Gender Flashcards

1
Q

Volgens welk principe maak je afspraken bij onderwerpen zoals relatie en seksuele vorming/gezinsvormen/gender?

A

Pickasoll!
Privacy: Alles wat we zeggen, blijft hier.
Ik-vorm: praten over onszelf, ervaringen & opvattingen
Cultuur: rekening houden met alle achtergronden in je groep (kunnen ook kleine verschillen zijn: bv. douchen: deur open of toe?)
Kies: Je mag zelf kiezen wat je wel en niet wilt vertellen
Actief: Doe mee, je mag zelf bepalen waarover het zal gaan.
Seksueel actief: Seks is ook de gevoelens erover.
Oriëntatie: LGBTHQ+? Iedereen is uniek en verdient respect.
Lachen: Humor mag, (ontladend werken, gespannen sfeer), maar niet uitlachen! Grapje dat niemand persoonlijk aanvalt. Aandacht hebben wnr iemand niet meelacht. (Grens overschreden!)
Luisteren: ook leren luisteren! Respect voor iedereen, talenten en interesses. Je hoeft niet iedereen leuk te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de belangrijkste afspraken bij kleuters?
(Binnen gender)

A
  • Stil zijn als iemand praat
  • Luisteren naar elkaar
  • Duidelijk praten zodat iedereen je verstaat
  • Elkaar niet uitlachen, het moet voor iedereen leuk zijn als er gelachen wordt.
  • Samenwerken, elkaar helpen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke dimensies zijn er bij relationele en seksuele vorming? (4)

A

Biologische dimensie: lichaam
Psychosociale dimensie: emoties, gedachten…
Gedragsdimensie: (seksuele) handelingen
Culturele dimensie: afkomst, religie, opvoeding, taboes…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarbij moet een kleuteronderwijzer rekening houden bij lessen over seksualiteit?

A
  • Veilige sfeer (afspraken)
  • Herkenbare woorden (bv. plasser of muis…)
  • Herkenbare situaties (rollenspel of poppenspel)
  • Geef een eenvoudig antwoord op élke vraag
  • Neem kleuters ernstig (niet je bent nog te klein)
  • Met aandacht voor diversiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn genderrollen?

A
  • Waarom gedraagt een jongen zich als jongen en een meisje zich als meisje?
    1. Belang van rolmodellen (volwassenen, leeftijdsgenoten, media, boeken, afbeeldingen….) Genderrollen nemen we over.
    2. Kiezen voor gelijkslachtige spelpartners (8-11j) - nemen gedrag over dat bij sekse past
    3. Gedrag dat binnen de genderrol valt wordt beloond/aangemoedigd (bv. papa doet zoon geen roze t-shirt aan, meisjes krijgen poppen van Sint, meisjes/jongens vragen seksespecifiek speelgoed aan ouders).
    4 Verschil in gedrag heeft biologische oorsprong én is dus aangeboren.
    (Geslachtshormonen, daarna versterkt door opvoeding en cultuur).
    –>Niet of/of maar en/En!!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ontwikkeling bij kinderen in het denken en hun kennis over sekseverschillen? (Kohlberg)

A
  • Genderidentiteit (2-3j)
    Eigen geslacht en dat van andere correct benoemen (uiterlijke kenmerken, kledij, kapsel…, speelgoed gelinkt aan sekse)
  • Genderstabiliteit (3-4j)
    Altijd jongen/meisje geweest en zal blijven. Later mama of papa worden. Verbonden met uiterlijke kenmerken (als je haar laat groeien, kan je in een meisje veranderen?)
    Stereotypen: meisjes zijn mooi en lief, jongens wilder…
  • Genderconsistentie (5-7j)
    Permanent en onafhankelijk van uiterlijke kenmerken. Zelfs met jongenskleren aan, ben ik nog een meisje
    Stereotypen nemen verder toe (sporten, beroepen…)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is gender?

A

Gender is het sociaal geslacht. (sociaal en cultureel (aangeleerde) verschillen tussen jongens en meisjes). Is veranderlijk doorheen de tijd
Seksuele identiteit:
* Geslacht (wat je meehebt van geboorte)
* Genderidentiteit: innerlijk gevoel (m/v/x) (transgender)
* Genderexpressie: waarop je je toont (kledij, kapsel…): cultuur, context en tijdsafhankelijk!
* Seksuele oriëntatie: op wie je verliefd wordt / wie je opwindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een gezin? (Definitie?)

A

Er is geen juiste definitie. Een gezin omschrijven lukt niet meer met één definitie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke gezinsvormen bestaan er?

A
  • Groot aantal kinderen groeit niet meer op in een ‘traditioneel’ gezin (moeder en vader).
  • Steeds meer verschillende vormen voor nieuw samengesteld gezin, eenoudergezin, adoptiegezin, homo-of lesbogezin, pleeggezin,….
  • Tradioneel gezin of kerngezin
  • Na echtscheiding:
  • Nieuw samengesteld gezin: Beide ouders brengen kinderen mee in de nieuwe relatie. (Soms ook nog samen kinderen). OF Mistens 1 ouder brengt al een kind mee in de relatie.
  • Co-ouderschap: gescheiden ouders delen het ouderlijk gezag over de kinderen
  • Eenoudergezin: een volwassene met kidneren van wij hij/zij de biologische ouder is. (echtscheiding, sterfgeval, BAM…)
  • Adoptiegezin: een of twee volwassenen hebben kinderen waarvan ze niet biologische ouders zijn (wel sociaal en juridisch)
  • Homo/lesbogezin: twee mannen of vrouwen die samenleven en kinderen hebben (vorige heterorelatie, geadopteerd of pleeggezin)
  • Pleeggezin
    -…..
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly