Fallacy's Flashcards

1
Q

Taboe/heilig verklaren

A

Regel 1“De discussianten mogen elkaar niet beletten standpunten, argumenten of twijfel
naar voren brengen.”
Een standpunt mag niet in twijfel getrokken worden.
Een standpunt niet naar voren mogen brengen.
VB: “De democratische staatsvorm is ontegenzeggelijk superieur. Dat staat buiten kijf.
Daarover is geen discussie mogelijk.”

Wilders, 2008: “Krankzinnig!” (dat de staatssecretaris Huizinga het Suikerfeest tot
nationale feestdag wil maken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Argumentum ad baculum

A

Regel 1“De discussianten mogen elkaar niet beletten standpunten, argumenten of twijfel
naar voren brengen.”
De ander onder druk zetten door met sancties te dreigen.
VB:
“Onze krant verdient zonder twijfel de steun van iedere Duitser. Wij zullen u
de krant blijven toesturen en hopen dat u zich niet zult willen blootstellen
aan de onaangename consequenties bij opzegging”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Argumentum ad misericordiam

A

Regel 1“De discussianten mogen elkaar niet beletten standpunten, argumenten of twijfel
naar voren brengen.”
Je zet de ander onder druk door gebruik van gevoelens. (Bespelen van het publiek)
VB:
“Ladies and gentlemen of the jury, look at this miserable man, in a wheelchair,
unable to use his legs. Could such a man really be guilty of
embezzlement?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Argumentum ad Hominem: Directe persoonlijke aanval, bronvergiftging, tu quoque

A

Regel 1“De discussianten mogen elkaar niet beletten standpunten, argumenten of twijfel
naar voren brengen.”
Je valt je medediscussiant persoonlijk aan, in plaats van de standpunten, argumenten of kritiek.
Direct: De discussiant zwart maken of onbetrouwbaar of slecht of dom.
Bronvergiftiging: Zwart maken door te wijzen op de achtergrond van die persoon.
Tu quoque: Het beweren dat de uitspraken niet overeenkomen met het gedrag van die persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ontwijken bewijslast

A

Regel 2 Een discussiant die een standpunt naar voren brengt, mag niet weigeren
dit standpunt desgevraagd te verdedigen
You act as though you don’t have a burden of proof
Versies:
Algemeen bekend maken
Ethical fallacy/beroep doen op een expertise die er niet toedoet, Goochelen met woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verschuiven van bewijslast

A

Regel 2 Een discussiant die een standpunt naar voren brengt, mag niet weigeren
dit standpunt desgevraagd te verdedigen.

Hoezo niet?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stroman/strawman

A

Regel 3: Een aanval op een standpunt mag geen betrekking hebben op een standpunt dat
niet werkelijk door de andere partij naar voren is gebracht.

Je schuift je medediscussiant een standpunt in de schoenen dat hij of zij
helemaal niet, of niet helemaal, heeft ingenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ignoratio elenchi

A

Regel 4: Een standpunt mag niet worden verdedigd door non-argumentatie naar voren te
brengen, of met argumentatie die geen betrekking heeft op het standpunt.

Je argumentatie heeft betrekking op iets anders dan het standpunt dat
moet worden verdedigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pathethische drogreden

A

Regel 4:Een standpunt mag niet worden verdedigd door non-argumentatie naar voren te
brengen, of met argumentatie die geen betrekking heeft op het standpunt.

Je bespeelt de sentimenten van het publiek, in plaats van argumentatie
aan te dragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ethische drogreden

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ontkennen van gemeenschappelijke uitgangspunt

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Strikvraag en beladen taalgebruik

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Circelredenring

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ontkennen antecedent

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bevestigen consequent

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Compositiedrogreden

A
17
Q

Argumentum ad populum

A
18
Q

Argumentum ad consequentiam

A
19
Q

Argumentum ad verecundiam

A
20
Q

Overhaaste generalisatie

A
21
Q

False analagy/manke vergelijking

A
22
Q

Post hoc ergo propter hoc

A
23
Q

Sorities/slippery slope

A
24
Q

Absoluteren succes/ mislukken

A
25
Q

Ad ignorantiam

A
26
Q

Equivocatio

A