Functiewoorden en bijwoorden Flashcards
1
Q
waarom
A
hvorfor
2
Q
om een bepaalde reden
A
av en eller annen grunn
3
Q
voor een bepaald doel
A
av en eller annen grunn
4
Q
omdat
A
fordi
5
Q
en
A
og
6
Q
of
A
eller
7
Q
maar
A
men
8
Q
voor
A
for, til
9
Q
te (veel mensen)
A
for, altfor
10
Q
alleen
A
bare
11
Q
precies
A
presis
12
Q
exact
A
eksakt
13
Q
ongeveer
A
cirka
14
Q
omstreeks
A
omtrent
15
Q
bij benadering
A
omtrentlig