functies celorganellen (4T1) Flashcards

waretdghreqra

1
Q

organel

A

deel van een cel met eigen functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

functie celmembraan

A

scheidt inwendige van uitwendige milieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functie cytoplasma/celplasma

A

Oplossen stoffen en organellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

functie vacuole

A

Grote blaas vol vacuolevocht, alleen in plantaardige cellen

stevigheid en soms kleurstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

functie chloroplasten

A

bevatten chlorofyl -> fotosynthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

functie cromoplasten

A

kleuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

functie leukoplasten

A

Opslaan vetten, zetmeel en eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

functie celwand

A

stevigheid (alleen bij plantaardige cellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

functie ruw endoplasmatisch reticulum

A

(heeft ribosomen)
blaasjes afsnoeren
transport van eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

functie glad endoplasmatisch reticulum

A

(heeft geen ribosomen)
verschilt per celtype (vb. hormonen of vetten maken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

functie ribosomen

A

eiwitsynthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

functie golgisysteem

A

eiwitten afmaken
eiwitsecretie
lysosomen maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

functie lysosomen

A

(=blaasje met enzymen)
verteren van voedingsstoffen of afvalstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly