frans zinnen (schrijfexamen E1) Flashcards
Ik ben van plan om te (lezen, praten)
J’ai l’intention de (lire, parler)
Ik zou u graag het volgende willen vragen
Je voudrais vous poser la question suivante
Bij voorbaat dank
Je vous remercie d’avance
Ik heb mijn VWO diploma gehaald in juni
J’ai obtenu mon diplôme VWO (en juin)
Ik red me goed in het frans
Je me débrouille bien en français
Ik ben erg gemotiveerd en ik wil hard werken
Je suis très motivé et je veux travailler dur
De reis heeft niet aan mijn verwachtingen voldaan
Le voyage n’a pas répondu à mes attentes
Excursies werden geannuleerd zonder duidelijke reden
Des excursions ont été annulées, sans raison évidente.
Ik hoop dat u begrijpt dat ik ontevreden ben
(J’espère que) Vous comprendrez que je suis très mécontent(e).
Ik wil klagen over de situatie
Je voudrais me plaindre de cette situation.
Ik ben tevreden over de cursus, omdat…
Je ne suis pas satisfait du cours parce que
Tot mijn spijt moet ik u meedelen dat (de …. besteld op 23 december)
À mon vif regret, je dois vous informer que (les …… commandés le 23 december)
Ik ben zeer geinteresseerd in deze baan, omdat
Je suis particulièrement intéressé(e) par ce poste car…
Mijn sterke punten zijn….
Mes qualités principales sont…
Ik denk dat … mijn zwakke punten zijn. Maar ik werk eraan dit gebied/deze gebieden te verbeteren.
Je pense que… ce sont mes faiblesses. Mais je travaille à améliorer ce(s) domaine(s).