ges h1 Flashcards

1
Q

archeoloog

A

iemand die opgravingen doet en bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

middel van bestaan

A

manier om aan voedsel te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

nomade

A

rondtrekkend persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

prehistorie

A

tijd zonder geschreven bronnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

samenleving

A

hoe een groep mensen samenleeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

samenleving jagers-verzamelaars

A

samenleving met nomaden die jagen en voedsel verzamelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tijd van jagers en boeren

A

eerste tijdvak (tot 3000v.c)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

werktuig

A

voorwerp waarmee je iets doet of maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zelfvoorzienend

A

zelf zorgen voor wat nodig is in het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoeveel jaar geleden kwamen de eerste mensen in nederland

A

10 000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarvan maakten nomaden messen

A

botten en steen en hout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

akkerbouw

A

plantaardig eten verbouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cultuur

A

de manier waarop mensen leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hunebed

A

een graf uit de prehistorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

landbouw

A

voedsel telen op een vast stuk land: akkerbouw en veeteelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

landbouwrevolutie

A

ontstaan van landbouw

17
Q

landbouwsamenleving

A

samenleving waarin mensen van planten eten

18
Q

macht

A

als je anderen kunt maken doen wat je wilt

19
Q

revolutie

A

een grote verandering in de geschiedenis van mensen

20
Q

sociaal

A

gaat over mensen en groepen in samenleving

21
Q

veeteelt

A

fokken en houden van tammme dieren

22
Q

basisbehoeften

A

alles wat aan voeding kleding onder voeding gezondheidszorg onderwijs

23
Q

bnp/hoofd

A

alles wat in een jaar in een land verdiend wordt gedeeld door het aantal inwoners

24
Q

gezondheidszorg

A

alle instellingen die zich bezighouden met zord voor de gezondheid van mensen doktor

25
krottenwijk
een wijk waarin de bewoners zijn eigen huizen moeten make en de basisbehoeften zijn slecht
26
scharreleconomie
waar in mensen geen vaste baan hebben
27
welvaart
de rijkdom vaan een land gemeten op basis van geld
28
welzijn
de rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden
29
achterblijvers
ontwikkelingslanden die nog arm zijn en waar veel mensen in de landbouw werken
30
beroepsbevolking
alle mensen die werken of kunnen werken ook werkloze horen hierbij
31
diensten
werk waarbij je andere mensen helpt
32
koplopers
ontwikklede rijke landen
33
ontwikkelingslanden
landen die in ontwikkeling zijn zijn en waar de welvaart langzaam groeit
34
regionale ongelijkheid
versachilklken tussenrijke en arme gebieden
35
sociale ongelijkheid
verschillen in wel vaart tussen mensen
36
volgers
ontwikkelingslanden die op weg zijn om rijk te worden