Fragen Berufe Flashcards
1
Q
Is het eerder een mannelijk of een vrouwelijk beroep?
A
Ist es eher ein Männer- oder Frauenberuf?
2
Q
Heeft het beroep met voeding te maken?
A
Hat der Beruf etwas mit Ernährung zu tun?
3
Q
Moet je hoogopgeleid zijn voor dit beroep?
A
Für diesen Beruf ist eine gute Ausbildung erforderlich?
4
Q
Ben je in dit beroep bezig met mensen?
A
Arbeiten Sie in diesem Beruf mit Menschen zusammen?
5
Q
Is het een fysiek zware job?
A
Ist es eine körperlich anstrengende Arbeit?
