaste acties (utilis of in factum)
273
Q

Wat zijn de essentiële elementen om van damnum iniuria datum te kunnen spreken?

A

DAMNUM (schade)

  • moet bewezen worden
  • ook schade i.v.m. zaak (aandacht voor werkelijk opgetreden schade en het belang voor het SO)
  • doden/verwonden vrije persoon = geen smartengeld (want lichaam vrij burger niet in geld waardeerbaar)
  • ME: gerechtigden tot SV: berekening o.b.v. Ulpianustabel
  • smartengeld voor vrouwen wegens minder waard
  • smartengeld indien verzocht: voor iedereen bij wie lichamelijke schade werd veroorzaakt
  • uitbreiding schadebegrip in Natuurrecht: elke vorm v. aantasting (lichaam, eer, goede naam)

INIURIA (ten onrechte)

  • introductie v. schuld (culpa) als criterium: Mucius Scaevola (ca 100 v.Chr.)
  • ook op privéterrein (voorbeeld boomsnoeien)

DATUM (toegebracht)

  • causaal verband
  • bij indirect causaal verband: actio LA utilis (analoge actie) of actio in factum
  • bij LA was rechtstreeks optreden vereist, bij losser causaal verband kwam men in de problemen
  • praetor erkende dit en gaandeweg kwamen er aangepaste acties (utilis of in factum)
274
Q

Vertel iets over Huge de Groot.koop

A
  • centrale figuur in het Natuurrecht
  • inleiding tot de Hollandse rechtsgeleerdheid
  • over recht v. oorlog en vrede (schuldbeginsel)
  • in grote mate schatplichtig aan School v. Salamnca
  • over scheiding tussen privaatrecht en strafrecht
  • Vijf belangrijke uitgangspunten:
    1) afblijven v. wat aan ander toebehoort
    2) teruggeven v. wat wij v. ander houden of baten die wij daaruit trekken
    3) verplichting om beloften na te komen
    4) verdiend zijn v. straf tussen de mensen

Schuldbeginsel (Verschuldensprinzip) = niemand is aanpsrakelijk zonder schuld, dus geen schuld betekent niet gehouden zijn tot SV (geen risico-ASH)

  • risico-ASH (misdaad door wetduiding) bestaat alleen in het ius civile en was niet acceptabel i/h Natuurrecht volgens Hugo de Grote
  • was van mening dat het wel bestond, maar alleen in ius civile
  • Natuurrecht vond dat je moest zoeken naar de schuldige

Toepassing restitutieleer i/h Natuurrecht

  • iedere schending v. rechten die persoon toekomen geeft recht op SV (bv. iemand doden die anderen voorzag in levensonderhoud, dan moet dader levensonderhoud voorzien voor zij die niet meer hebben)
  • schade is dus alles wat iemand minder heeft dan hem toekomt
  • smartengeld: in eerste instantie tegen, maar in afwijking v. R.R. kan toch financiële compensatie worden gevorderd voor pijn, leed, littekens en verminkingen
275
Q

Wat als de beschikkingsonbevoegde verkoper toch het eigendomsrecht van een gekochte en geleverde zaak in handen krijgt voor de verjaring ?

A
  • stelt bv reivindicatio in tegen de koper, dan heeft koper exceptio wegens het feit dat de zaak gekocht en geleverd is.
  • Als de verkoper nadien toch om een of andere reden in het bezit komt van de zaak dan heeft de koper een actio publiciana tegen de verkoper op basis van het feit dat de zaak gekocht en geleverd is.
276
Q

Wat zijn de privileges v/e minderjarige die toch sui iuris is?

A
  1. Benadeling = herstel in de oude toestand
  2. Op grond van de leeftijd zijn bepaalde handelingen vernietigbaar:
    - Infantes (tot 7jaar): kunnen geen geldige rechtshandelingen verrichten, ze zijn volledig handelingsonbekwaam, enkel hun tutor/voogd kan geldige handelingen verrichten
    - Impuberes (tussen 7 – voor meisjes 12 jaar en jongens 14 jaar): kunnen zelfstandige rechtshandelingen verrichten (als die voor hen voordelig zijn) met bijstand van hun voogd.
    - Minores viginti quinque annis (tot 25 jaar)= puberes
    Jongens vanaf 14 jaar en meisjes van 12 jaar = volwassen MAAR niet meerderjarig dus nog altijd curator !!
    kunnen geldige rechtshandelingen verrichten met bijstand van hun curator.
    De rechtshandeling is geldig TENZIJ nadeel (herstel in de oude toestand)
    - Vanaf 25 jaar: volledig handelingsbekwaam
    Uitzondering: geesteszieken of geld zieken= curator
277
Q

Massentheorie van Bluhme.

A

Deze theorie wordt opgehangen aan de inscriptiones (aanduiding welk fragment uit welk werk komt van welke jurist). Blume ontdekte een zekere regelmaat in de fragmenten onder een titel. De juristen achter de Digesten hadden de teksten niet zomaar willekeurig opgesteld. Onder elke titel volgen eerst commentaren op de werken van Sabinus = Sabinusmassa, daarna commentaren op het Edict =Edictsmasse, nadien de werken van papinianus = Papinianusmasse en dan nog een restgroep = Appendixmasse.

PALIGENESIA is mogelijk door inscripties
Dit is het afzonderlijk sorteren van boek per boek en jurist per jurist door het uitknippen van fragmenten.

278
Q

Waarom werden tijdens de receptie de teksten van Justinianus gebruikt en niet die van Gaius?

A

werden eerder gevonden

279
Q

Wat betkent actio in het CIC en in het formula-proces?

A
  • CIC: eis of vordering

- formula-proces: specifieke procesformule

280
Q

Is de onverschuldigde betaling een geldig koopcontract?

A

Onverschuldigde betaling is geen koopcontract, maar een quasi-contract dus het is geen geldig koopcontract

281
Q

Wat is naar klassiek Romeins recht het verschil tussen contractus en pacta / afspraken?

A

Contractus zijn voorzien van een in het Edict van de praetor opgenomen actie; voor pacta is een dergelijke actie in beginsel niet beschikbaar.

282
Q

Heeft de indeling van Gaius of juist die van Justininanus meer invloed gehad op de receptie van het Romeinse recht? Waarom?

A

Die van Justinianus, om de eenvoudige reden dat de tekst van de Instituten van Gaius eerst in 1816 teruggevonden is. De receptie begint al rond 1100.

283
Q

a. Hoe moet naar klassiek Romeins recht een huis in beginsel geleverd worden, wil de eigendom direct overgaan?

A

Een huis – indien gelegen in Italië – is een res mancipi en moet dus geleverd worden op formele wijze: ten overstaan van getuigen (mancipatio) of bij de magistraat (in iure cessio).

284
Q

Hoe moet naar klassiek Romeins recht een huis in beginsel geleverd worden, wil de eigendom direct overgaan?

A

Een huis – indien gelegen in Italië – is een res mancipi en moet dus geleverd worden op formele wijze: ten overstaan van getuigen (mancipatio) of bij de magistraat (in iure cessio).

285
Q

Wat is de receptie?

A

Receptie is de ontvangst van het rom recht in onze tijd, begint in 1100, aan de school van bologna waar men de teksten begint te bestuderen en les te geven, duurt tot 1900

286
Q

Schade door dieren:

- twee regelingen

A

TWEE REGELINGEN

  • regeling die teruggaat op regeling uit XII Tafelen
  • regeling die teruggaat op edict v/d curulische aedielen
  • twee vormen v. ASH
  • vorderingen hebben poenaal karakter en kunnen gecumuleerd worden

XII TAFELEN

  • viervoetige niet-wilde dieren
  • eigenaar (niet moment v. schade maar thans) aansprakelijk voor schade aangericht doro het dier in strijd met zijn aard (evt. noxaet deditio)
  • actio pauperie
  • subsidiaire vordering, want nagaan of iemand anders aangesproken kan worden (is dan aansprakelijk met actio legis aquiliae) (noxa caput sequitur)
  • als dier sterft voor LC = actie gaat teniet

CURULISCHE AEDIELEN

  • ook wilde dieren
  • eigenaar wanneer dieren los liepen of onvoldoende waren aangelijnd op plaatsen waar dat niet verantwoord is
  • geen noxae deditio
  • schade aan vrij persoon: redelijk bedrag
  • schade aan zaken: 2x schade
287
Q

Wat zijn de verplichtingen van de koper?

A
  • prijs betalen (geheel of gedeeltelijk in geld, in geld = eigendom munten overdragen)
  • vanaf levering rente over de koopprijs
  • geen dolus bestaan
  • risicoregel: periculum est emptoris (geldt voor overmacht, wanneer je niemand kunt aanspreken!), risico ligt bij koper vanaf contract, dus zelfs vóór de levering (vandaag is dat niet meer zo)
  • emptor caveat = de koper moet uit zijn doppen kijken (vandaag veeleer een informatieverplichting voor de verkoper)
288
Q

Waar hielden de ME glossatoren en commentatoren zich mee bezig en wat was het doel daarvan?

A
  • herinterpretatie CIC
  • nieuwe betekenissen geven (bv. LA utilis ook voor doden vrij man en ook vergoeding voor vermogensbestanddeel, gemengde actie)
  • doel: maatschappelijk aanvaardbaar maken (+/- inrichting inheems recht)