frans voc Flashcards
1
Q
een ontvangst
A
un accueil
2
Q
de look
A
l’ail
3
Q
een levensgenieter
A
un bon vivant
4
Q
de bestelling
A
une commande
5
Q
de bil
A
une cuisse
6
Q
het bruiswater
A
l’eau gazeuse , pétillante
7
Q
het mineraal water
A
l’eau minérale
8
Q
een voorgerecht
A
une entrée
9
Q
een kikker
A
une grenouille
10
Q
een sinaasappelsap
A
un jus d’orange
11
Q
een karafje
A
un pichet
12
Q
een hoofdgerecht
A
un plat principal
13
Q
druif
A
un raisin
14
Q
een verhouding
A
un rapport
15
Q
een zalm
A
un saumon
16
Q
een geheim
A
un secret
17
Q
een tong
A
une sole
18
Q
het gevogelte
A
la volaille
19
Q
versierd
A
décoré,décorée
20
Q
heerlijk
A
délicieux , délieuse
21
Q
gebraden
A
rôti, rôtie
22
Q
weinig doorbakkken
A
saignant, saignante
23
Q
aanraden
A
conseiler
24
Q
wensen
A
désirer
25
aarzelen
hésiter
26
aanbevelen
recommander
27
behalve
sauf
28
bijna rauw
bleu
29
weinig doorbakken
saignant
30
medium , iets doorbakken
à point
31
goed gebakke
bien cuit , cuite
32
vond u het lekker ?
cela vous a plu
33
een sfeer
une ambiance
34
een citroen
un citron
35
een flitet
un filet
36
een ingredient
un ingrédient
37
een saus
une sauce
38
een traditie
une tradition
39
de vanille
la vanille
40
compleet , volledig
complet, complète
41
het avondmaal nemen
dîner
42
typisch
typiquement