Geschiedenis 3.1-3.4 Flashcards
republiek
Een land waar geen koning of keizer aan het hoofd staat.
senaat
Een vergadering die de Romeinse republiek bestuurde. De leden kwamen uit de rijkste en belangrijkste families.
consul
belangrijkste bestuurder en legeraanvoerder in de Romeinse republiek.
vetorecht
het recht om een beslissing tegen te houden.
Romeinse rijk
Groot gebied dat ongeveer tot 300 v.C. tot 1450 n.C. heeft bestaan. Toen het rijk rond 200 n.C. op zijn grootst was, omvatte het delen van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
burgerrecht (bij de Romeinen)
Romeinse burgers hadden bepaalde voorrechten, zoals het recht om niet zonder proces te worden veroordeeld.
dictator
alleenheerser.
keizer
Hoogste bestuurder in het Romeinse rijk.
Pax Romana
Een lange periode van rust en vrede in het Romeinse rijk inde 1e en 2e n.C. (letterlijk: Romeinse vrede)
grootgrondbezitter
iemand die veel grond bezit en daardoor erg rijk en machtig is.
villa
een huis van een grootgrondbezitter op het platteland.
proletariër
Een Romeinse burger die arm was en afhankelijk was van de steun van de rijken en de machtigen.
elite
groep van rijkste en machtigste personen in de samenleving
gladiatorenspelen
Show waarbij beroepskrijgers in een speciaal gebouwde stadions op leven en dood met elkaar en wilde dieren vochten.
Romeinse recht
wetten in het Romeinse Rijk.
Germanen
verzameling volken die oorspronkelijk in het gebied van Duitsland en Nederland leefden, zoals de Friezen en de Bataven.
West-Romeinse Rijk
Deel van het Romeinse Rijk dat vanaf de 4e eeuw vanuit Italië werd bestuurd en in 476 ten onder ging.
Oost-Romeinse Rijk
Deel van het Romeinse Rijk dat vanaf de 4e eeuw n.C. vanuit Constantinopel werd bestuurd. Dit rijk bleef bestaan tot 1453.
volksverhuizing
Grote verplaatsing van volken vanuit Noord- en Oost-Europa naar het zuiden en westen (in de 4e eeuw en 5e eeuw n.C.)
jodendom
geloof van de joden, een volk dat in één god gelooft.
monotheïsme
Het geloof in één god.
christendom
Geloof in één god volgens de leer van Jezus Christus.
bijbel
Het heilige boek van de christenen.
paus
De hoogste bestuurder van de christelijke (katholieke) kerk.