Frans rallye 1 C1 Voc Flashcards
1
Q
het land
A
le pays
2
Q
de bestuurdersruimte
A
la cabine
3
Q
de airco
A
la clim
4
Q
de levering
A
la livraison
5
Q
A
6
Q
moeilijke
A
difficile
7
Q
moe
A
fatigué
8
Q
volgend
A
prochain
9
Q
overmorgen
A
après-demain
10
Q
eergisteren
A
avant-hier
11
Q
gelukkig
A
heureusement
12
Q
opnieuw vertrekken
A
repartir
13
Q
naar/in het buitenland
A
à l’étranger
14
Q
dat is lang geleden
A
ca fait longtemps
15
Q
dat is niet vanzelfsprekend
A
ce n’est pas évident
16
Q
twee weken gelden
A
il y a deux semaines
17
Q
zijn vakantie doorbrengen
A
passer ses vacances
18
Q
Wat een avontuur
A
Quelle aventure