Geschiedenis H1 Flashcards
Wat is actief kiesrecht?
Recht om tijdens verkiezingen je stem uit te brengen.
Wat is algemeen kiesrecht?
Recht van alle burger(vanaf een bepaalde leeftijd) om bij verkiezingen te mogen stemmen.
Wat is censuskiesrecht?
Alleen mensen die vanaf een bepaald bedrag aan belasting betalen mogen stemmen.
Wat is coalitie?
Politieke partijen die samen de regering vormen.
Wat is het communisme?
Politieke stroming die het verschil tussen arm en rijk wil opheffen door een revolutie van de arbeiders.
Wat zijn confessionelen?
Mensen of groepen mensen die hun ideeen over politiek, onderwijs, enzovoort baseren op hun godsdienst.
Wat is een constitutionele monarchie?
Koninkrijk met een grondwet(constitutie).
Wat is het districtenstelsel?
Kiessysteem waarbij je alleen kunt stemmen op iemand uit je eigen regio(district). Per district wordt de persoon met de meeste stemmen de volksvertegenwoordiger.
Wat is emancipatie?
Strijd voor het krijgen van dezelfde rechten als alle andere groepen in de samenleven.
Wat is evenredige vertegenwoordiging?
Kiessysteem met een landelijke kandidatenlijst. Wie een bepaald aantal stemmen krijgt, wordt die volksvertegenwoordiger.
Wat is het feminisme?
Streven naar gelijke rechten voor mannen en vrouwen.
Wat is de grondwet?
Belangrijkste wet van een land waarin staat hoe het land wordt bestuurd en wat de rechten van de inwoners zijn.
Wat is industrialisatie?
Overgang van het maken van producten met de hand naar het maken van producten met machines. Er komen fabrieken en veel mensen die tot die tijd in de landbouw werkten worden fabrieksmederwerkers.
Wat is kiesrecht?
Recht om bij verkiezingen je stem uit te brengen.
Wat zijn klassieke grondrechten?
Vrijheidsrechten die burgers beschermen tegen de overheid.
Wat zijn de liberalen?
Politieke groep die vindt dat ieder mens zo veel mogelijk vrijheid moet hebben. De overheid moest zich daarom zo weinig mogelijk met de samenleving en de economie bemoeien.
Wat is ministeriele verantwoordelijkheid?
De ministers zijn verantwoordelijk voor de politieke daden en politieke uitspraken van de koning.
Wat is een monarchie?
Land met een koning of keizer als staatshoofd.
Wat is oppositie?
Politieke partijen die niet tot de regeringspartijen behoren.
Wat is het parlement?
In Nederland: de eerste kamer en de tweede kamer. Samen de Staten-Generaal genoemd.
Wat is een parlementaire democratie?
Democratie waarin burgers via gekozen volksvertegenwoordigers invloed hebben op het bestuur.
Wat is passief kiesrecht?
Recht om tijdens verkiezingen gekozen te worden.
Wat is de regering?
De koning en ministers. De ministers hebben de uitvoerende macht.
Wat is een republiek?
Land zonder koning. In een republiek is vaak een president het staatshoofd.