gebruiksnamen Flashcards
1
Q
H20
A
water
2
Q
HCl
A
zoutzuur
3
Q
NaCl
A
keukenzout
4
Q
O2
A
zuurstofgas
5
Q
O3
A
ozon
6
Q
Cl2
A
chloorgas
7
Q
N2
A
stikstofgas
8
Q
P4
A
witte fosfor
9
Q
S8
A
zwavel
10
Q
CO
A
koolstofmonoxide
11
Q
CO2
A
koolzuurgas