Familia Flashcards
Filius
Zoon
Puella
Meisje
Filia
Dochter
Dissimilis
Ongelijk
Verus
Echt, waar
At
Maar
Pater
Patris - 1 vader 2 senatoren (mv)
Simulo
Simulare - doen alsof
Fallo
Fallere, fefelli, falsum - bedriegen, misleiden
Paene
Bijna
Et…et…
Zowel…als…
Verum
Maar
Pietas
Pietatis - plichtsgevoel, respect, genegenheid
Vero
Maar
Simulacrum
Beeld
Libertus
Liberti - vrijgelaten(e)
Patria
Vaderland
Familia
1 gezin (incl. slaven) 2 personeel
Pareo
Parere, parui - gehoorzamen aan
Servitus
Servitutis - f - slavernij
Sum
Esse, fui - zijn
Falsus
Vals
Iubeo
Iubere, iussi, iussum - bevelen
Uxor
Uxoris - echtgenote
Et
1 en 2 ook
Familiaris
1 tot het huis behorend 2 huisgenoot
Tacitus
Zwijgend
Iussi
+gen - op bevel van
Munus
Muneris - 1 taak 2 geschenk
Simul
Tegelijkertijd
Mater
Matris - moeder
Soror
Sororis - zus(ter)
Similis
Gelijk
Taceo
Tacere, tacui, tacitum - zwijgen
Servus
Slaaf
Futurus
Toekomstig
Maritus
Echtgenoot
Puer
Pueri - jongen
Audio
Audire - horen
Moriturus
Participium fut A van morior
zullende sterven