General History Flashcards

1
Q

Wanneer werd Nederland een zelfstandig republiek?

A

In 1588

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar zorgde de neolitische revolutie voor?

A

Her ontstaan van: landbouw en landbouwsamenlevingen, beroepen/specialisatie en een sociale hiërarchie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn kenmerken van de vroege middeleeuwen?

A

Het ontstaan van het hofstelsel ,feodale verhoudingen (843) en de verspreiding van het Christendom en Islam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer was de beeldenstorm?

A

In 1566

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is gewetensvrijheid?

A

De vrijheid om je godsdienst te kiezen en die te behouden. (Je wordt geaccepteert maar je bent niet gelijk aan de hoofdgodsdienst van het gebied)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is godsdienstvrijheid?

A

De vrijheid om je geloof te kiezen je wordt daarbij ook onafhankelijk van je godsdienst als gelijke behandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer was het rampjaar (Einde van de gouden eeuw)?

A

In 1672

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer zwoeren de Nederlanden zich af van de spaanse koning?

A

In 1581

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is de VOC opgericht?

A

1602

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is er in het rampjaar gebeurd?

A

Nederland voerde oorlog met Engeland, Frankrijk en 2 duitse staten. Deze oorlog had Nederland overleefd ten koste van hun economische voorsprong. Ze verloren hun hoge positie in de wereldhandel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer was de vrede van augsburg?

A

In 1555

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was de vrede van Augsburg?

A

De vrede van Augsburg was een afspraak tussen Karel V en de Duitse vorsten die luidde: Een vorst mag het geloof van zijn gebied bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer werd Nederland erkend door Spanje als zelfstandig republiek

A

In 1648

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer was de guldensporenslag?

A

In 1302

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat was de Guldensporenslag

A

De Guldensporenslag was de strijd tussen de ambachtslieden en de Patriciërs die hen onderdrukte (dmv veel belasting enz.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer veroverde Spanje Antwerpen?

A

In 1585

17
Q

Tussen welke twee jaartallen was de dertigjarige oorlog?

A

Van 1618 tot 1648

18
Q

Wat was er aan de hand in de dertigjarige oorlog?

A

In de dertigjarige oorlog was Nederland in oorlog met Spanje. Hierbij waren veel anderen landen betrokken en was er onrust in de omringende landen. Hierdoor kon Nederland de handel naar zich toe trekken

19
Q

Wat is mercantilisme?

A

Mercantilisme is de economische leer waarbij geloofd wordt dat voor het bloei van je eigen land een ander land zijn economie moet leiden. Dit gebeurt door export te bevorderen en import te minimaliseren.

20
Q

In welke jaren vond de Franse revolutie plaats?

A

In 1789-1813

21
Q

Wanneer begon de wetenschappelijke revolutie?

A

Rond 1600

22
Q

Wat was John Lockes versie van het sociaal contract?

A

De burgers/gemeenschap heeft een overeenkomst gesloten met de koning. De bevolking moet de wetten van zijn regering volgen en krijgt daarvoor bescherming.
Als de koning zijn werk niet goed deed dan mocht de bevolking hem afzetten.

23
Q

Wat was Rousseau’s versie van het sociaal contract?

A

Hij ging uit van algemene wil. De wetten moesten overeenkomen met wat alle burgers samen wilden. De regering moet de wil van het volk uitvoeren

24
Q

Welk belangrijke idee had Montesquieu bedacht?

A

De trias politica (Scheiding der machten)

25
Q

Wat is verlicht absolutisme?

A

Bij verlicht absolutisme heeft een vorst de macht maar dient hij het volk

26
Q

Wat deed het congres van wenen?

A

Hij herstelde de oude koningshuizen en doelde om terug te gaan naar hoe het was vóór Napoleon. Daarnaast wou het congres zorgen voor een nieuwe en hopelijk permanente machtsbalans

27
Q

Het volk was verdeeld over het congres van wenen. Welke verdeling bestond er?

A

Conservatieven: steunen de restauratie

Liberalen: wouden vrijheidsidealen terugzien in het bestuursvorm. Meer invloed van het volk en het opstellen van een grondwet

28
Q

Wat is kenmerkend van de 19e eeuw?

A

-De industriële revolutie
-Nationalisme
-Modern imperialisme

29
Q

Wanneer was de Belgische opstand?

A

In 1830 kwamen de Belgen in opstand tegen de Nederlandse koning, hieruit ontstaat België als land.

30
Q

Vanaf welke eeuw kan je spreken over het begrip Nationalisme?

A

Vanaf de 19e eeuw

31
Q

Welke 4 redenen zijn er voor de wetenschappelijke revolutie?

A
  1. De ontdekkingsreizen: ontdekkingsreizen gaven een nieuw wereldbeeld
  2. De vernieuwde interesse in de klassieke oudheid
  3. Het rationalisme en empirisme: Zelf onderzoeken en redeneren werd belangrijker
  4. Kruisbestuiving tussen ambacht en wetenschap: Dit leidt tot nieuwe onderzoeksinstrumenten en nieuwe gedachten
32
Q

Wat zijn 3 oorzaken van de Gouden eeuw?

A
  1. De moedernegotie: Door de ruil van melk met graan bij het Oostzeegebied was er genoeg eten. Hierdoor kon er op andere zaken gefocust worden.
  2. Er waren geen sterke feodale verhoudingen meer dus er was keuzevrijheid voor boeren en ambachtslieden
  3. De val van Antwerpen: De goede handelscontacten van Antwerpen vluchtte naar Holland en name hun expertise met hun mee.
33
Q

Wat was het twaalfjarig bestand?

A
  • onderbreking tachtigjarige oorlog voor 12 jaar
34
Q

Wat voor soort economie had de Nederlandse republiek?

A

Een oorlogseconomie