Fran Flashcards
La sortie
Het uitstapje
La plage
Het strand
L’argent de pochce
Het zakgeld
La voisin
De buurman
La Cassiers
De kassisiers
Le vendeur
De verkoper
Le Serveur
De ober
Le casque
De koptelefoon
Complique
Ingewikkeld
Autre
Andere
Cher
Duur
Bien tot
Binnenkort
Si
Als
Par example
Bijvoorbeeld
Dommage
Jammer
Ganger de l’argent
geld verdienen
Depenser
Uitgeven
Payer
Betalen
Faire des economies
Sparen
Augmenter
Verhogen
Refuser
Weigeren
Avoir besoin
Nodig hebben
Travailler
Werken
Sortir un chien
Een hond uitlaten
Faire la vaisselle
Afwassen
Faire du baby sitting
Oppassen
Remplir les rayons
Vakken vullen
J’avais
Ik had
Je dois
Ik moet
J’aimerais
Ik zou het leuk vinden
Le portemonnaie
De portemonne
La monnaie
Het kleingeld
Le nombre
Het aantal
L’avenir
De toekomst
Le bonbon
Het snoepje
Les lunettes de soleil
De zonnebril
L’hiver
De winter
L’ete
De zomer
La chose
Het ding