Frans 2H1 Flashcards
Basis Frans
1
Q
plus lentement
A
langzamer
2
Q
lentement
A
langzaam
3
Q
pouvez-vous parler plus lentement, s’il vous plait?
A
Kunt u langzamer praten svp?
4
Q
encore une fois
A
nogmaals
5
Q
Conjugaison
A
Conjugations/vervoegen
6
Q
Répéter
A
herhalen
7
Q
Épeler
A
Spellen
8
Q
Ecouter
A
Luisteren
9
Q
Ecrire
A
Schrijven
10
Q
Regarder
A
Kijken
11
Q
Lire
A
Lezen
12
Q
Siéger
A
Zitten
13
Q
Une gomme
A
Een gum
14
Q
Un cahier
A
Een schrift
15
Q
Un classeur
A
een map
16
Q
Un tableau
A
een blackboard
17
Q
Un bloc-notes
A
een bloknote
18
Q
Un crayon
A
een potlood
19
Q
Un marquer
A
een stift
20
Q
Une feuille
A
een vel
21
Q
Un stylo
A
een pen
22
Q
Un ordinateur
A
een computer
23
Q
Épeler, waarom staat er bij j’epelle een dubbele ‘l’?
A
Vanwege de mute ‘e’ bij de enkelvoudige persoonsvormen
24
Q
-ion = mannelijk of vrouwelijk?
A
Vrouwelijk, dus ‘une’
25
Puis je
Kan/mag ik (pouvoir)
26
Toilettes (altijd meervous)
WC
27
Travail en groupe
werken in een groep
28
Horaire
Rooster
29
La salle
de kamer
30
Werkwoord: habiter
wonen
31
Werkwoord: aimer
houden van
32
Werkwoord: Répondre
beantwoorden
33
Hier
Gisteren
34
Aujourd'hui
Vandaag
35
Demain
Morgen
36
j'ai rendez-vous
Ik heb een afspraak
37
pur
Zuiver
38
La peur
angst (fear)
39
Un mur
Een muur
40
Un voleur
een dief
41
Souvent
Vaak
42
trop
veel
43
Une voix
een stem
44
Chercher
Zoeken
45
Un bisou
een kus
46
Quand
Wanneer
47
Jamais
Nooit
48
Tard
laat
49
Tôt
Vroeg
50
Une église
Een kerk
51
Je ne veux pas
ik wil niet
52
Pas encore
Nog niet
53
Je n'ai pas encore fini
Ik ben nog niet klaar
54
Dix
10
55
Onze
11
56
Douze
12
57
Treize
13
58
Quartorze
14
59
Quinze
15
60
Vingt
20
61
Trent
30
62
quarante
40
63
Cinquante
50
64
Soixante
60
65
Septante/Soixante-dix
70
66
Huitante/quatre-vent
80
67
Nontante/quatre-vent-dix
90
68
Cent
100
69
Cent-deux
200
70
Deux-mille
2000
71
Chiffres
Nummers
72
Voisin
Buur
73
J'habite à....
Stad (masc)
74
J'habite en....
Land (feminin)
75
J'habite au
Land (Masc)
76
J'habite aux
Land (mv)
77
Faire du jogging
Joggen
78
Faire du promenades
Wandeling maken
79
Lire des livres
Boeken lezen
80
Aller à l'opéra
Naar de opera gaan
81
Faire des voyages
Op reis gaan