Filosofen Flashcards
1
Q
Bentham
A
Nutsprincipe
2
Q
Mill
A
regelutilitarisme
3
Q
Mandeville
A
ethisch egoisme
4
Q
Hume (gevolgenethiek)
A
Kritiek gev. Ethiek (is-ought-principe)
5
Q
Kant
A
Plichtethiek
6
Q
Constant
A
Regelfetijisme
7
Q
Korsgaard
A
Praktische identiteit
8
Q
Aristoteles
A
Deugdenethiek
9
Q
Stocker
A
Hedehdaagse deugdenethiek
10
Q
Hume (deugdenethiek)
A
Passies, art+ nat. deugd
11
Q
Foot
A
Effectief altruïsme
12
Q
Gilligan
A
Zorgethiek
13
Q
Kholberg
A
Heinz-dillema
14
Q
Fraser
A
Crisis of care
15
Q
Tronto
A
Rechtvaardigheid + zorgbenadering