Finance | DK Flashcards

1
Q

KPI =

A

Key performance indicator; a quantifiable measure of performance over time for a specific object.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

API =

A

Application programming interface; a set of definitions and protocols for building and integrating application software (to make two systems talk to each other).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

OPEX =

A

Operational Expenses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

EBITDA =

A

Earning Before Interest Depreciation Amortization

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Amortizatie =

A

Vrijwel hetzelfde als afschrijvingen alleen dan op immateriële vaste activa (e.g. Good will of uren gemaakt voor het ontwikkelen van software)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

EBIT =

A

Earnings Before Interest and Tax (dus wel met afschrijvingen eraf)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

EBT =

A

Earning Before Tax (zelfde als EBIT maar dan zonder rente van leningen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

VPB =

A

Venootschapsbelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

P&L =

A

Profit & loss

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Activa kant van de balans =

A

Je bezittingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Passive kant van de balans =

A

Hoe je ze gefinancierd hebt (schulden, eigen vermogen etc.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Debiteuren =

A

Bedragen die nog door anderen aan jou(w bedrijf) betaald moeten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aandelen kapitaal =

A

Het bedrag waar tegen een onderneming aandelen aan aandeelhouders heeft uit gegeven (onderdeel van eigen vermogen bij passiva).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Agio =

A

Het bedrag dat een ondernemer (of belegger) boven op de nominale waarde op een aandeel stort.
> Een reservering om later uit te keren.
> onderdeel van eigen vermogen (passiva kant)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nominale waarde =

A

Het oorspronkelijk uitgegeven bedrag voor een obligatie of aandeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Crediteuren =

A

Geld wat jij aan bijvoorbeeld leveranciers nog moet betalen.

17
Q

Marge =

A

Het verschil tussen de inkoopprijs en verkoopprijs van een product of dienst.

18
Q

Rekening courant =

A

Interne lening.

19
Q

Consolidatie =

A

Het financieel samenvoegen van bedrijven en daarbij elimineren van interne sales/ P&L

20
Q

Grootboekrekeningen =

A

Het centrale punt waarin alle financiële gegevens worden geregistreerden bijgehouden zoals inkomsten, uitgaven, activa en passiva.