Geschiedenis 1ste WO Flashcards
Modern imperialisme
Gebieden in andere werelddelen veroveren om economische redenen en omdat dit macht en aanzien oplevert
Nationalisme
Trots zijn op je eigen volk, land en cultuur
Staat
aaneengesloten gebied met duidelijke grenzen en 1 regering.
Wapenweldloop
Strijd tussen landen om wie de meeste en krachtigste wapens heeft.
Bondgenootschap
Twee of meer landen die hebben afgesproken elkaar te helpen (in tijd van oorlog)
Militarisme
Trots zijn op alles wat met het leger te maken heeft: uniformen, wapens, medailles.
Neutraal
niet betrokken zijn bij een oorlog en geen partij kiezen
Twee fronten oorlog
Oorlog waarbij een land zijn leger moet splitsen omdat er op twee verschillende plaatsen gevochten word.
loopgraven oorlog
oorlog die wordt uitgevochten vanuit schuifplaatsen in de grond. Het front ligt daardoor lange tijd op dezelfde plaats.
censuur
verbod om bepaalde informatie bekend te maken.
propaganda
Reclame voor een politiek idee, politieke groep of politicus.
totale oorlog
oorlog waarbij niet alleen het leger maar de hele samenleving betrokken is.
demilitarisme
alle soldaten uit een gebied weghalen.
vredes verdrag
offieciele over een komst tussen oorlogvoerende landen waarmee een oorlog word beëindigd (verdrag van versaille)
wapen stilstand
afspraak tussen oorlogvoerende landen om te stoppen met vechten.