Filosofen Flashcards

1
Q

Aristoteles

A

Een goed leven = een gelukkig leven
Menselijk geluk als hoogste doel
Ziet geluk anders dan wij nu zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stoïcijnen

A

Laat je niet uit het veld slaan
Meebuigen met het leven, je niet ertegen verzetten
Controle over jezelf, leed dragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hedonisme

A

Persoonlijk geluk als hoogste goed in het leven

Je moet een manier vinden waardoor je je goed voelt zonder pijn en verdriet te hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cynisme

A

Je keert je helemaal af van de maatschappij/cultuur

Goed leven is een leven in volledige afstemming met jezelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Foucoult

A

Esthetiek

Zorg voor jezelf zodat je zorgzamer kan zijn voor anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Anarchisme

A

Niet willen onderdoen aan wetten en regels van een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kant

A

Kritiek op empirisme en rationalisme
Tweedeling kennis
Zuivere motieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Utilisme

A

Jeremy Bentham

John Stuard Mill

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Jeremy Bentham

A

Mensen leven onder macht van pijn en genot

Zorgen voor zoveel mogelijk geluk van zoveel mogelijk mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

John Stuard Mill

A

Onderscheid tussen lichamelijk en geestelijk genot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Natuurstaat Hobbes

A

Oorlog van allen tegen allen

Ieder mens is gelijk aan elkaar en wil steeds meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sociaal contract Hobbes

A

Draag recht op vrijheid over aan soevereine macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Natuurstaat Locke

A

Mensen zijn in een natuurstaat vrij en gelijk

Recht op leven, vrijheid en eigendom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sociaal contract Locke

A

Rechten overdragen om de natuurlijke rechten op vrijheid en gelijkheid te bewaken, maar volk heeft wel stem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Natuurstaat Rousseau

A

Mensen zijn vrij en onafhankelijk van hunzelf
Geen besef van goed en kwaad
Alles is van iedereen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sociaal contract Rousseau

A

Wetten en regels zijn nodig, maar vernietigen natuurlijke vrijheid en gelijkheid. Moeten worden overgedragen aan gemeenschap in zijn geheel.

17
Q

Rawls

A

Sociale rechtvaardigheid

Hoe verdeel je de sociale primaire goederen

18
Q

Nussbaum

A

Sociale rechtvaardigheid: bescherming sociale vermogens

Waar je geboren bent heeft invloed op hoe ver je kan komen/of je vooroordelen hebt

19
Q

Sandel

A

Neoliberalisme

Geen communitarisme

20
Q

Marx

A

In arbeid wordt de mens wie hij is

Vervreemding arbeid is vervreemding van de mens

21
Q

Fromm

A

Zelfstandige mens

Zelfbewustzijn door breken met natuur

22
Q

Arendt

A

Ideeën over handelende mens

23
Q

Husserl

A

Grondlegger fenomenologie