genotype en fenotype Flashcards
1
Q
lichaamscellen
A
de cellen waaruit je lichaam is opgebouwd
2
Q
chromosomen
A
elke lichaamcel bevat er 46. het zijn dunne drade. ze bestaan voor een groot gedeelte uit DNA
3
Q
DNA
A
stof waarin informatie is opgeslagen voor je erfelijke eigenschappen
4
Q
celdeling
A
de chromosomen worden eerst gedeeld
5
Q
dochtercel
A
dit is de nieuwe cell. elke dochtercel krijgt een complete set chromosonen
6
Q
gen
A
de stukjes DNA die samen de informatie bevatten voor een eigenschap
7
Q
genotype
A
de informatie voor erfelijke eigenschappen, deze informatie ontstaat op het moment van bevruchting. het is onzichtbaar
8
Q
fenotype
A
alle eigenschappen van een organisme samen, hierbij horen zichtbare eigenschappen