Film fragmenten Flashcards

1
Q

L’arrivée d’un train à la Ciotat

A

1895, Lumière

  • trein lijkt naar het publiek toe te rijden
  • beweging, licht,… > inhoud
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

L’arroseur arrosée

A

1895, Lumière

  • eerste slapstick
  • dieptewerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kiss In The Tunnel

A

1899, G.A. Smith

  • eerste keer gebruik van multishot
  • op locatie, phantom ride
  • ‘in de trein’ kartonnen set openluchtstudio
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stop Thief!

A

1901, James Williamson

  • multishot -> overgang: chase genre: continguïteit
  • dieptewerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voyage dans la lune

A

1902, George Méliès

  • veel technieken: superimpositie, stopmotion, vals perspectief, kartonnen sets,…
  • dissolve-overgang (twee shots lijken te overlappen)
  • experiment verhalende film/feeërie: filmische tijd?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mary Jane’s Mishap

A

1903, G.A. Smith

  • basisprincipe continuïteitsprincipe: heen en weer cutten overzicht en insert shot/ close up
  • organisch/onzichtbare overgang: match on action
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

The Great Train Robbery

A

1903, Edwin Porter (Edison Company)

  • met Billy Anderson: verhalend 12 min. (1 bobijn)
  • panning/tilting
  • magentatint, dynamiek in kader, diepte, diagonaal
  • superimpositie: beeld van toekomende trein in raam
  • stopmotion: pop wordt van trein gesmeten
  • eindshot: emblematisch shot (1ste 4de wandbreuk)
  • nog geen crosscutting (twee x zelfde scène vanuit verschillende perspectief)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rescued by Rover

A

1905, Cecil Hepworth

  • chase genre: juiste continguïteit: naar de camera toe lopen & omgekeerd
  • panning
  • hond als held: grandfather of lassie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

The Lonely Villa

A

1909, D.W. Griffith (Biograph)

  • ‘thriller’ met Florence Lawrence en Mary Pickford
  • crosscutting: heen en weer snijden om simultane acties op verschillende locaties tegelijk weer te geven: spanning opbouwen door kortere shots
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Fantômas

A

1913, Louis Feuillade (Gaumont)

  • credits: acteurs bij naam vermeld (uit theater)
  • serial = tussenvorm korte en langspeelfilm
  • Fantômas: heerser onderwereld
  • weinig montage (in EU): 1 scène = 1 opname: theatraal
  • diepte: ‘watch the backdoor’ blocken en onthullen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cabiria

A

1914, Giovanni Pastrone (Itala Film): film d’art

  • scenario Dannunzio
  • gigantische productie, sets reële schaal, 12 bobijnen, historische, 1000 figuranten
  • bewegende camera, sfeer, symbolische insert shot
  • rollator: camera omhoog of omlaag bewegen
  • maciste figuur: bodybuilder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

The Cheat

A

1915, Cecil B. DeMille (Jesse Lasky Feature Play)

  • met Sessue Hayakawa en Fannie Ward
  • opmerkelijke scène: brandmerking
  • lasky lighting
  • silhouette-effect (tegenlicht voor Japanse deur)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Carmen

A

1915, Cecil B. DeMille (Jesse Lasky Feature Play)

  • met operazangeres Geraldine Ferrar: verleidster
  • spaanse trend
  • lasky lighting: spotlighting in film (geen natuurlijk licht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

The Birth of a Nation

A

1915, D.W. Griffith

  • met Lillian Gish
  • intercutting verschillende verhaallijnen door elkaar
  • grote productie: 12 bobijnen, 3u lang: ego-trip/epos
  • aanklacht reformatie Lincoln: alleen KKK = redding
  • operahuizen (Liberty Theatre) ongezien succes: 44 weken, 6 miljoen $$$
  • controverse: black face, negatief portret zwarte community
  • crosscutting, massascènes, silhouette, travelling shot (auto), bewegende camera
  • Griffith als auteur! = meesterwerk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Intolerance

A

1916, D.W. Griffith

  • met Lillian Gish als tussenpersoon: ‘cradle of history’ houdt 4 episoden samen (Walt Withman cradle rockin’)
  • zichzelf overtreffen: groter dan BOAN, dan Cabiria: 210 min. 14 bobijnen, gigantische reële sets op locatie, 125.000 figuranten, 7500 paarden, 3000 scènes,…
  • reactie onverdraagzaamheid/ allegorie: love struggle through the ages: 4 episodes = intercutting: heen- en weer cutten van executie/episodes/… :
  • val Babylonische rijk
  • lijdensweg van Christus
  • 16de eeuw: protestantenmoord in Frankrijk
  • moderne liefdesverhaal door reformistische vrouwengroepen uit elkaar getrokken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

The Outlaw and his Wife

A

1917, Victor Sjöstrom (Svenska)

  • Sjöstrom speelt outlaw verliefd op dame, indringer verstoort rust
  • buitenopnames, fenomenale landschappen
  • invloed film d’art: poëtische beelden, romantisch, photogénie! (cinéclubs)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

J’Accuse

A

1919, Abel Gance (Pathé)

  • auteur en regisseur: 166 min. = artistieke eigendom
  • aanklacht loopgravenoorlog vanuit Frans perspectief
  • gruwel, veel figuranten in formatie, doden die opstaan, visioenen,…
  • superimpositie, cameramaskers, spotlighting: poëtische beelden: sfeer (Impressionisme)
  • internationaal succes: distributie bij UA bij Griffith
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Das Cabinet des Dr. Caligari

A

1920, Robert Wiene

  • Duits Expressionistisch: invloed beeldende kunst (Kokoschka, Kirchner’s Die Brücke) en dans (vlakke bewegingen)
  • fantasie: rondreizende foorkramer dokter met slaapwandelaar gespeeld door Conrad Veidt: zombie
  • gestileerd: bloedlijnen/ skelet machillage, vlakke geometrische décors (Hermann Warm), cameramaskers, groene tint
  • invloed: Tim Burton e.a.
  • panische gevoelens na WO1: oerschreeuw!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Daddy-Long Legs

A

1919, Marshall Neilan (First National)

  • met Mary Pickford (1 miljoen aangeboden)
  • melodrama: grote pruimenstaking-scène
  • typisch Pickford kleine meisje
  • anti-Lasky blockbooking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Old Wives For New

A

1918, Cecil B. DeMille (Artcraft, Famous Players Lasky)

  • divorce comedy: principe van farce
  • geen tussentitels: beeld en acteren doen alle werk
  • subtiel: inspiratie voor Lubitsch
  • meneer in badkamer, vrouw ongelukkig in bed, wrok…
  • een tussentitels: beeld en acteren doen alle werk!
  • close ups, vignette, cameramaskers
21
Q

The Mark of Zorro

A

1920, Fred Niblo (United Artists)

  • broodwinner UA: hit na hit
  • heldenverhalen, stuntman (Robin Hood, 3 Musketiers)
22
Q

El Dorado

A

1921, Marcel L’Herbier (Gaumont)

  • impressionisme: weinig plot, vooral poëtisch/ sfeer!
  • opzichtige cameramaskers, superimpositie, tekst op beeld, wipe, vignette (out of focus): grafische kunst
  • melodrama/spaanse fantasie: invloed Carmen
  • Eve Francis als cabaretmeisje
  • anaforme beelden: gebruik spiegel: dronkenschap/roes
  • 1ste keer toestemming om in Alhambra te filmen
23
Q

Foolish Wives

A

1922, Erich von Stroheim (Universal)

  • ongezien dramatisch realisme Monte Carlo nabouwen: geruchte budget van 1 miljoen
  • groter dan grootst: 32 bobijnen (8 uur) door Thalberg ingekort tot 10 bobijnen 120 min.
  • zelfde aristocratisch verleiderstype: weinig plot
  • peeping tom scène: spiegeltje om vrouw te begluren
  • conflict met Thalberg zo groot: allebei stappen op
24
Q

Nosferatu

A

1922, F.W. Murnau (Prana-Film)

  • niet expressionistisch! Wél nachtmerrie maar realistische sets, op locatie (Lubeck quasi-documentair)
  • Prana-hoofd Albin Grau = illustrator
  • max Schreck = 1ste method actor: ‘echte vampier’
  • crosscutting, schaduwenfiguren, boogvormen,…
  • Murnau uit Der Blaue Reiter (expressionist-fauvist)
25
Q

La Roue

A

1923, Abel Gance (Pathé)

  • cinema = transcendente ervaring vgl kathedraal (meerdere zittingen)
  • analogie Griffith: zichzelf overtreffen: 32 bobijnen: ingekort tot 2,5u
  • film uit Gance’s hoofd: trein uit zijn hoofd in intro
  • man verliefd op adoptiedochter uit treinramp gered: ontsporing op einde: waanzin: stroboscope montage
  • symbolische effecten: superimpositie/collageshots (cameramaskers), visioenen op hand, in de wolken, invloed schilderkunst/ silhouette(bogen) = impressionisme -> gevoel/sfeer/symbolisch
26
Q

Coeur Fidèle

A

1923, Jean Epstein

  • driehoeksverhouding: opwinding psyche en melancholie
  • symbolische montage: ritme, poëtische beelden, jumpshots, point-of-view shots, toon en sfeer belangrijk
  • bewegende ronddraaiende op beelden carousel
  • impressionisme!
27
Q

Nanook of the North

A

1922, Robert Flaherty

  • = eerste échte documentaire (op Noordpool ipv South)
  • inuïtgemeenschap: biographisch, folklorisch: reconstructie = geen feiten (nagebouwde igloo) = fictie
  • filmmaker = niet onzichtbaar: contact, kijken in camera,…
28
Q

The Marriage Circle

A

1924, Ernst Lubitsch (Warner Bros.)

  • na flop UA (Rosita met Pickford) bij Warner: kleine studio
  • inspiratie Chaplin en DeMille: romantische situatiekomedie
  • geen tussentitels: suggestief acteren doet alle werk: Lubitsch Touch: subtiel erotische spanning, grenzen van fatsoen
29
Q

Der letzte Mann

A

1925, F.W. Murnau

  • Emil Jannings in alledaags verhaal: realisme
  • variant Neue Sachlichkeit en Kammerspiel
  • optisch perspectief, valse backdrops en diepte
  • entfesselte camera: draaiplaat dronken roes en visioen en point-of-view, camera in de hand
30
Q

Strike

A

1925, Sergej Eisenstein

  • Invloed biomechanisch theater Mejerhold
  • Montage van attracties: mathematisch berekend emotionele impact uitlokken door combinatie beelden uit verschillende verhaalwerelden
  • Vb. staking / slachting van koe / handen in de lucht (abstract) -> grote impact door de shock
31
Q

Pantserkruiser Potemkin

A

1925, Sergej Eisenstein

  • Montage van attracties (zie 32. Strike)
  • overlap-editing: 1 beweging = 12 cuts: kracht
  • Odessa trappen-sequentie: willekeurige shots zonder overzicht, symboliek > oriëntering: extreme close ups, affectie en emotie
32
Q

The Gold Rush

A

1925, Charlie Chaplin (United Artists)

  • situatiekomedie: goudzoekers in wankelend hoofd
  • eerste film na A Woman In Paris: eigen muziek
  • bescheiden succes samen met Pollyanna
33
Q

The General

A

1926, Buster Keaton (United Artists)

  • Keaton bij UA door Schenck
  • typisch Keaton: ‘great stone face’, panoramisch long shot
  • geometrische (mise en scène) komedie als poppetje in een machine, timing: achtervolging, rollen omgedraaid, kanonskogel op eigen trein
  • grote productie: spektakel (treincrash), sublieme montage
34
Q

Sunrise

A

1927, F.W. Murnau (Fox)

  • Murnau in USA bij Fox: vrijheid/carte blanche:
  • allegorie jongen, meisje (Janet Gaynor met blonde pruik Camilla Horn van Faust) en vrouw uit de stad
  • zelfde sets Faust: moerasset; superimpositie visioen van stad
  • entfesselte camera!: volgen man door moeras op rails plafond
  • gekantelde set, op locatie, expliciet expressieve tussentitels (drowned)
  • schuftann principe: spiegels om miniatuur trein
  • optisch perspectief: zelfs dwergen ter versterking
35
Q

The Jazz Singer

A

1927, Alan Crosland (Warner Bros.)

  • = eerste Vitaphone sound-on-disc: 1/4de van de film = geluid
  • levensverhaal Joodse jongen met droom over broadway = Al Jonson’s verhaal, bekend door Plantation Act
  • beroemde scène met pianonummer Blue Skies
  • allegorie voor overgang naar geluid (oude Rabbi vader en moderne Broadway ster)
36
Q

La Passion de Jeanne d’Arc

A

1928, Carl Theodor Dreyer

  • Deense regisseur brengt belangrijk Franse verhaal: internationale kunstfilm (invloed Griffith)
  • Maria Falconetti als Jeanne d’Arc
  • close up-film: lage en hoge hoeken: groteske hoofden met abstracte achtergrond (geen establishing shot)
  • historische en minimalistische sets (Hermann Warm/ Caligari)
  • panchromatische pellicule! (tov ortochromatische)
37
Q

Un chien Andalou

A

1928, Luis Buñuel en Salvador Dalí

  • = schoolvoorbeeld surrealistische film: underground/cultfilm
  • schatplichtig aan slapstick, anarchistisch
  • matchcut wolk die door maan snijd en mes door oog
  • geen logica, vrije associatie, droombeelden zonder verhaal
38
Q

Blackmail

A

1929, Alfred Hitchcock

  • als geluidsfilm en stille film gedraaid
  • geluid als ‘hook’/transitie om cut te verzachten
  • vrouw vermoord verkrachter: ziet dode lijk in alles op straat: haar schreeuw gaat over naar schreeuw van vrouw die lijk vindt
39
Q

Applause

A

1929, Rouben Mamoulian

  • Hongaarse regisseur in USA
  • Bewegende camerabewegingen: synchronisatie bij geen lippen in beeld: statische beeld bij zichtbare lippen
40
Q

Earth

A

1930, Dovzhenko (VUFKU)

  • picturaal: lage horizon, wiegende gras: poëtisch
  • gedecentreerde aandacht: invloed schilderkunst (zintuiglijk)
  • constructivistische montage: geen overzicht
  • over moeizame collectivisering, symbolische dood boer, begin industrie, razende naakte vrouw (censuur?!)
41
Q

Man with a Movie Camera

A

1929, Dziga Vertov (VUFKU)

  • puur documentaire: geen verhaal, acteurs, scenario,… = weg van theatrale
  • experiment universele filmtaal: échte Kino Pravda (waarheid): wat het leven in de sovjet unie echt is!
  • diverse stijlfiguren: superimpositie, kaleidoscopische beelden
  • metafilm: in cinema kijkend naar film: avant-garde/futuristisch
  • ritmische montage: steeds korter, transportmiddelen
42
Q

Tabu

A

1931, F.W. Murnau

  • met Flaherty op locatie in Bora Bora (onafhankelijk)
  • groot commercieel potentieel: exotische trend
  • extreem poëtisch, zelfde opzet Sunrise, vaste score (Movietone sound-on-film) maar geen talky!
  • Murnau sterft kort na Tabu
43
Q

M

A

1931, Fritz Lang (Nero-Film)

  • verhaal: samenwerking politie en gangsters tegen kinderkiller
  • geluid = esthetisch onderdeel/leitmotief: sfeergevend: fluitdeuntje, tikkend geluid bij enge stiltes
  • complexe camerabewegingen: synchronisatie (zonder lippen)
  • sublieme montage: burgemeester + forensische beelden, aansluitende dialogen (estafette): spanning
44
Q

City Lights

A

1931, Charlie Chaplin (United Artists)

  • prestige van Chaplin: pantomimekomedie met geluid
  • contrapuntisch: kazou geluiden ipv stem = spot
  • meta: bewust weigeren talky te maken
45
Q

Le Million

A

1931, René Clair

  • arme jongen wint loterij, op zoek naar lotje in jas
  • rugbygeluiden bij gevecht om jasje: niet-diëgetisch geluid
46
Q

Shanghai Express

A

1933, Josef von Sternberg

  • Marlene Dietrich: zwoele stem
  • Lee Garmes: scenografie, mooie beelden
47
Q

Trouble In Paradise

A

1933, Ernst Lubitsch (Paramount)

  • Lubitsch al groot in stille film: nog groter in geluid
  • Tonen van gondel + ‘O Sole Mio’: setting in Venetië: radiouitzending als overgang naar Parijs: creatief geluid
48
Q

Zéro de conduite

A

1933, Jean Vigo (Gaumont)

  • poët maudit: anarchistische film: initieel basis city symphony
  • korte film met muziek Maurice Jaubert!
  • opstand in weeshuis: opfladderende veren slowmotion, iconische muziek van Jaubert  poëtische cinema