Financiële instrumenten Flashcards

1
Q

Wat is een financieel instrument?

A

Een overeenkomst die leidt tot een financieel actief bij de ene partij en een financiële verplichting of eigen-vermogensinstrument bij de andere partij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een derivaat?

A

Een financieel instrument met de volgende drie kenmerken:

  • Waarde verandert als gevolg van veranderingen op de markt (onderliggende waarde)
  • Geen of geringe netto investering benodigd
  • Het wordt op een tijdstip in de toekomst afgewikkeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is recycling?

A

Gecumuleerde koersverschillen bij realisatie overboeken naar P&L (dus alsnog winst/verlies nemen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een fair value option?

A

Keuze om toch andere waarderingsgrondslag te gebruiken mag alleen als dit een belangrijke mismatch voorkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een financieel actief?

A

a. liquide middelen;
b. een eigen-vermogensinstrument van een andere partij;
c. een contractueel recht is om:
- liquide middelen of een ander financieel actief te ontvangen van een andere partij; of
- financiële activa of financiële verplichtingen te ruilen met een andere partij onder voorwaarden die potentieel
voordelig zijn; of
d. een contract dat in de aandelen van de onderneming zal of kan worden afgewikkeld en dat:
- een niet-derivaat is waarbij de onderneming een variabel aantal van de
aandelen van de onderneming te ontvangen; of
- een derivaat is dat niet wordt afgewikkeld op een andere wijze dan door de ruil van een vast bedrag
aan liquide middelen of een ander financieel actief voor aandelen
van de onderneming. Een voorbeeld hiervan is het recht om een vast aantal van de eigen aandelen
terug te kopen van een derde tegen een prijs die van tevoren is vastgelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een financiële verplichting?

A

Een contractuele verplichting om liquide middelen of een ander financieel actief aan een andere partij te leveren of financiële actieve of financiële verplichtingen te ruilen met een andere partij onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor de rechtspersoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de verschillende stadia van het expected credit losses model?

A

Stage 1: Initial recognition: - voor de kans op een default/falen moet je bij eerste waardering rekening houden met een horizon van 12 maanden en de expected credit loss bepalen met als basis de geamortiseerde kostprijs ZONDER kredietverliezen
Stage 2: Significant increase in credit risk:
- als de kans op een default/falen significant is toegenomen door een bepaald event, dan moet je de lifetime (dus rekening houdend met de totale lifespan, niet maar 12 maanden) expected credit loss bepalen met als basis de geamortiseerde kostprijs ZONDER kredietverliezen.
Stage 3: Actual impairment:
- als de kans op een default/falen significant is toegenomen door een bepaald event, dan moet je de lifetime expected credit loss bepalen (dus rekening houdend met de totale lifespan, niet maar 12 maanden) met als basis de AANGEPASTE geamortiseerde kostprijs MET kredietverliezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voor wie geld de consolidatieplicht?

A

De plicht tot het opstellen van een geconsolideerde jaarrekening geldt voor:
● de rechtspersoon die aan het hoofd van een groep staat; en
● de rechtspersoon die in zijn groep een of meer dochtermaatschappijen heeft of andere rechtspersonen waarover hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie behoren tot de consolidatiekring?

A

In de geconsolideerde jaarrekening worden de financiële gegevens opgenomen van:
• De rechtspersoon zelf;
• Zijn dochtermaatschappijen in de groep
• Andere groepsmaatschappijen die onder de rechtspersoon vallen; en
• Andere rechtspersonen waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke consolidatiemethoden zijn er?

A

Integrale consolidatie: 100% van de activa en verplichtingen mee-consolideren (ongeacht het % belang) en het % belang wat je niet in eigendom hebt als Aandeel derden (IFRS: Non-controlling interests) presenteren.
Proportionele consolidatie mag niet meer obv IFRS, wel onder RJ – bij prop. consolidatie heb je geen aandeel derden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het de facto power?

A

Bij IFRS mag je middels het “de facto power” principe ook entiteiten mee-consolideren die een minderheidsbelang zijn, dus als je bijvoorbeeld maar 43% hebt van het stemrecht maar de rest van het stemrecht is verdeeld over honderden aandeelhouders dan heb je als het ware de dominante ‘control’ over bepalen van het beleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer sprake van een deelneming?

A

Er is volgens art. 2:24c BW sprake van een deelneming als aan de volgende criteria wordt voldaan:
• Kapitaalverschaffing voor eigen rekening;
• Duurzame verbondenheid ten dienste van de eigen werkzaamheid.

Er is een wettelijk vermoeden van deelneming bij kapitaalverschaffing van > 20% van geplaatst aandelenkapitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe waardeer je een deelneming?

A

Waardering deelnemingen MET invloed van betekenis: - vermogensmutatiemethode (nettovermogenswaarde of zichtbaar eigen vermogen indien geen voldoende inzicht in gegevens deelneming) met als resultaat: resultaat deelnemingen met aandeel derden om eruit te filteren wat niet toekomt aan de moeder. Hierbij komt vaak een aparte post goodwill tot stand voor de betaalde meerprijs.
Deelneming zonder invloed van betekenis:
- kostprijs (verkrijgingsprijs) of actuele waarde (reële waarde) met als resultaat: het gedeclareerde dividend door de moeder. Hierbij wordt geen aparte post goodwill opgenomen voor de betaalde meerprijs, die zit in de verkrijgingsprijs of actuele waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verschil tussen IFRS en RJ met waardering van deelneming?

A

RJ: Vermogensmutatiemethode

IFRS:
equity method: investments in associates en joint-ventures 
dit lijkt sterk op nettovermogenswaarde, maar dan zit de goodwill in de deelnemingswaarde: “one-line reporting”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke manieren van acquisities zijn er?

A
  • purchase accounting
    Je gaat alle identificeerbare immateriële vaste activa op fair value waarderen en activeren in de geconsolideerde jaarrekening (van de koper), deze trek je af van de betaalde meerprijs (overname), het restant is goodwill;
  • carry over accounting
    Bij toepassing van de ‘carry over accounting’ methode worden de boekwaarden van de activa en de verplichtingen op de overnamedatum samengevoegd. Hierbij worden de vergelijkende cijfers niet aangepast.
  • pooling of interests
    Zelfde als carry over accounting, maar met terugwerkende kracht naar 01-01
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke vrijstellingen zijn er voor consolidaties?

A
  • Participatiemaatschappijen
  • Kleine groepen welke te verwaarlozen zijn
  • Tussenholdings welke in een andere consolidatie zijn opgenomen
  • Maatschappijen waarvan de nodige gegevens tegen onredelijke situaties te verkrijgen zijn (oorlogsgebieden)
17
Q

Wat zijn de stappen bij het bepalen van de bedrijfswaarde van active?

A

a) Identificeer de KSGE’s.
b) Bepaal de boekwaarde van de KSGE’s.
c) Schat de toekomstige kasstromen bij voortgezet gebruik en bij afstoting van de activiteit.
d) Stel de van toepassing zijnde disconteringsvoet vast.
e) Bereken de contante waarde van de toekomstige kasstromen.
f) Toets de boekwaarde aan de bedrijfswaarde van de KSGE’s.

18
Q

Wanneer invloed van betekenis?

A

Het vermoeden van invloed van betekenis is aanwezig indien de deelnemende rechtspersoon naar eigen inzicht kan beschikken over ten minste 20% van de stemrechten die aan de aandelen verbonden zijn. Ook hierbij geldt weer dat het kan zijn dat er minder dan 20% van de stemrechten is in de deelneming, maar dan kan het nog wel invloed van betekenis zijn als de deelnemende rechtspersoon dit aantoont. Het bestaan van invloed van betekenis kan worden aangetoond door- Vertegenwoordiging door deelnemende rechtspersoon in bestuur / RvC deelneming;
of betrokkenheid van deelnemende rechtspersoon bij het bepalen van het beleid van de deelneming;.

19
Q

Wanneer is er sprake van een deelneming volgens IFRS?

A

IAS 28 definieert een associate als een entiteit waarin de investeerder significant influence uitoefent. Vergelijkbaar met de deelneming waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid zoals onder NL GAAP. Dergelijke deelnemingen worden onder IAS verwerkt volgens de equity method. De eerste waardering daarbij is verkrijgingsprijs. Dit is dus gelijk aan de nettovermogenswaarde inclusief de goodwill. Geen afzonderlijke presentatie derhalve van de goodwill zoals onder NL GAAP.

20
Q

Wat is een leaseovereenkomst?

A

Een overeenkomst waarbij een contractpartij — de lessor (verhuurder) — het recht van gebruik van een actief (het leaseobject) voor een overeengekomen periode en voor een bepaalde vergoeding aan de andere contractpartij — de lessee (huurder) — afstaat.