Geneeskunde 1A2 HC week 7 Flashcards
Wat is het verschil tussen diffusie in een eencellige en een meercellige
eencellige kunnen alle benodigde voedings- en afvalstoffen transporteren via diffusie
meercelligen moeten hiervoor andere mechanismen toevoegen om over een grotere afstand te vervoeren
Wat zijn de functies van bloed?
1) transport:
voedingsstoffen, gassen, afvalstoffen, signaalstoffen
thermoregulatie
2) afweer:
bloedstolling en immuniteit
Wat is het milieu interieur?
extracellulaire vloeistof (ook wel weefselvloeistof of intersitiele vloeistof): de stof die cellen en organen omgeven
Wat is het totaal volume extracellulaire vloeistof van een volwassen mens?
10-15 liter
Wat is homeostase?
Het constant en optimaal houden van de samenstelling van ons milieu interieur (thermoregulatie, ionsamenstelling, zuurgraad)
Wanneer treedt positieve feedback op? geef een voorbeeld
wanneer het product een stimulerende werking heeft op zijn eigen regelkring zoalsde opening van natriumkanalen die depolarisatie versterken en meer natriumkanalen openen
Wanneer treedt negatieve feedback op?
als de waarden constant moeten blijven
bij actiepotentiaal wanneer kaliumkanalen geactiveert worden en repolarisatie optreedt wat openen kationkanalen remt
Hoe vindt thermoregulatie plaats?
sensoren nemen een temperatuur verandering waar bij een verstoring die wordt vergeleken door een comporator in de thalamus met het setpoint (standaard temperatuur)
bij de mens is het setpoint 36,8 graden
Als er een verschil is tussen de waarden van de sensoren en het setpoint zal er een signaal (proportioneel aan grootte verschil) doorgegeven worden aan effectoren die de warmteproductie en afgifte kunnen bijstellen.
Waarvan is sprake bij een constante temperatuur?
warmteproductie is in evenwicht met de warmteafgifte (evenveel)
Wat is hypothermie?
de warmteafgifte is groter dan de warmteproductie en lichaamstemperatuur daalt onder 35 graden
Wat is hyperthermie?
de warmteafgifte is kleiner dan de warmteproductie en lichaamstemperatuur stijgt
Welke mechanismen horen bij warmteafgifte?
straling (radiatie): met voorwerpen op afstand
geleiding (conductie): door contact met een stilstaand medium
stroming (convectie): door contact met een bewegend medium (zoals de lucht)
verdamping (evaporatie): door onttrekking van de warmte via vocht (zweten)
Waardoor wordt de warmteafgifte geregeld?
het autonome zenuwstelsel door verhoogde of verlaagde huiddoorbloeding en zweten
verschilt tussen apicale (oorlellen en vingertoppen) en niet-apicale huid
het sympatische zenuwstelsel door:
- activatie van cholinerge sympatische postganglionaire huidvezels door acetylcholine leidt tot zweten en evt. vasodilatatie in niet-apicale huid
- activatie van adrenerge sympatische vezels door (nor)adrenaline leidt tot vasoconstrictie
- in de apicale huid bevinden zich glomus lichaampjes die sympatisch worden geactiveerd en zo de doorstroom van bloed tussen arteriolen en venulen aanpassen. bij kou zal deze anastomose meer bloed doorlaten zodat er minder warmte verloren gaat.
Wat zijn de centrale sensoren en wat doen zij
in de aria preoptica in de hypothalamus zitten temperatuur gevoelige neuronen en meten of het warmer of kouder is dan de standaard temperatuur
aria vuurt harder als het warmer wordt en minder als het kouder wordt
wanneer het te koud wordt zorgen ze dat de warmteproductie omhoog gaat en als het te warm wordt, gaat warmteafgifte omhoog.
als het lichaam te koud is treedt vasoconstrictie op en te warm vasodilatatie waardoor de bloeddoorstroming beter wordt en warmte afgegeven wordt via bloedvaten
Wat zijn de perifere sensoren en wat doen zij?
de koude en warmtereceptoren die beide andere kanalen hebben.
ze hebben een fasische en tonische component
als het kouder wordt vuren tonische componenten minder en fasisch veel meer waardoor totale frequentie tijdens temperatuurverandering toenement en daarna weer afnemen
Hoe werken de perifere sensoren?
koude gevoelige gebruiken TRPM8-ionkanalen die gevoelig zijn voor kou en menthol, maar niet voor warmte of capsaicine
warmte gevoelige sensoren hebben TRPM2-ionkanalen die bij activatie open gaan en een actiepotentiaal kan ontstaan
Welke mechanismen verzorgen de regulatie van warmteproductie?
- verhoogde spiertonus (functionerend via de gamma-lus)
- klappertanden, rillen
- onnodige bewegingen
- verbranding van bruin vetweefsel
Hoe werkt de verbranding van bruin vetweefsel en waar vind je het?
onder invloed van het sympatische zenuwstelsel
bruin vet zit in de nek, supraclaviculair, bij het mediastinum, paravertebraal en suprarenaal
wanneer noradrenaline vrijkomt, bindt dit op beta3 receptoren van de bruinvetcellen wat zorgt voor verbranding waarbij veel warmte wordt afgegeven (dus niet in ATP)
Hoe werkt vasoconstrictie?
noradrenaline bindt aan alfa1-receptoren in het gladde spierweefsel van de vaten die daardoor smaller worden om warmteverlies tegen te gaan
oiv sympatische zenuwstelsel
Wat gebeurt er bij koorts?
pyrogene cytokines veranderen warmtegevoeligheid van de centrale thermosensoren door verhoogde productie van prostaglandine E2 -> setpointtemperatuur verhoogd -> centrale censoren vuren minder en verhoogde doorbloeding en versterkte zweetsecretie-> warmteproductie verhoogd en vasoconstrictie, verminderd zweetsecretie en verhoging stofwisseling
Wat gaat de koorts tegen?
cyclo-oxygenaseremmers (COX-remmers) remmen prostangladine E2 vorming en gaan verandering setpointtemperatuur tegen
vb aspirine en paracetamol
Wanneer spreek je van koorts?
bacterien kunnen pyrotoxines maken waardoor het afweersysteem cytokines produceert
sprake van koorts bij temp boven 38 graden en rillen (lichaam denk dat het te koud is terwil het juist te warm is)
Wat is het mediastinum?
holte tussen linker en rechter long, borstbeen en wervelkolom
4 compartimenten:
- mediastium superior
- mediastinum anterior
- mediastinum medium
- mediastinum posterior
Wat zijn pleuraholten?
de holten waarin de longen liggen
Wat is het pericard?
het hartzakje
2 lagen:
- fibreus (buitenzijde)
- sereus (binnenzijde) dubbelgevouwen zak met parietaal en visceraalblad
parietaalblad vergroeid met hartspier (=epicard)
Wat doet thymusweefsel?
rol bij de ontwikkeling van T-lymfocyten, maar vervet over tijd
Wat is de sinus transversus?
de holte tussen de contouren van de aorta en de truncus pulmonalis en de contouren van de vena cava superior, inferior en de linker en rechter vena pulmonalis die een dwarsgelegen plooi in de achterwand van het pericard vormt
Wat is de sinus obliquus?
een holte binnen de contouren van de twee venae cavae en de venae pumonares
Welke vormen van een hart zijn er?
vierkamerhart (twee ventrikels en twee atria
tweekamerhart (1 ventrikel, 1 atrium)
driekamerhart (twee atria, 1 kamer) geen septum interventricularis
Hoe verloopt de bloedsomloop?
de kleine bloedsomloop gaat via de longen waardoor zuurstofarm zuurstofrijk wordt
de grote gaat langs alle organen om zuurstof af te geven, waarna het in het rechter atrium komt via boven in vena cava superior of onder via vena cava inferior
vanuit rechter atrium naar rechter ventrikel en door truncus pulmonalis in longen, waarna via vv. pumonales in linker atrium door naar linker ventrikel en in aorta
Hoe ontstaat het hart?
uit een buis die zich in een wand ontwikkelt waarna het hart dubbelgevouwen wordt.
Wat is het verschil tussen de ventrikelwanden?
de linker bestaat uit een doorlopende spier rondom de kamer en het septum is ook een onderdeel (dus dik) terwijl het rechterventrikel slechts een aanhangsel is van linker (dus dun)
Wat zijn de atrioventriculaire kleppen en welke zijn er?
hartkleppen tussen atria en ventrikels om terugstroom van bloed naar atria bij contractie in ventrikels te verhinderen.
valva tricuspidalis (3 slippen) tussen rechter atrium en ventrikel
valva mitralis (2 slippen) tussen linker atrium en ventrikel
Wat zijn de arteriele kleppen en welke zijn er?
gaan passief terugstroom van bloed tegen in aorta en truncus pulmonalis
valva trunci pulmonalis en valva aortae bestaan uit halvemaanvormige zakjes valvula semilunaris
openen als druk in ventrikel groter is dan in arterie
Wat is het ventielvlak?
het vlak waarin zowel de av als arteriele kleppen zijn gelegen
Wat is auscultatie?
het beluisteren van de harttonen (LUB-DUB)
Wat betekenen de verschillende harttonen?
LUB/eerste harttoon:
- veroorzaakt door sluiting AV-kleppen (instroom)
- S1 toon bij begin systole -> tijdens isovolumetrische contractiefase
DUB/tweede harttoon:
- veroorzaakt door sluiting SL-kleppen (uitstroom)
- S2 toon bij einde systole -> bij het begin van isovolumetrische relaxatie fase
Waar kun je verschillende harttonen het beste horen?
av kleppen bij linkerzijde hart tussen 5 en 6e rib
arteriele kleppen tussen 2 en 3e rib
valva aortae rechterkant hart
valva pulmonalis linkerkant hart
Hoe werkt het prikkelgeleidingssysteem in het hart?
SA-knoop start prikkel in rechter atrium en wordt over beide atria verspreid. Hartskelet (bindweefsel en vet) onderbreekt prikkelgeleiding zodat contractie ventrikels vanuit apex plaatsvindt en bloed naar boven gedrukt wordt door AV knoop
na AV lopen grote zenuwbundels verder als bundel van His waaruit een linker en rechter bundeltak in wand naar linker en rechter ventrikel vertakken tot purkinjevezels
aparte zenuwbundel die papillairspiertje aanstuurt die niet aan septum zit -> trabecula septomarginalis
Welke aanpassingen zijn er in de prenatale circulatie?
3 bloedvaten in navelstreng (2 zuurstofarme arterien en 1 zuurstofrijke vene)
vene via lever en loop over in vena cava inferior
ductus arteriosus om bloed van truncus pulmonalis in aorta te brengen -> wordt ligamentum arteriosum
foramen ovale om bloed uit rechter atrium in linker atrium te brengen -> wordt fossa ovalis
In welke circulatie wordt zuurstof opgenomen en afgegeven en onder welke omstandigheden gebeurt dit?
opgenomen in longcirculatie onder lage druk want kleine diffusieafstand, afgeven in lichaamscirculatie onder hoge druk want lange afstand
Uit welke fasen bestaat de hartcyclus?
diastole (= ventrikels in rust en atria contraheren) en systole (= ventrikels contraheren en atria in rust)
systole: start met isovolumetrische contractiefase -> snelle ejectiefase -> langzame ejectiefase
diastole start door isovolumetrische relaxatiefase -> snelle ventriculaire vullingsfase -> langzame ventriculaire vullingsfase -> atriale systole
Hoe verloopt de druk tijdens de hartcyclus?
zie figuur hartcyclus
1) druk in linker ventrikel hoger dan linker atrium start isovolumetrische contractiefase en mitralisklep sluit. Door sluiten neemt druk in ventrikel heel snel toe en zodra hoger dan aorta opent valva aortae
2) ejectiefase start met snelle uitstroom -> druk in aorta weer overhand -> uitrstroomsnelheid neemt af en uitstroom stopt als valva oartae sluit
3) isovulmetrische relaxatiefase start -> druk in ventrikel neemt sterk af en onder atrium -> mitraalklep opent en start diastolische fase
4) diastolische fase begint met snelle ventrikel vulling en gevolgd door langzame als druk ventrikel boven atrium
5) in atriale systole neemt druk atrium en ventrikel toe -> druk ventrikel groter dan atrium sluit mitralisklep en weer bij isovolumetrische contractiefase
Welke formule hoort bij de hartprestatie?
SV =EDV - ESV
slagvolume gedefinieerd door verschil eindidastolisch volume en eindsystolisch volume
HMV = SV X HF
hartminuutvolume (1/min) is slagvolume x hartfrequentie
Welke 3 toppen horen bij de vena jugularis bij de hartcyclus?
A-top: contractie atrium
C-top: snelle ejectiefase
V-top: openen instroomkleppen
Welke gevolgen hebben depolarisaties in een ECG?
P-top: contractie atrium, eind diastole
QRS-complex: contractie ventrikels, begin systole
T-top: repolarisatie ventrikels, eind systole
Welke kleppen zijn betrokken bij het begin en eind van iedere hartcyclus fase?
- ventriculaire vullingsfase (diastole):
begin: openen instroom kleppen; eind: sluiten instroom kleppen - isovolumetrische contractiefase (systole)
begin: sluiten instroom kleppen; eind: openen uitstroom kleppen - ejectiefase (systole):
begin openen uitstroom kleppen; eind sluiten uitstroom kleppen - isovolumetrische relaxatie fase (diastole)
begin sluiten uitstroom kleppen; eind openen instroom kleppen
Hoe werkt de elektrische activiteit van de SA-knoop?
SA-knoop cellen depolariseren vanzelf doordat de calciumkanalen open gaan staan -> SA-knoop blijft actiepotentialen vuren
membraanpotentiaal via patroon:
- 0e fase: depolarisatie door opening ca-kanalen, waarna calcium in de cel
- 3e fase: repolarisatie door K-kanalen, waarna kalium de cel uitgaat
- 4e fase: diastolische depolarisatie fase door oa If (funny current) die geprikkeld worden door repolarisatie -> langzame depolarisatie gestart (na in cel)
Wat is de SA-knoop?
primaire pacemaker van het hart met een hogere spontane frequentie dan de rest van gespecialiseerde weefsels
Wat is de AV-knoop en wat is zijn functie?
deel van het prikkelgeleidingssysteem van het hart met pacemaker eigenschappen
fungeert pas als impulsfrequentie wanneer SA-knoop verstoord is
vertraagt impulsgeleiding, zodat ventrikels langer kunnen volstromen met bloed -> langere refractaire periode die hart beschermd tegen te hoge hartslagfrequentie