Geologie: Aardbevingen, vulkanen en gebergtevorming + De kringloop van de gesteenten Flashcards

1
Q

Mineralen

A

Mineralen bestaan uit 1 of meer chemische elementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gesteenten

A

Gesteenten zijn opgebouwd uit 1 of meer mineralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Magmatische of stollingsgesteenten

A

Twee soorten
- Vulkanische of uitvloeiingsgesteenten
° Ontstaanproces : Afkoeling, stolling
° Plaats ontstaan ifv platentektoniek : Aan het aardoppervlak bij convergerende en divergerende platen
° Specifieke kenmerken : Geen zichtbare kristallen (snelle stolling aan oppervlakte)
° Voorbeeld : Basalt, puimsteen
- Dieptegesteenten
° Ontstaanproces : Afkoeling, stolling en uitkristallisatie van magma (alleen bij dieptegesteenten)
° Plaats ontstaan ifv platentektoniek : In de lithosfeer bij convergerende en divergerende platen
° Specifieke kenmerken : Grote kristallen (trage stolling in de aardkorst)
° Voorbeeld : Graniet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sedimentaire gesteenten

A

Twee soorten
- Los
° Ontstaanproces : Verwering, erosie en afzetting
° Plaats ontstaan ifv platentektoniek : Op zeebodem of op land langs rivierbeddingen, in meren, in woestijn, …
° Specifieke kenmerken : Los, Gelaagd en Bevat fossielen
° Voorbeeld: grind, zand, leem, klei, …
- Vast
° Ontstaanproces : Diagenese van losse sedimentaire gesteenten
° Plaats ontstaan ifv platentektoniek : In de diepte op plaatsen waar loss sedimentaire gesteenten afgezet worden.
° Specifieke kenmerken : Vast, Gelaagd en Bevat fossielen
° Voorbeeld : Krijt, kalksteen, zandsteen, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Metamorfe gesteenten

A
  • Ontstaanproces : Verhoogde druk en temperatuur tijdens gebergtevormingsproces of bij aanraking met magma => herkristallistatie => nieuwe mineralen
  • Plaats ontstaan ifv platentektoniek :
    ° Diep in de lithosfeer bij botsing van platen en plooiing die hierdoor ontstaat
    ° Contact opstijgend magma
  • Specifieke kenmerken : Druklijnen / plooilijnen
  • Voorbeeld : Leisteen, kwartsiet, marmer, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verwering

A

Gesteenten ondergaan een grote verandering door de werking van stromend water of de invloed van de atmosfeer. Dit is het verbrokkelen van het gesteente.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Erosie

A

De verweerde gesteentefragmenten worden getransporteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Afzetting of sedimentatie

A

De verweerde gesteentefragmenten worden elders weer afgezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diagenese

A

Het gewicht van bovenliggende pakketten drukt de lagen dieper in de aardkorst en de korrels kleven steviger aan elkaar; door insijpelde chemische stoffen (bv. kalk) cementeren korrels aan elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe weten we hoe de inwendige structuur van de aarde eruit ziet?

A
- Directe waarnemingen
° Mijnen
° Boringen
° Vulkanisme
- Indirecte waarnemingen
° Seismologische onderzoek
° Meteorieten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Seismologie

A

Studie van de aardbevingsgolven

  • Snelheid aardbevingsgolven => Materiaalsoort
  • Aardbevingsgolven breken => overgangszones = discontinuïteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Continentale korst

A
  • Licht
  • SiAl
  • Dik
  • Oud
  • Koud
  • Bros (breekbaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oceanische korst

A
  • Zwaarder
  • SiMa
  • Duner
  • Jong
  • Warmer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Isolatie

A

Verticale bewegingen van de lithosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Continentale platen

A

Continentale platen kunnen zowel continentale korst als oceanische korst bevatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Oceanische platen

A

Oceanische platen bevatten alleen oceanische korst.

17
Q

Vorming van een oceaan

A
  1. Hotspot (vb. Hawaii)
  2. Riftster (vb. Afardriehoek)
  3. Slenk (vb. Oost-Afrikaanse Slenkzone)
  4. Zee (vb. Rode Zee, Golf van Aden)
  5. Oceaan (vb. Atlantische Oceaan met IJsland)
  6. Toekomst: Subductie (vb. Pacifische Oceaan)
18
Q

Schildvulkanen

A
  • Geen steile helling
  • Basalt
  • Rustige uitbarstingen
19
Q

Gevolgen van een hotspot

A
  • Rustige uitbarsting
  • Trage lavastroom verwoest wegen, huizen, …
  • Aardbevingen
  • Giftige dampen
  • Nieuw schiereiland ontstaat
20
Q

Gevolgen van subductie (C.K. O.K.)

A
  • Trog
  • Aardbevingen
  • Vulkanen
  • Kustgebergte
21
Q

Gevolgen van subductie (O.K. O.K.)

A
  • Trog
  • Aardbevingen
  • Vulkanen => eilandenboog
22
Q

Stratovulkanen

A
  • Steile hellingen (kegelvorm)
  • Explosieve uitbarstingen
  • Puimsteen
23
Q

Gevolgen (C.K. & C.K.)

A
  • Aardbevingen
  • Continentaal gebergte
    LET OP:
  • Nu GEEN subductie meer dus GEEN werkende vulkanen
24
Q

Gevolgen breukzone

A
  • Aardbevingen

- Vervorming van het landschap langs de breuk