fysiologie

Question 1

taxonomie

Answer 1

Hiërarchische ordening op basis van een aantal criteria.

Question 2

classificatie

Answer 2

de activiteit om tot de taxonomie te komen

Question 3

voedster

Answer 3

vrouwelijk konijn

Question 4

rammelaar

Answer 4

mannelijk konijn

Question 5

oestrus

Answer 5

tijd wanneer ze vruchtbaar worden

Question 6

poly-oestrus

Answer 6

meerdere cycli hebben op 1 jaar.

Question 7

Lee-boot effect

Answer 7

onderdrukking of verlenging van de oestrus.

Question 8

Whitten effect

Answer 8

Door een mannetje in een geïsoleerde groep vrouwtjes te zetten, gaan de oestrus van de vrouwtjes synchroon lopen.

Question 9

Bruce effect

Answer 9

Vrouwtje is zwanger van een mannetje en wordt blootgesteld aan een ander mannetje minder dan 24 uur na zwanger te geraken, kan de zwangerschap worden afgebroken.

Question 10

postpartum oestrus

Answer 10

ovulatie vlak na de bevalling of abortus

Question 11

monogaam

Answer 11

met 1 partner paren

Question 12

polygaam

Answer 12

meerdere partners voor mee te paren

Question 13

Kurloff cellen

Answer 13

mononucleaire lymfocyten

Question 14

heterofielen

Answer 14

neutrofielen granulocyten met eosinofiele granula.

Question 15

pseudo-eosinofiel

Answer 15

heterofiele leukocyt

Question 16

coecotrofie

Answer 16

faeces worden direct uit de anus verorberd

Question 17

coprofagie

Answer 17

faeces eten voor ontwikkelen van de darmflora

Question 18

coecotrofen

Answer 18

nachtfaeces van een konijn.