Filosofen tm Plato Flashcards

1
Q

Thales uit Milete

A

+ Monist; arkhe = water
+ Alles moet een ziel hebben, want er kan kracht in zitten, dus er zit goddelijkheid in alles
+ De wereld drijft op een grote zee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anaximander

A

+ Monist; arkhe = apeiron
+ Wil Thales overtreffen (agonisme), lost problemen op theorie water (kosmische goudviskom)
+ Apeiron: geen grens in tijd of ruimte -> handig
+ Apeiron: neutraal; kan alles worden (hoe wordt water vuur?)
+ Aarde is middelpunt universum; geen zwaartekracht; hoeft niet te bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Anaximenes

A

Arkhe = lucht (met verschillende maten van dichtheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Heraclitus van Ephese

A

+ orakel taal
+ de natuur verbergt zich
+ monist; arkhe = vuur
+ tweevoud vormt eenvoud
+ mensen zijn dom
+ ἐπιστήμη vs. δόξα (kennis vs. mening)
+ liet zijn boeken opslaan in een tempel van Artemis
+ kennis is mogelijk door observatie (wat?)
+ dynamische tegenstellingen, als dingen stoppen met veranderen vallen ze uit elkaar (drinkbeker vergelijking κυλιξ)
+ oorlog is de vader van alles (is oorlog vuur, of een gevolg van vuur?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Xenophanes

A

+ mensen stellen goden voor zoals zichzelf
+ God is groot en onpartijdig, maar dus een filosoof, dus telt het alsnog hemzelf voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Parmenides

A

+ het zijn en het niet zijn
+ boek bestaat uit drie delen:
- proëmium: ik figuur wordt in zonnewagen gezet en naar de onderwereld gesleept, waar die met een godin (δική?) praat, en dan komt die terug
- openbaring van twee paden: het zijn en het niet zijn
- de weg van de δόξα: vage mythe over het ontstaan van de kosmos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Melissus

A

+ Bouwt door op Parmenides
+ Het zijn moet onbegrensd zijn in tijd en ruimte, want anders, wat bevindt zich daarbuiten, en het verleden en de toekomst moeten zijn
+ ongebegrensdheid: apeiron revisited

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zeno

A

+ paradoxen
+ Achilles die de schildpad in moet halen
+ de pijl die niet beweegt
+ stadion paradox met de breuken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Empedocles

A

+ Sprong in de Etna
+ schreef twee dichtwerken; was hier goed in (beter dan Parmenides)
+ wereld is grote cyclus van zier elementen die het zijnde zijn
- lucht, aarde, water, vuur
- worden vervormd door liefde (φιλια) en haar (νεικος = strife)
- wereld ontstaat door toeval: binnen de love-hate cyclus sterven de niet functioneren mogelijkheden af, en blijven de functionerende over
+ “was een gevallen onsterfelijke god nadat die vlees at” -> vegetariër -> vergelijkbaar met Pythaoras
+ je hebt een onsterfelijke ziel, dus daar moet je goed voor zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Anaxagoras

A

+ alles in alles (in eten zit ook “bot” en “haar” en “ster”, etc.)
+ alles georganiseerd door νους; soort god maar houdt zich niet bezig met het dagelijks leven
+ opvattingen filosofen komen in het maatschappelijk discour –> goddeloosheidsprocessen (ἀσέβεια), Anaxagoras moet in ballingschap uit Athene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Atomisten

A

+ Leucipes en Democlites
+ Democlites: de lachende filosoof
+ mechanische filosofen: geloven niet in godheden
+ geloofden in kleine, onscheidbare deeltjes, zonder kwaliteiten naast vorm en positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gorgias

A

+ Sofist
+ Maakte intellectuele grappen over Parmenides (het zijn en het niet zijn)
+ wilde mensen overtuigen van hoe slim die was
+ er is geen maatstaf voor de waarheid
+ we houden ons alleen aan de regels wanneer niemand kijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Protagoras

A

+ het zwakste argument de sterkere maken
+ er is geen maatstaf voor de wijsheid
+ hij kon niet zeggen over of de goden bestonden of niet, hij hield zich bezig met mensen
+ veroordeeld voor ἀσέβεια
+ werd gerespecteerd door Plato (twee dialogen over hem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sofisten

A

De natuur gebiedt de sterkste hun macht toe te passen
Geen oog voor hoe hun lessen gebruikt werden; ethiek
Wilden twijfel zaaien bij de jury om rechtszaken te winnen
- Alicidamas van Elea
- Antiphon van Athene
- Callicles van Athene
- Critias van Athene
- Gorgias van Leontini
- Hippias van Elis
- Prodicus van Ceos
- Protagoras van Abdera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Socrates

A

+ Atopos: onplaatsbaar
+ Charismatisch, maar geen hygiëne
+ Aporie: hij wist niks, en er zou vaak geen antwoord komen uit zijn discussies
+ was altijd aan het filosoferen
+ ging eigenlijk zijn hele leven niet uit Athene
+ Socratsische kwestie: wie was de historische Socarates
- Aristofanes: comedyschrijver
- Plato
- Xenophon: generaal
- Aristoteles
+ draaide filosofie in de richting van ethiek
+ wie goed weet, zal ook goed handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Plato

A

+ naam is bijnaam: “ de brede”, wss omdat hij veel worstelde
+ moeilijk om te reconstrueren door dialoog vorm
+ familie betrokken bij 30 tirannen
+ was betrokken bij opstand in Syrakuse
+ werken verdeeld in drie thema’s / levensfasen:
- vroege tijd: nauw gebaseerd op Socrates, eindigt vaak in aporie
- middenfase: antwoorden
- eindfase: focus op die ideale staatsvorm; kritiek op oudere ideeën
+ ideeënwereld
+ het schrift als φαρμακον; mythe met Amon (Gr: Thamus)
+ ziel wordt hergeboren, is onsterfelijk, gaat tussendoor naar de ideeënwereld
+ deze wereld is constant in verandering, maar de ideeënwereld is stabiel; in waarnemingswereld geen waarheid, in ideeeënwereld wel
+ je begrijpt pas iets als je weet waar het goed voor is
+ anamimnesis: je haalt kennis op uit de ideeënwereld; je leert niets, je herinnert alleen