Geschiedenis begrippen fm 1 Flashcards

1
Q

aandeel

A

waardepapier dat bewijst hoeveel kapitaal men heeft
ingebracht in een onderneming (compagnie) en op welk deel
van de winst men kan rekenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Absolute monarchie

A

erfelijk koningschap waarbij de koning alle macht heeft en hij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Absolutisme

A

politiek systeem in de nieuwe tijd waarbij de koning alle macht
had en dat als een goddelijk voorrecht beschouwde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ancien Régime

A

periode van de middeleeuwen en de nieuwe tijd in de Europese
geschiedenis, gekenmerkt door een agrarische samenleving en
een standenmaatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Anglicanisme

A

protestantse stroming ontstaan tijdens de reformatie op
initiatief van de Engelse koning Henry VIII die zich afscheurde
van de paus en een eigen Engelse staatskerk oprichtte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Antropocentrisme

A

visie waarin de mens het centrum van het bestaan is, centraal
staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Astrolabium

A

Een instrument dat zeevaarders gebruikten om de
breedtegraad van hun positie te bepalen en de tijd af te lezen
aan de sterren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Azteken

A

de oorspronkelijke bewoners van Mexico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beeldenstorm

A

de vernieling van rooms-katholieke beelden en religieuze
gebruiksvoorwerpen in de Nederlanden in 1566

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bank

A

plaats waar kooplieden geld konden uitlenen tegen een intrest
of ontlenen tegen een rente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beurs

A

plaats waar kooplieden samenkwamen, goederen bestelden en
geld wisselden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Burgerij

A

Het rijke deel van de derde stand, dit waren vooral handelaren
en ambachtslieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bloedplakkaat

A

Een plakkaat uitgevaardigd door Karel V waarin hij het
protestantisme verbood en bijhorende straffen bepaalde. bul
Een officiële oorkonde die door de paus wordt uitgevaardigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Byzantijse Rijk

A

De voortzetting van het Oost-Romeinse rijk in de
middeleeuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Calvinisme

A

belangrijke religieuze stroming binnen het protestantse
christendom die de leer van Calvijn volgt, ontstaan tijdens de
reformatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cartografie

A

Het maken van landkaarten, atlassen,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Catechismus

A

overzicht van de christelijke leer in vragen en antwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Celibaat

A

verplichting voor rooms-katholieke geestelijken om ongehuwd
te blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Centralisatiepolitiek

A

politiek gericht op het verwerven van de hoogste centrale
macht door bevoegdheden over te nemen van kleinere lokale
of regionale machten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Cijns

A

belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Colbertisme

A

economisch systeem van Frankrijk ten tijde van Lodewijk XIV
gericht op de bescherming van de binnenlandse markt volgens
de principes van het mercantilisme

20
Q

Collaterale raden

A

de raden die Karel V in het leven riep om het bestuur in de
Nederlanden te centraliseren

21
Q

Columbiaanse uitwisseling

A

De uitwisseling van landbouwproducten, ziektes en culturen
tussen Europa en de Nieuwe wereld na de ontdekking van
Amerika in 1492

22
Q

Concilie van Trente

A

kerkvergadering in het midden van de 16e eeuw die tot doel
had de wantoestanden in de Katholieke Kerk te bestrijden en
duidelijkheid te scheppen over verschillende geloofspunten die
door de protestanten werden betwist

23
Q

Concilie

A

kerkvergadering van rooms-katholieke bisschoppen onder
leiding van de paus

24
Q

Conquistadores

A

Spaanse term voor veroveraar

25
Q

Constitutionele monarchie

A

Een regeringsvorm waarbij de rol en de macht van de vorst in
de grondwet omschreven wordt. De regering bestaat hierbij
uit de vorst en ministers.

26
Q

Contrareformatie

A

antwoord van de rooms-katholieke kerk in de 16e eeuw op de
reformatie of het protestantisme waarbij in het concilie van
Trente de oude leer en strategieën werden geherformuleerd

27
Q

Deductie

A

wetenschappelijke methode waarbij vertrokken wordt van
hypothesen of veronderstellingen om tot een algemene theorie
te komen

28
Q

Demografie

A

De studie van de samenstelling en ontwikkeling van de
bevolking

29
Q

Dertigjarige oorlog

A

oorlog om het machtsoverwicht in Europa van 1618 tot 1648
waarin de meeste Europese mogendheden betrokken raakten
en die eindigde met de Vrede van Westfalen

30
Q

Driehoekshandel

A

Atlantische handel tussen drie continenten: slaven uit Afrika,
grondstoffen uit Amerika en afgewerkte producten uit Europa

31
Q

Dynastie

A

Het doorgeven van het politieke leiderschap binnen een familie

32
Q

Economische crisis

A

situatie waarin de economie niet naar behoren functioneert en
die gekenmerkt wordt door een dalende welvaart voor de
meesten

33
Q

Enconmiendasysteem

A

De conquistadores werden door de Europese vorsten beloond.
Zo kregen ze een stuk grond met een of meerdere dorpen
onder hun toezicht.

34
Q

Empirisme

A

wetenschappelijke methode die zich vooral beroept op de
menselijke ervaring als bron van kennis

35
Q
A
36
Q
A
37
Q
A
38
Q
A
39
Q
A
40
Q
A
41
Q
A
42
Q
A
43
Q
A
44
Q
A
45
Q
A
46
Q
A
47
Q
A
48
Q
A