Franse Woordjes Flashcards
Le droit
Het recht
Droit objectif
Objectief recht
Droit subjectif
Subjectief recht
Le sujet de droit
Het rechtssubject
La faute
De fout
Le préjudice
De schade
Le lien de causalité
Het oorzakelijk verband
Le conditio sine qua non
De noodzakelijke voorwaarde
Le code pénal
Het strafwetboek
Une obligation de résultat
Een resultaatsverbintenis
Une obligation de garantie
Een garantieverbintenis
Une obligation de moyen
Een inspanningsverbintenis
Le bonus pater familias
Voorzichtig en redelijk persoon/goede huisvader
Le dépôt
De bewaargeving
Le prêt à usage/le commodat
De bruikleen
Le bail
De huur
La compétence liée
De gebonden bevoegdheid
La compétence discrétionnaire
De discretionaire bevoegdheid
Le devoir
De plicht
Le créancier
De schuldeiser
Le débiteur
De schuldenaar
Une obligation
Een verbintenis
La cessation de l’illicite
De stopzetting van de onrechtmatige toestand
Une mesure de rétablissement
Een herstelmaatregel
L’exécution en nature
De uitvoering in natura
La dette d’une somme d’argent
De schuld tot betaling van een geldsom
La saisie
Het beslag
Un huissier de justice
Een gerechtsdeurwaarder
Des intérêts moratoires
Moratoire interesten
La mise en demeure
De ingebrekestelling
Le code judiciaire
Het gerechtelijk wetboek
Des intérêts compensatoires
Compensatoire interesten
L’exécution manu militari
De uitvoering manu militari
L’astreinte
De dwangsom
A l’impossible, nul n’est tenu
Niemand kan tot het onmogelijke gehouden worden
Le remplacement du débiteur
Vervanging van de schuldenaar
Un jugement valant acte
Een plaatsvervangende uitspraak
Opposable aux tiers
Tegenwerpelijk aan derden
Un acte authentique
Een authentieke akte
La récidive
De herhaling
Nul ne paît se faire justice à soi-même (prohibition de justice privée)
Niemand kan het recht in eigen handen nemen (verbod op eigenrichting)
Un titre exécutoire
Een uitvoerbare titel
Le privilège du préalable
Het voorrecht van het voorafgaande (recht van de administratie om uitvoerbare beslissingen te nemen)
La légitime défense
De wettige verdediging
Des droits suspensifs
Opschortingsrechten
L’exception d’inexécution
De exceptie van niet-uitvoering
Le droit de rétention
Het retentierecht
Des contrats synallagmatiques
Wederkerige contracten
La transaction
Het dadingscontract
La tierce décision obligatoire
De bindende derdenbeslissing
L’arbitrage
De arbitrage
La médiation
De bemiddeling
Une obligation naturelle
Een natuurlijke verbintenis
Une incombance
Een obliegenheit
L’état de droit
De rechtsstaat
Le moniteur belge
Het Belgisch staatsblad
Des dispositions transitoires
Overgangsmaatregelen
Le droit positif
Het positief/vigerende recht
Le lege lata
Naar positief recht (recht zoals het is)
De lege ferenda
Mbt het toekomstige recht (zoals het zou moeten zijn)
Le droit commun
Het gemeen recht
Le droit de consommation
Het consumentenrecht
Un consommateur
Een consument
L’autonomie de la volonté
De wilsautonomie
Le droit supplétif
Het aanvullend recht
Des règles impératives
Dwingende rechtsnormen
L’ordre public
De openbare orde
Les bonnes mœurs
De goede zeden
Le droit constitutionnel
Het grondwettelijk recht
Le droit administratif
Het bestuursrecht/administratief recht
Le droit judiciaire
Het procesrecht/gerechtelijk recht
Le droit judiciaire privé
Het gerechtelijk privaatrecht
Le code d’instruction criminelle
Het wetboek van strafvordering
Le droit pénal
Het strafrecht
Une infraction
Een misdrijf
Une peine
Een straf
Un crime
Een misdaad
Un délit
Een wanbedrijf
Une contravention
Een overtreding
La procédure criminelle
Het formele strafrecht/de strafvordering/het strafprocesrecht
Le droit fiscal
Het fiscaal recht/belastingrecht
Une rétribution
Een retributie
Un impôt
Een verhaalbelasting
Le droit civil
Het burgerlijk recht
Le droit des biens
Het goederenrecht
Le droit des obligations
Het verbintenissenrecht
Le droit des contrats spéciaux
Het bijzonder contractenrecht
Les contrats innomés
De onbenoemde/gemengde contracten
Le droit des personnes
Het personenrecht
Le droit de la famille
Het familierecht
Le droit patrimonial de la famille
Het familiaal vermogensrecht
La donation
De schenking
Un testament
Een testament
Le droit des successions
Het erfrecht
Le droit de la sécurité sociale
Het sociale zekerheidsrecht
Le droit du travail
Het arbeidsrecht
Une entreprise
Een onderneming
Une société
Een vennootschap
Une association
Een vereniging
Le droit économique
Het economisch recht/ondernemingsrecht
Le droit international privé
Het internationaal privaatrecht
Le droit des gens
Het volkenrecht
Le droit international public
Het internationaal publiekrecht
Le pouvoir législatif
De wetgevende macht
Le pouvoir exécutif
De uitvoerende macht
Le pouvoir judiciaire
De rechterlijke macht
Un règlement
Een verordening
Jamais prince ne peut faillir, que la faute ne vienne de son conseil
Onschendbaarheid van de koning als correlaat van feit dat koning nooit alleen kan handelen
Un état fédéral
Een federale staat
Un état unitaire
Een eenheidsstaat
Une source de droit
Een rechtsbron
La législation
De wetgeving
La loi
De wet
Le droit coutumier
Het gewoonterecht
Les principes généraux du droit
De algemene rechtsbeginselen