Film Geschiedenis Tentamen 1 Flashcards

1
Q

Wie heeft in 1839 fotografie uitgevonden?

A Daguerre
B Marey
C Goodwin

A

A Fransman Daguerre

Denk aan de dans daggeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke amerikaan kwam in 1877 met series photography?
(fotografeer beweging aan een stuk met verschillende camera’s, waardoor deze geprojecteerd achter elkaar, net ee nechte beweging voortbrachten

A Keaton
B Marey
C Muybridge

A

C Muybridge

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke fransman registreerde als eerste beweging met 1 camera?

A Muybridge
B Marey
C Daguerre

A

B Marey

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke amerikaan gebruikte celluloid filmstrips als basis voor lichtgevoelige emulsies?

A Muybridge
B Goodwin
C Edison

A

B Goodwin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie ontwierp de Kinetograph film camera?

A Edison
B Gebroeders Lumiere
C Melies

A

A Edison

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 2 elementen bevatte de Kinetograph?

A stop motion instrument en geperforeerde celluloid filmstrip

B Een lens en stop motion instrument

C Een full frame sensor en Geperforeerde celluloid filmstrip

A

A Stop motion instrument en geperforeerde celluloid filmstrip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Van 1895 tot 1906 was film

A Het beste ooit
B Niet iets wat moest vertellen, enkel laten zien
C Vol met narratief

A

B Niet iets wat moest vertellen, enkel laten zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie ontwierpen de Cinematographe?

A Edison
B Gebroeders Lumiere
C Dit moet je toch echt wel weten

A

B Gebroeders Lumiere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie maakte de film Le Voyage dans la lune?

A Keaton
B Marey
C Melies

A

C Melies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie maakte in 1903 al gebruik van Close-shots?

A Griffith
B Gebroeders Lumiere
C Messter

A

C Messter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie introduceerde de 2 genres melodrama en sociale drama?

A Edison
B Messter
C Griffith

A

B Messter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie zijn de grondleggers van Scandinavische cinema?

A Sjostrom en stiller
B Torbjorn en Zarya
C Bjorn en Borg

A

A Sjostrom en Stiller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt het Star System in?

A systeem waarbij bekende acteurs en actrices in de film zaten om de film te promoten

B Een planning systeem om draaidagen goed te laten verlopen

C Een hulp middel om vanuit elke hoek te kunnen filmen

A

A systeem waarbij bekende acteurs en actrices in de film zaten om de film te promoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat klopt er niet:
George melies staat bekend om

A Inkleuren van zijn films
B Fade- in, fade-out, de lap, dissolve en stopmoition
C Repetities en goede scripts
D Manipulatie van tijd en ruimte

A

C Repetities en goede scripts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer kwam de film: The birth of a nation uit van Griffith?

A 1912
B 1904
C 1914
D 1922

A

C 1914

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat was het doel van de UFA?

A Dat films geschreven scenario’s gingen gebruiken
B Dat de Duitse film meer narratieve verhalen ging vertellen
C Kwantiteit en Kwaliteit van de Duitse film verhalen
D dat er bekende acteurs in Duitse films kwamen

A

C Kwantiteit en Kwaliteit van de Duitse film Verhalen

17
Q

Wat klopt er niet? Murnau’s Nosferatu

A was een fantasie griezelfilm
B Viel onder de kunststroming expressionisme
C Had een zeer realistische vormgeving
D Zoektocht naar menselijke ziel stond centraal

A

C Had een zeer realistische vormgeving Send Nudes

18
Q

Wat houdt de term Kammerspielfilm in?

A Intieme films met psychologische thema’s en realistische vormgeving
B Films die zich altijd binnen afspelen
C Intieme films met een surrealistische vormgeving
D Verfilmen van Theater

A

A Intieme films met psychologische thema’s en realistische vormgeving

19
Q

Waarin was de Duitser Oskar Messter vernieuwend?

A Hij repeteerde minstens 6 weken met zijn acteurs
B Hij was de eerste regisseur die zijn set kunstmatig belichtte
C Hij bedacht de Flashback
D Hij nam een clip op met Beyonce

A

B Hij was de eerste regisseur die zijn set kunstmatig belichtte

20
Q

Wat was er zo vernieuwend aan de manier waarop Thomas harper Ince films ging produceren

A Hij produceerde alleen Slapstick
B Hij werkte met gedetailleerde shootingscripts
C Hij produceerde alleen film met Charlie CHaplin
D Hij produceerde alleen abstracte films

A

B Hij werkte met gedetailleerde shootingscripts

21
Q

Wat was het bekendste typetje van CHarlie Chaplin?

A The dictator
B het zwervertje
C De man zonder hoed
D Buster Keaton

A

B het zwervertje