GESCH B, B1, B2, B3 Flashcards
Legt staatsvorm, bevoegdheden van instellingen, rechten, vrijheden en plichten vast.
Grondwet
Volk regeert zichzelf.
Democratie
De volksvertegenwoordigers, zij maken de wetten en controleren de regering.
Parlement
De wetgevende macht
- Wetten maken
- WM
- parlement
De uitvoerende macht
- Wetten uitvoeren
- UM
- regering
De rechtelijke macht
- Conflicten oplossen
- RM
- hoven en rechtbanken
Wat is dogmatisch?
Niet openstaan voor meerdere perspectieven. Je gaat ervan uit slechts één verhaal juist is en wijkt hier van af.
Wat is democratisch?
Je kan omgaan met verschillen. Iedereen heeft een mening en die hoeft niet hetzelfde te zijn. Je laat iedereen in zijn/haar waarde en ruimte en durft ook je eigen mening in vraag stellen.
Rol van Theodora?
Zij grijpt in bij de opstand, laat mensen arresteren en roept Germaanse huurlingen in.
Toon aan dat Constantinopel een goed verdedigde stad was en dus ook een gunstige ligging had.
Enerzijds is de stad enorm goed beschermd. Ze is omringd door water en op land wordt ze beschermd door gebergte en verschillende stevige muren. Ook de aanvalstechnieken zoals het Griekse vuur speelde in het voordeel. Daarnaast werd de stad bestuurd door diplomatieke keizers.
De koningstitel wordt via erfenis doorgegeven van vader op zoon.
Erfelijk koningschap
Tegen wie vechten de Franken?
Visigoten
Welk geloof heeft Clotilde?
Christen
Waarom wil Chlodovech de veldslag winnen?
Anders zou hij gedood worden.
Welke belofte maakt Chlodovech?
Hij zal zich laten dopen tot christen als hij wint.