General Flashcards

1
Q

Geletkancyz en Tepper (2012)

Valkuilen bij theoretische implicaties:

A
  • Rehashing results
  • Meandering
  • overreaching
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Volgens Bartunek en Rhynes (2010) kan de relevantie van de aanbevelingen voor de praktijk aanzienlijk worden verhoogd met de volgende tips en maatregelen:

A
  • ‘link findings of individual studies to generalized principles’
  • ‘link specific findings to well-established, general principles’
  • ‘provide more information about the context’
  • ‘link results to practice’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gebruikelijke aanwijzingen die aan het management worden gegeven, zijn van de volgende vorm

A
  • ‘become more aware’
  • ‘conduct training’
  • ‘learn and gain additional knowledge
  • ‘design and structure’
  • ‘change recruitment, selection or hiring procedures’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De gebruikelijke ‘rhetorical strategies’ zijn, te letten op c.q. gebruik te maken van

A
  • ‘tentative language’ (‘may’ & ‘potentially’)
  • ‘prescriptive language’ (‘should’ & ‘must’)
  • ‘contingencies’ (‘depends upon’ & ‘contingent upon’)
  • ‘readability’ (‘word length’ & ‘sentence length’).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Drie C’s van Reis (2000, p. 85) zijn

A
  • Clear (Helder)
  • Comprehensive (Bondig)
  • Compelling (Dwingend)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Drie strategieën voor het verzekeren van case study rigor

A
  • Talk the Walk
  • Priority Ordering of Validity types: Internal and Construct validity over External Validity
  • Necessity is the mother of Rigor: Creatively use setbacks and make best use of existing resources
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Statistical generalization:

A

Het generaliseren van observatie op populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Analytical generalization

A

Het generaliseren van empirische observaties naar theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

A.M. Grant en T.G. Pollock, Setting the hook

Een effectieve introductie beantwoord de volgende 3 vragen:

A
  1. Who Cares?
  2. What do we know, what don’t we know and so what?
  3. What will we learn?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Confusion spotting

A

Verwarring, onduidelijkheid in bestaande kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Neglect spotting

A

Overlook areas
Under-researched
Lack of empirical support

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Application spotting

A

Extending and complementing existing literature

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Goldilocks test

A

Onderzoeksvraag ‘too big’, ‘too small’, ‘too hot’ of ‘just right’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Russian doll principle

A

verfijnen van de onderzoeksvraag totdat het de essentie reflecteert van je onderzoeksidee zonder onnodige woorden of intenties (Clough & Nutbrown).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Grand theories

A

Natuurwetenschap
• Newton theory of gravity
• Darwin theory of evolution
• Einstein theory of relativity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Middle range theories

A

Ontbreken van de capaciteit hoe we denken over de wereld maar ondanks dat wel significant zijn
• Maslow theory of hierarchy of needs
• Herzberg two factor theory of motivation

17
Q

Substantive theories

A

o Beperkt tot een specifieke tijd, onderzoeksomgeving, groep, populatie of probleem
o Begrijpen van de wereld om ons heen

18
Q

3 soorten benaderingen voor de betrouwbaarheid bij een questionnaire te verzekeren

A

-Test re-test
- Internal consistency
o Cronbach’s alpha
- Alternative form

19
Q

Verkeerd interpreteren van vragen

A
  • Instructional
    o Niet opvolgen van de gegeven instructies
  • Sentinel
    o Verrijken of verminderen van de syntax in een vraag
  • Lexical
    o Respondent geeft verkeerde betekenis aan woorden
20
Q

Probability sample (Representative sample):

A

de waarschijnlijkheid of elke case geselecteerd zal worden van de target population bekend is en gelijkwaardig voor alle cases. Voornamelijk Survey en Experiment.

21
Q

Non-probability sample

A

de waarschijnlijkheid dat elke case geselecteerd van de target population onbekend is en het onmogelijk is onderzoeksvragen te beantwoorden die statische inferentie over de karakteristieken van de populatie moeten geven.

22
Q

Multi-stage sampling

A

sample design techniek dat gebeurt in twee of meer opeenvolgende stages met gebruik van probability, non-probability of beide type sample keuze.

23
Q

Vier klassieke rollen van de observant(onderzoeker) zijn:

A

a. Complete participant
b. Participant als observeerder
c. Observeerder als participant
d. Complete observeerder

24
Q

Inleiding van een onderzoeksverslag moet volgens Sternberg antwoord geven op de volgende 4 vragen:

A
  • welk eerder uitgevoerd onderzoek leidde tot uw eigen onderzoek?
  • wat voegt uw onderzoek toe aan eerder uitgevoerd onderzoek?
  • waarom is uw aanvulling belangrijk of interessant?
  • hoe vindt die aanvulling plaats?
25
Q

Analytische generalisatie:

A

onderbouwen en robuuster maken van een theorie middels het toetsen van bevindingen of die overeenstemmen met de theorie.

26
Q

Theoretische generalisatie:

A

Theorie wordt gebruikt om de observatie in de case study te begrijpen en verklaren en de observatie in de case study wordt gebruikt om de theorie te ontwikkelen, te verfijnen en/of te modificeren.

27
Q

Non-maleficence:

A

voorkomen van slechte uitvoering, wanpraktijken en schade

28
Q

Beneficence

A

het promoten van ethische juiste uitvoering en privé of publiek goed.

29
Q

Deontological view

A

Gebaseerd op het volgen van regels voor het begeleiden van het gedrag van onderzoekers

30
Q

Teleological view

A

Uitvoering van gedrag wordt rechtvaardigt door de consequenties en niet een set aan vooropgestelde regels.