GBOR Flashcards

1
Q

Uit hoeveel secties bestaat een peloton?

A

Vier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit hoeveel personen bestaat een sectie?

A

Acht, bestaande uit één sectiechef (nummer 1) en 7 Inspecteurs (nummers 2 t.e.m. 8).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke nummer in de sectie is de adjunct-sectiechef?

A

Acht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke nummer in de sectie wordt ook wel aangeduid met een bolletje met daarin een diagonaal kruis?

A

Nummer vijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe teken je een sectie inf?

A

Een vierkant met een diagonaal kruis en daarboven 2 puntjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe teken je een sectie inf?

A

Een vierkant met daarin een diagonaal kruis en daarboven twee puntjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe teken je een eskadron inf?

A

Een vierkant met daarin een diagonaal kruis en daarboven een rechtopstaand streepje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe teken je een groep inf?

A

Een vierkant met daarin een diagonaal kruis en daarboven twee rechtopstaande streepjes, naast mekaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat een peloton?

A

Vier secties, een pelotonscommandant, een adjunct-pelotonscommandant, een operator-chauffeur (chauf) en een chauffeur-operator (RO).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt een alfa-peloton gevormd?

A

Secties 1 en 2 + pelotonscommandant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt een bravo-peloton gevormd?

A

Secties 3 en 4 + adjunct-pelotonscommandant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een peloton +?

A

Een peloton met een extra sectie (in totaal 5)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een peloton -?

A

Een peloton met maar drie secties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt een eskadron gevormd?

A

4 pelotons.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt een groep gevormd?

A

4 eskadrons.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de vijf verschillende sectieformaties.

A

Per één. Per twee. In slagorde (geschrankt). In tirailleur (op een rij naast mekaar). In L.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Noem de vier pelotonsformaties.

A

In kolonne (achter mekaar). In lijn (naast mekaar). In vierkant. In driehoek (bestaan drie varianten van, steeds 3 pelotons vooraan en 1 erachter, positie van het achterste peloton kan verschillen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke twee soorten actiemodi zijn er?

A

Preventieve en reactieve.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke 5 preventieve actiemodi zijn er? (PCAKE)

A

Patrouilleren.
Controleren.
Afzonderen.
Kanaliseren.
Escorteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke 5 reactieve actiemodi zijn er? (TODOU).

A

Terugdrijven. Ontruimen. Doorzoeken. Omsluiten. Uiteendrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is FORDT?

A

Finaliteit (actiemodus).
Objectief (as, limieten, VOP).
Richting.
Dispositief (eenheden).
Termijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een VwVzZ?

A

Voorwaartse verzamelzone. Plaats waar de eenheden toekomen en waar er bijkomend gebrieft kan worden, uitdelen en/of fitten van materiaal, etc..

Bv. Belcrownlaan bij wedstrijd RAFC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is een Depl Posn?

A

Ontplooiingspositie. Plaats waar de eenheden ontplooien voor aanvang actiemodus.

Bv. Oude Bosuilbaan x Bisschoppenhoflaan alvorens terugdrijving te Oude Bosuilbaan richting Jan Welterslaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de VL?

A

Vertreklijn. Denkbeeldige lijn op het terrein die overschreden wordt op het moment van aanvang actiemodus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is de BasisE?

A

Eenheid waarop de andere eenheden zich lijnen. Meestal de eenheid die de grootste reisweg moet afleggen of het meeste weerstand zal hebben en daardoor het traagst zal vorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn de laterale limieten?

A

De territoriale verantwoordelijkheidslimieten van de eenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat zijn coördinatietransversalen?

A

Fictieve lijnen voor coördinatie met de naburige eenheid. Doortocht dient gemeld te worden (geen halt houden). Wordt aangeduid met codewoorden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Leg uit: patrouilleren.

A

Is een preventieve actiemodus. Doorkruising van de gehele zone, georiënteerd naar personen, plaatsen en goederen die bijzondere aandacht vereisen. Contact met het publiek en controle personen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Leg uit: controleren.

A

Is een preventieve actiemodus.
Al dan niet statisch toezicht houden op in-en uitgangen en onderwerping aan controle, gaande van visuele controle tot het ontzeggen van toegang.

30
Q

Leg uit: kanaliseren.

A

Is een preventieve actiemodus.
In een bepaalde zone de bewegingen van personen en voertuigen regelen door ze naar verschillende richting te sturen.

31
Q

Leg uit: afzonderen.

A

Is een preventieve actiemodus.
Alle toegangen tot een bepaalde plaats controleren of alle uitgangen van een bepaalde plaats controleren zodanig dat de doelgroep niet meer aangroeit of zich ongecontroleerd kan verspreiden.

32
Q

Leg uit: escorteren.

A

Is een preventieve actiemodus.
Heeft als doel het begeleiden van voertuigen of personen in beweging om dreiging van buitenaf te ontraden of om dreiging van de groep zelf te voorkomen. Hoofddoel: confrontatie vermijden.

33
Q

Leg uit: terugdrijven.

A

Is een reactieve actiemodus.
Heeft als doel het terugduwen, doch gegroepeerd houden van manifestanten waarbij op het einde verhinderd wordt dat zij zich terug naar hun oorspronkelijke plaats kunnen begeven.

34
Q

Leg uit: uiteendrijven.

A

Is een reactieve actiemodus.
Heeft als doel het opsplitsen en verder verspreiden van een menigte en waarbij er op het einde dient gezorgd te worden dat zij zich niet meer hergroeperen.

35
Q

Leg uit: omsluiten.

A

Is een reactieve actiemodus.
Heeft als doel een groep manifestanten op 1 bepaalde plaats te houden en de omtrek van deze plaats zo klein mogelijk te maken.

36
Q

Leg uit: doorzoeken.

A

Is een reactieve actiemodus.
Heeft als doel een zone of gebouw zorgvuldig te doorzoeken met de bedoeling het vinden van personen, voorwerpen, etc..

37
Q

Leg uit: ontruimen.

A

Is een reactieve actiemodus.
Heeft als doel de aanwezigen op een bepaalde plaats te doen vertrekken wegens nakend gevaar en hen tevens te verhinderen om terug te keren.

38
Q

Welke ORDERS zijn er?

A

Waarschuwingsorder.
Bewegingsorder.
Integratieorder.
Particulier order.
Standaard Man. Plan.

39
Q

Wat is een WaarO?

A

Waarschuwingsorder.
Omvat de waarschijnlijke opdracht, algemene info omtrent Mov, eventueel oproep voor briefing en eventueel reeds dringende maatregelen m.b.t. logistiek, admin..

40
Q

Wat is een MovO?

A

Bewegingsorder.
Omvat de samenstelling van de colonne, reisweg, PEB, uur aanvang en/of einde Mov, snelheid, prioritair ja/nee, richtlijnen.

41
Q

Wat is een IntO?

A

Integratieorder.
Omvat het verspreiden van de nieuwe radiofrequentie, nieuwe roepnaam, nieuwe opstelplaats en plaats in de colonne, te volgen reisweg, te vermijden plaatsen, operationaliteitsgraad en SITREP.

42
Q

Wat is een PartO?

A

Particulier order.
Betreft een opdracht aan één specifieke eenheid, zoals bijv. één afzonderlijke sectie of een eenheid cav, etc..
Beoogde eenheid ontvangt SITREP, opdracht en coördinerende bepalingen.

43
Q

Leg het referentiekader voor het beheer van de publieke ruimte voor operaties van bestuurlijke politie uit.

A

De verantwoordelijkheid voor vlot en veilig verloop van volkstoelopen is niet enkel de verantwoordelijkheid van de politie, maar ook van de organisatoren, (lokale) overheid, verschillende partners. Het beheer vindt plaats op basis van wederzijds begrip, soepelheid, openheid, communicatie, dialoog en samenwerking (eveneens met de protesterende partij(en)).

Uitgangspunten:
- recht op vrije meningsuiting en vergadering;
- publieke ruimte maximaal ter beschikking;
- afspraken m.b.t. organisatie;
- samenwerken o.b.v. wederzijds begrip;
- tolerantiegrenzen m.b.t. aanvaardbare hinder.

44
Q

Wat is het principe van deëscalerend optreden.

A

Het doorlopen van volgende stappen:
1. Begrip.
2. Dialoog.
3. Samenwerking.
4. Waarschuwing.
5. Dreigen.
6. Dwang.

45
Q

Wat is het verschil tussen onthaalpolitie (of toezichtspolitie) en interventiepolitie?

A

Onthaalpolitie:
- o.b.v. communicatie en bemiddeling;
- zichtbaar, maar niet overmatig aanwezig;
- aanspreekbare kledij;
- oplossen van ‘low level conflicten’;
- nazorg.

Interventiepolitie:
- ultiem middel bij overschrijding van de tolerantiegrenzen;
- herstellen van de orde, desnoods met dwang;
- discrete opstelling in de nabijheid;
- bijzondere middelen;
- incasseringsvermogen.

46
Q

Leg de operationele activiteitencyclus uit.

A
  1. Informatiegaring.
  2. Operationele beoordeling.
  3. Beslissing.
  4. Uitvoering.
  5. Evaluatie - bijsturing.
47
Q

Leg uit: preadvies 0.

A
  • Voertuigen getankt en geladen + colonne gevormd;
  • personeel in de voertuig, volledig gefit;
  • draaiende motoren;
  • briefing bij eenheidscommandant.
48
Q

Leg uit: preadvies 2.

A
  • Voertuigen getankt en geladen + colonne gevormd;
  • Personeel in de voertuigen of nabijheid, volledig gefit;
  • geen draaiende motoren.
49
Q

Leg uit: preadvies 10.

A
  • Voertuigen getankt en geladen + colonne gevormd;
  • personeel stand-by in omgeving voertuigen, volledig gefit;
  • geen draaiende motoren.
50
Q

Leg uit: preadvies 30.

A
  • Voertuigen getankt en geladen + colonne gevormd;
  • personeel mag rusten, volledig gefit;
  • geen draaiende motoren.
51
Q

Welke omzendbrieven en dergelijke zijn van toepassing i.k.v. GBOR?

A

GPI48 en MFO2.

52
Q

Wat is FORDT?

A

Finaliteit (soort actie).
Objectief (beoogde terreingedeelte).
Richting.
Dispositief (opstelling, middelen).
Timing.

53
Q

Welke paraatheidsgraden zijn er?

A

ZKO en ZKOO.

54
Q

Welke uitvoeringsgraden zijn er?

A

Hr Avg Ops: … Hr

ASAP (12 minuten)

ONMIDDELLIJK

55
Q

Wat is het verschil tussen HYCAP A en HYCAP B?

A

HYCAP A is onthaalpolitie, toezichtsfunctie (Hotelploegen). HYCAP B is interventiepolitie (ME).

56
Q

Waaruit bestaat het manoeuvreplan?

A

Toestand.
Opdracht.
Uitvoering.
Coördinerende bepalingen.

57
Q

Wat is een jalonneur?

A

Personen op de hoek van een dispositief. Bijv. nr 2 van de eerste sectie (rechts) en nr 8 van de 3 sectie (links).

58
Q

Wat zijn, behalve dispatch, de bijkomende taken van een RO in het commando?

A

Ondersteuning van de ploegen door opzoekingen, bediening camera. Chauffeurfunctie.

59
Q

Welke systemen worden op het commando door de RO gebruikt?

A

CAD.
Focus.
Logboek om radiomeldingen bij te houden.
ICMS (systeem om info, kaarten en dergelijke te delen met alle hulpdiensten).
Track & Trace.

60
Q

Welk radiokanaal wordt gebruikt voor achtervolgingen, rampen, etc.?

A

Ant Alert 1

61
Q

Welk radiokanaal wordt gebruikt voor grote, lokale incidenten?

A

Ant Alert 3

62
Q

Welk subgroepen zijn er in een noodgroep?

A

ANT Comdt - commando
ANT Peri - perimeter
ANT Mobi - mobiliteit (omleidingen, …)
ANT Judi - gerechtelijk onderzoek
ANT Logi - logistiek
ANT Resi - reserve
ANT Cordi - aanrijroute

63
Q

Welke sunray’s zijn er bij grote incidenten?

A

Coördinator
Peri sunray
Mobi sunray
Judi sunray
Tact/Logi sunray
Resi sunray
Dir D3 en Dir Pol
RV sunray

64
Q

Geef de vijf disciplines.

A
  1. Brandweer
  2. Medisch
  3. Politie
  4. Civiele bescherming
  5. Communicatie (media)
65
Q

Wie heeft de operationele leiding bij grote incidenten?

A

Brandweercommandant.

66
Q

Met welke sneltoets op de radio schakel je snel naar Alert en relevante kanalen?

A

Sneltoets 0 inhouden.

67
Q

Geef peloton Charlie bevel om hypothese Oude Bosuilbaan uit te voeren.

A

Charlie Sunray, hier commando. Preadvies 0 en ZKOO hypothese Oude Bosuilbaan uit te voeren. SITREP. We hebben momenteel zicht op supporters van de thuisploeg die de beweging in looppas maken richting Oude Bosuilbaan. Naar alle waarschijnlijkheid zullen zij de confrontatie opzoeken met de uitsupporters. Thuissupporters zijn gemaskerd. U dient uw peloton te ontplooien te Oude Bosuilbaan, ter hoogte van het bussensas. U stelt uw peloton op in lijn, met alle vier de secties over de volledige breedte van de Oude Bosuilbaan, front naar Jan Welterslaan. U gaat vervolgens over tot terugdrijving van de thuissupporters zodanig dat het bussensas vrij is en de bussen zonder incident kunnen vertrekken. Wanneer de terugdrijving voldoende gelukt is dan houdt u op statische wijze de thuissupporters op afstand. Geef ACK.
- ACK -
Uitvoering NU.

68
Q

Welke perimeters zijn er?

A

Uitsluitingsperimeter (rode zone).
Isolatieperimeter (oranje zone).
Ontradingsperimeter (gele zone).

69
Q

Welke andere zones of plaatsen, behalve perimeters, kunnen ingesteld worden?

A

Gewondennest.
Way in/way out.

70
Q

Wat is het verschil tussen ZKO en ZKOO?

A

ZKO: nog niet ter plaatse gaan, nog niet ontplooien.

ZKOO: ter plaatse gaan, ontplooien, uitvoering op bevel.