Frans voc Flashcards
1
Q
l’adulte (m)
A
de volwassene
2
Q
les arts martiaux (m)
A
de gevechtssport
3
Q
le casse-cou
A
de waaghals
4
Q
le fleuve
A
de stroom
5
Q
le rocher
A
de rots
6
Q
le saut
A
de sprong
7
Q
le soutien
A
de steun
8
Q
l’angoisse (f)
A
de angst
9
Q
la curiosité
A
de nieuwsgierigheid
10
Q
la hauteur
A
de hoogte
11
Q
la limite
A
de grens
12
Q
la possibilité
A
de mogelijkheid
13
Q
la sensation
A
de gewaarwording
14
Q
la valeur
A
de waarde
15
Q
scolaire
A
school-
16
Q
affirmer
A
duidelijk maken
17
Q
bluffer
A
opscheppen, overdrijven
18
Q
se casser
A
breken, stukgaan
19
Q
confondre
A
verwarren
20
Q
définir
A
omschrijven
21
Q
dépasser
A
overschrijden | overtreffen
22
Q
échapper à
A
ontsnappen aan
23
Q
s’éclater
A
zich uitleven, uit z’n dak gaan
24
Q
gérer
A
beheren
25
maîtriser
beheersen
26
mériter
verdienen
27
suffire
voldoende zijn
28
plonger
duiken
29
rechercher
opzoeken
30
tenter
aantrekken, aanlokken | proberen
31
vaincre
overwinnen
32
pleinement
geheel en al, volledig
33
à présent
nu, tegenwoordig
34
à portée de main
binnen handbereik
35
couper le souffle
de adem benemen
36
dans ce cas
in dit geval
37
lancer une idée
met een idee voor de dag komen
38
remettre en question
in vraag stellen
39
la boîte en carton
de kartonnen doos
40
le cageot
de krat
41
le calage
het stabiliseren, vastzetten
42
caler
stabiliser
43
la caisse
de kist
44
le carton ondulé
het golfkarton
45
durable
duurzaam
46
l'enveloppe (f) matelassée
de gewatteerde envelop
47
la fibre de bois
de houtwol
48
la fibre de papier
de papiervezel
49
la fibre de calage
de beschermingsvezel
50
le film à bulles antichoc
de bubbelplastiekfolie
51
le film rétractable
de folie
52
la frigolite
het piepschuim
53
le fût
het vat
54
la palette
de pallet
55
le papier kraft
het krafpapier
56
solide
stevig
57
la taille
de grootte
58
l'adresse de livraison (f)
het leveringsadres
59
le colis
het pakket, pakje
60
par courrier normal
per post
61
le délai de livraison
de leveringstermijn
62
l'envoi (m)
de verzending
63
en express
per spoedverzending
64
livrer
leveren
65
le mode d'expédition
de verzendingswijze
66
sous x heures
binnen x uren
67
la traçabilité
de traceerbaarheid
68
tracer
traceren, volgen
69
d'urgence
dringend
70
aérien
lucht-
71
le chariot élévateur à fourche
vorkheftruck
72
ferroviare
spoorweg-
73
fluvial
rivier-
74
le mode de transport
de vervoerswijze
75
maritime
zee-
76
routier
weg-
77
cassé
stuk, kapot
78
constater
vaststellen
79
défectueux
gebrekkig
80
les dégâts (m)
de schade
81
endommagé
beschadigd
82
l'erreur (f)
de fout
83
est dû à
is te wijten aan
84
il manque
er ontbreekt
85
il y a une rupture de stock
het is niet meer in voorraad
86
l'incident (m)
het voorval
87
le malentendu
het misverstand
88
mécontent
ontevreden
89
le retard
de vertraging
90
la compensation financière
de financiële compensatie
91
dépanner
uit de nood helpen
92
la note de crédit
de creditnota
93
rembourser
terugbetalen
94
se renseigner
inlichtingen inwinnen
95
vérifier
controleren
96
l'adepte (m)
de aanhanger, de fan
97
le cauchemar
de nachtmerrie
98
l'équilibre (m)
het evenwicht
99
l'itinéraire (m)
de reisroute
100
le partage
de verdeling
101
le participant
de deelnemer
102
le pote (fam.)
de vriend
103
la bande
de groep
104
la cagnotte
de pot
105
la corvée
de corvee, de zware taak
106
la dépense
de uitgave
107
l'initiative (f)
het initiatief
108
la participation
de deelname
109
la tâche ménagère
de huishoudtaak
110
la virée
het kort uitstapje
111
amer
bitter
112
pourri
rot
113
dégager
ophoepelen, vrijmaken
114
expédier
(weg)zenden
115
partager
delen
116
(se) réjouir
(zich) verheugen
117
répartir
verdelen
118
reprocher
verwijten
119
squatter
bezetten
120
virer à
uitdraaien op
121
en perspective
in het vooruitzicht
122
en bois
houten
123
en espèces
cash
124
en liquide
cash
125
par carte bancaire
met de bankkaart
126
par carte de crédit
met de kredietkaart
127
par carte de débit
met de debitkaart
128
le moyen de paiement
de betalingswijze
129
par virement
per overschrijving
130
le prélèvement automatique
de automatische betaling
131
acheter à crédit
kopen op afbetaling
132
le délai de paiement
de betalingstermijn
133
écholonner le paiement
de betaling spreiden
134
paiement à 30 jours
betaling binnen 30 dagen na factuurdatum
135
paiement à 30 jours fin de mois de livraison
betaling binnen 30 dagen einde maand van levering
136
payer à la réception
betalen bij ontvangst
137
payer au comptant
conctant betalen
138
payer en 3 fois
in drie keer betalen
139
sans frais
zonder kosten
140
le solde
het saldo
141
accorder une réduction
een korting toekennen
142
l'accompte (m)
het voorschot
143
bénéficier d'une réduction
een korting genieten
144
la caution
de waarborg
145
l'échéance (f)
de vervaldag
146
l'escompte (m)
de disconte, de financiële korting
147
établir
opstellen
148
le montant net à payer
het te betalen nettobedrag
149
non remboursable
niet terug te betalen
150
le numéro d'entreprise
het ondernemingsnummer
151
la réduction
de korting
152
la ristourne
de ristorno, de getrouwheidskorting
153
le taux
het percentage