french Flashcards
humm
1
Q
le caractère
A
het karakter
2
Q
l’apparence
A
het uiterlijk
3
Q
branché
A
hip
4
Q
intéressant
A
interessant
5
Q
imprimé
A
bedrukt
6
Q
craquer pour
A
vallen voor
7
Q
plaisanter
A
grapjes maken
8
Q
rêver de
A
dromen over
9
Q
avoir bon goût
A
een goede smaak maken
10
Q
avoir l’air
A
er uit zien
11
Q
ce ne que l’apparence
A
het is maar het uiterlijke
12
Q
il me manque
A
ik mis hem
13
Q
il me semble
A
het lijkt me dat
14
Q
le bouton
A
het puistje
15
Q
le maquillage
A
make up