fermentatietechnologie Flashcards

1
Q

wat is fermentatietechnologie?

A

een manier om een bioproces technisch, onder gecontroleerde en hygiënische omstandigheden uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is biotechnologie?

A

technologie om levende organismen of bestanddelen ervan commercieel en nuttig te manipuleren en te exploiteren met als doel een nuttige omzetting te realiseren, en grondstoffen of organismen aan te maken nuttig voor de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uit welke 3 stappen bestaat het bioproces?

A

upstream, fermentatie, downstream

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is upstream?

A

inoculum uit gevriesdroogde stock, opkweken tot juiste hoeveelheden.
fermentatiemedium maken en steriliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is downstream?

A

cellen afscheiden: filteren, centrifugeren
cellen breken
concentratie verhogen: verdamping, extractie, membraanproces
opzuiveren: kristallisatie, gelfiltratie, chromatografie
vormgeving, verpakking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat speelt er mee in een bioproces?

A

micro-organismen
voedingsmedium
fermentor of bioreactor
controle van het proces
opzuiveren van het eindproduct (DSP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zit er in een minimaal medium?

A

bevat een beperkt aantal ingrediënten
cellen moeten een ingewikkeld enzymsysteem hebben om alle moleculen aan te maken die ze nodig hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zit er in een complex medium?

A

hydrolysaten van vlees-, vis- en graaneiwitten
afvalproducten uit (voedings) industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke groeifactoren nodig?

A

complexe moleculen (vitaminen, nucleotidebasen, onverzadigde vetzuren,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vanwaar halen cellen mineralen?

A

uit zouten, bepaalde grondstoffen voor media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vanwaar halen cellen N-P-S?

A

uit anorganische zouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke C-bronnen zijn er?

A

eenvoudige suikers, polysachariden (moutextract, granen)
melasse, wei
stro, papier, gras, hout, afvalwater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is melasse?

A

uit suikerproductie
oplossing waaruit geen suiker meer kan kristalliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is wei?

A

uit kaasproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is moutextract/wort?

A

kiemen van gerst drogen, malen en koken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke N-bronnen zijn er?

A

corn steep liquor (CSL) (extract maïs+sulfietoplossing)
pepton of proteïnenhydrolysaat (uit dierlijke plantaardige bron)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is de bron van vitaminen en groeifactoren?

A

gistextract

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is sceernen?

A

zoeken naar en uitselecteren van de stam met de meest gunstige eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is bewaren?

A

de meest gunstige stam bewaren op korte en lange termijn zodat de eigenschappen niet verloren gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is opkweken?

A

uit de stock een entcultuur (inoculum) laten opgroeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

hoe efficiënt screenen?

A

gebruik maken van DOE (design of experiments)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat is high-throughput screening?

A

geautomatiseerd, op zeer kleine schaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat is een stockcultuur?

A

voor korte termijn, om ent of startcultuur te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat is een bewaarcultuur?

A

voor lange termijn, als zekerheid indien er iets mis gaat met de stock

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

wat is belangrijk bij het bewaren van micro-organismen?

A

cellen moeten levensvatbaar blijven
goedde eigenschappen bewaren
vrij blijven van contaminanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

wat is belangrijk bij een stockculteer?

A

metabolisme verlagen
snel terug te activeren
regelmatig overenten
mutaties kunnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

hoe wordt een stockcultuur bewaard?

A

schuine of steekagar in frigo
in glycerol 50% bij -50°C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

wat is belangrijk bij een bewaarcultuur?

A

jaren te bewaren
weinig tot geen mutaties
(soms) moeilijk te reactiveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

hoe wordt een bewaarcultuur bewaard?

A

bij kamer T: vriesdrogen (lyofiliseren), in gelatine
bij lage T: -196°C in vl N2, -80°C cultuur in glycerol

30
Q

hoe micro-organismen opkweken?

A

maken van startcultuur
cellen uit stock reactiveren
-suspenderen in water of medium
-op agar
kolonie enten in suspensie in kleine erlenmeyers in schudincubatoren
volume bij elke overenting x5 tot x20

31
Q

wat is belangrijk bij het opkweken?

A

actieve cellen uit LOG fase
bij overenten zoveel mogelijk constant houden
volumegorootte van overent: 1/5 tot 1/20
vermijden van contaminaties

32
Q

voor wat staat HACCP?

A

hazard
analysis
critical
control
points

33
Q

wat is (C)STR?

A

(conventional) stirred tank reactor
meest gebuikt
roerders, baffles, belushters

34
Q

wat zijn de voordelen van (C)STR?

A

goedde zuurstofoverdracht
goed mengvermogen

35
Q

wat zijn de nadelen van (C)STR?

A

duur
groot energieverbruik
hoge shear stress
roerder = bron van besmettingen

36
Q

wat is de bubble column reactor?

A

geen roerder
mengen door beluchter of gasproductie

37
Q

wat zijn de voordelen van bubble column reactor

A

minder energieverbruik
minder shear stress dan CSTR
minder kans op besmetting
goedkoper ontwerp

38
Q

wat zijn de nadelen van bubble column reactor

A

slechter gemengd

39
Q

wat is de air lift reactor

A

vergelijkbaar met bubble column reactor maar met:
-betere gaswisseling door gedwongen circulatie vloeistof
-minder kans op schuimvorming

40
Q

wat is de packed bed reactor?

A

gevuld met dragers van de geïmmobiliseerde biokatakyst

41
Q

wat zijn de nadelen van de packed bed reactor?

A

snel verstoppen
slechte massa-overdracht
‘voorkeurs’ routes van vloeistof

42
Q

wat is de fluidised bed reactor?

A

?
opletten scheuren van partikels

43
Q

wat is de holle fibers fermentor?

A

voor dierlijke cellen
membraan is doorlaatbaar voor nutriënten en geproduceerde moleculen, maar niet voor cellen
cellen zitten tussen de fibers

44
Q

wat zijn de single use bioreactors?

45
Q

fotoreactoren voor het kweken van algen

46
Q

wat is een batch?

A

alle ingrediënten van het begin aanwezig

47
Q

wat is continu-batch?

A

1 groeibeperkend S wordt continu toegevoegd

48
Q

wat is fed-batch?

A

2 fasen: groeifase en productiefase?

49
Q

wat zijn de voordelen van een continu cultuur?

A

maximale productiviteit
geen shut down (oneindig lang)
geen lag fase
continu DSP
kleinere en goedkopere fermentoren

50
Q

wat zijn de nadelen van een continu cultuur?

A

risico op besmetting
rijpingsfase noodzakelijk
aanmaak van secundaire metabolieten
degeneratie van ongewenste mutaties
reglementering van de FDA
geen toepassing in de voeding of farma

51
Q

wat is NGGP?

A

niet groei geassocieerde product vorming (in fed-batch)
(moleculen die gevormd worden na de groei zijn niet nodig voor de groei, zijn geen bouwstenen van nieuwe cellen)

52
Q

hoe bepaald men het celaantal N?

A

uitplaten van verdunningsreeks
telkamer
Coulter teller (stroomonderbreking door passerende deeltjes)

53
Q

wat zijn de voordelen van de Coulter teller?

A

zeer snelle meting
voor grote aantallen cellen
typisch voor dierlijke cellen

54
Q

wat zijn de nadelen van de Coulter teller?

A

gemeten partikels kunnen dood of levend zijn
cellen in aggregaten (ophopingen)

55
Q

hoe bepaald men direct de celmassa X?

A

CDW (celdrooggewicht) = droge stofbepaling
turbedimetrie
PCV

56
Q

hoe bepaald men indirect de celmassa X?

A

meten van substraatverbruik
meten van metabolieten en CO2
meten van celcomponenten
meten van ATP met bioluminecentietechniek

57
Q

hoe ATP meten met bioluminecentie?

A

luciferine + luciferase + ATP -> lucefirine-luceferase-AMP + PP

lucefirine-luceferase-AMP + O2 -> oxylucefirine + luciferase + AMP + licht

58
Q

waarom biokatalysatoren immobiliseren?

A

enzymen = duur
denatureren en verliezen activiteit
recupereren te duur

59
Q

hoe enzymen immobiliseren?

A
  • binden op een drager
    adsorptie
    covalente bindingen
    cross linking
  • vastzetten in een matrix
    in polymeermatrix
    in capsules
60
Q

voordelen van het immobiliseren?

A

meerdere keren bruikbaar in batch-reacties
snel en eenvoudig af te zonderen na de reactie
continu bruikbaar in continu fermentaties
productiviteit katalyst stijgt

61
Q

nadelen van het immobiliseren?

A

hogere kostprijs (maar niet vglbaar met recupereren van enzymen)
soms verlies activiteit en stabiliteit (soms verbetering)

62
Q

hoe doet men mechanisch de celdisruptie?

A

kogelmolen
homogeniseerder

63
Q

hoe doet men niet-mechanisch de celdisruptie?

A

fysisch: thermoshok, vriesdrogen
chemisch: solventen, detergenten
enzymatisch

64
Q

welke vormen van vast-vloeistofscheiding zijn er?

A

filtreren
centrifugeren

65
Q

wat is de sedimentatiecoëfficient?

A

verband tussen v, a en de deeltjeseigenschappen

66
Q

welke soorten centrifuges zijn er?

A

buiscentrifuge
lamellencentrifuge
decanter

67
Q

hoe kan men water uit een medium verwijderen?

A

verdampen
membraanprocessen
met hulpstof

68
Q

welke membraanprocessen zijn er?

A

reverse osmosis (10-4 - 10-3 µm) (ionen tegenhouden)
nano filtration (-3 - -2) (kleine moleculen (suikers))
ultra filtration (-2 - -1) (grote moleculen (EW, virussen))
micro filtration (-1 - 1) (microdeeltjes (cellen))

69
Q

hoe wordt de efficiëntie van een UF membraan bepaald?

A

retentie
0% retentie: volledig door
100% retentie: helemaal tegengehouden

flux/permeabiliteit = snelheid waarmee een stof door een membraan passeert

70
Q

wat is backflux of backwash?

A

het omdraaien van de doorstroomrichting om de afgezette koek weg te spoelen

71
Q

wat is een superkritische vloeistof?

A

een stof die zich bevind boven zijn kritische temperatuur en druk en waar geen onderscheid valt te maken tussen gas en vloeistof, het bezit over beide hun eigenschappen