Fi Flashcards

1
Q

Noteer de namen van twee grote internationale rivieren die ontstaan op het Hoogland van Tibet

A

Mekong/ Brahmaputra/ Salween

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(Urnvorm) Wat zegt dat over de natuurlijke groei in China?

A

Er is een afnemende bevolkingsgroei. / De bevolking groeit minder snel door de daling van het geboortecijfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(Urnvorm) Welke verandering in de bevolkingssamenstelling is te zien?

A

Er komen meer ouderen en minder jongeren. / Er komt meer vergrijzing en meer ontgroening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(Urnvorm)Geef een verklaring voor die verandering

A

De eenkindpolitiek heeft het geboortecijfer flink doen dalen. De levensverwachting is gestegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

(Urnvorm) Bedenk twee nadelen van de verandering in vraag A voor de economie van China.

A

hoge kosten voor de gezondheidszorg een kleinere beroepsbevolking / minder werkenden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is er veranderd in China tussen 1980 en nu?

A

De welvaart is toegenomen, er was economische groei, internationale bedrijven mochten zich in het land vestigen. Er werden meer westerse films en westerse mode toegestaan. Er kwam meer controle van de burgers (camera’s).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In welk deel van China ligt de Parelrivierdelta?

A

in het zuidoosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn twee Nederlandse namen voor global city?

A

Wereldstad, metropool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee veranderingen zijn er in de Chinese economie?

A

productie voor de eigen binnenlandse afzetmarkt (in plaats van alleen export) innoveren: van assemblage naar hightech (van arbeidsintensief naar kennisintensief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de gevolgen van de stijgende lonen aan de oostkust van China voor de vestigingsplaats van de industrie?

A

Arbeidsintensieve bedrijven verhuizen naar het binnenland van China, of naar lagelonenlanden in het buitenland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Is China volgens jou nog wel een lagelonenland?
Ja / Nee, omdat …

A

Ja, omdat de lonen in het binnenland nog steeds laag zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zeggen de urbanisatiegraad en het urbanisatietempo over het ontwikkelingspeil van China?
urbanisatiegraad:
urbanisatietempo:

A

urbanisatiegraad: is met een percentage van tussen de 40 en 60% nog vrij laag (weinig ontwikkeld), maar het stijgt snel urbanisatietempo: ligt hoog, wat aangeeft dat het ontwikkelingspeil nog niet erg hoog is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg in je eigen woorden uit wat wordt bedoeld met een groeiende welvaartskloof tussen stad en platteland.

A

Het verschil in inkomen tussen mensen in de stad en op het platteland neemt toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk begrip kun je gebruiken voor de welvaartskloof tussen stad en platteland

A

regionale ongelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is er binnen de steden ook een welvaartskloof?
Ja / Nee, omdat …

A

Ja, omdat er sprake is van sociale ongelijkheid: een steeds grotere groep mensen hoort tot de middenklasse of is rijk, terwijl een groot deel van de bevolking arm is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Beschrijf en verklaar het migratiepatroon in de afbeelding Tien grootste positieve en negatieve migratiesaldo’s in China, 2000 - 2015

A

beschrijving: positieve migratiesaldo’s aan de kust (en in Xinjiang), negatieve migratiesaldo’s in het binnenland verklaring: massale migratie naar industriegebieden langs de kust vanwege de globalisering, en naar Xinji

17
Q

Verklaar het positieve migratiesaldo in Xinjiang

A

Dit komt door debevolkingspolitiek van China.

18
Q

Beschrijf en verklaar de regionale inkomensverschillen in China.

A

beschrijven: Er is een groot verschil in inkomen tussen het binnenland en het kustgebied. verklaren: Er is veel werkgelegenheid in de industrie langs de kust.

19
Q

Wat is het verband tussen de neerslag in China (afbeelding Jaarlijkse neerslag in China) en de waterafvoer van de rivieren?

A

Daar waar meer neerslag valt, is de waterafvoer van de rivieren groter.

20
Q

Hoe komt de Huang He aan zijn naam?

A

De Huang He heet ook wel Gele rivier. Het rivierwater is gelig vanwege de grote hoeveelheid vruchtbaar slib (lössdeeltjes) die de rivier vervoert.

21
Q

Noteer een overeenkomst en een verschil tussen de neerslag in de twee steden.

A

overeenkomst: In beide steden is er een droge periode in de winter. verschil: Er valt jaarlijks meer neerslag in Chongqing dan in Lanzhou. Ook is de piek wat eerder in het jaar.
Hoe

22
Q

Hoe komt het dat het water in een aquifer niet wegzakt in de grond?

A

Er zit een ondoorlatende laag onder.

23
Q

Een derde van het waterverbruik in Noord-China komt uit de grond.
Wat zeg dat over watertekort in dat gebied?

A

Het grote verbruik van grondwater toont de schaarste aan oppervlaktewater

24
Q

Waardoor zijn er watertekorten in het noorden?
Maak een onderscheid tussen vraag en aanbod

A

Vraag: De vraag is gestegen vanwege de welvaarts- en bevolkingsgroei van China. Aanbod: Er is een beperkt aanbod vanwege het droge klimaat in het noorden van China.
Bedenk

25
Q

Welke oplossing laat de afbeelding Waterverdelingsproject in de stroomgebieden van de Jangtsekiang en de Huang He zien?

A

waterverdelingsproject