folder 1 deel 2 woordenschat eng - ned Flashcards
an amphibian
een amfibie
an ape
een mensaap
an ape
een mensaap
a bird
een vogel
a bird of prey
een roofvogel
a coat
een pels
a fish
een vis
fur
vacht
a gill
een kieuw
health
gezondheid
an invertebrate
een ongewervelde
a mammal
een zoogdier
mane
manen
a monkey
een aap
plumage
gevederte
a prey
een prooi
a pride
een troep
a reptile
een reptiel
a species
een soort, een ras
to behave
gedragen
to breathe
ademen
to chase
achtervolgen
to dwell
rondhangen, zich bevinden
to intimidate
intimideren, afschrikken
to pose (a question)
stellen, vormen
to produce
voortbrengen, produceren
to quarrel
ruziën, bekvechten
to withdraw
terugtrekken
distinctive
kenmerkend, uitgesproken
fierce
heftig, vurig, boos
gentle
zachtaardig
intimidating
intimiderend, afschrikwekkend
neat
netjes, ordelijk
spotted
gestipt, gevlekt
striped
gestreept
thus
dus, daardoor
to be related to
verwant zijn aan
to play pranks (on)
grappen uithalen
a bark
een blaf
a bite
een beet
to bark
blaffen
adaptable
aanpasbaar, flexibel
adorable
schattig, snoezig, vertederend
adventurous
avontuurlijk