FA Flashcards

1
Q

De moderne naam voor adrenaline is:

  • lidocaine
  • epinefrine
  • prilocaine
  • felypressine
A

-epinefrine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. De extractiebeweging bij een P2 inf is vooral naar buccaal
    - goed
    - fout
A

fout

Elementen met vrijwel ronde wortel (bovenincisieven en onderpremolaren) roteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Een niet-ontdekte antrumperforatie leidt tot:
    - acute sinusitis maxillaris
    - sinusempyeem
    - mucosale antrumcyste
    - chronische sinusitis maxillaris
A

-chronische sinusitis maxillaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Een verdovingsnaald breekt niet snel tenzij deze wordt verbogen direct achter de mandrel
A

goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Inlegspuiten hebben de voorkeur boven knik-spuiten
    - goed
    - fout
A

fout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Een praktijk met aandacht voor optimale hygiene bewaart de verdovingscarpules in alcohol -goed
    - fout
A

fout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij extractie van een serie gebitselementen (immediaat prothese) hecht u eerst boven, daarna in de onderkaak -goed
-fout

A

goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verwijdering van een afgebroken wortel van een melkelement geschiedt

  • met een excavator
  • met een worteltang
  • nooit (verdwijnt toch vanzelf)
  • met een hevel
A

met een excavator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De meest gebruikte antrumplastiek is:

  • palatinale draailap
  • buccale trapeziumlap
  • bruglap
  • inhechten vetkwabje van Bichat
A

buccale trapeziumlap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Infiltratie anesthesie in de premolaar-molaarstreek bovenkaak wordt juist dorsaal van de wortelpunt gegeven -juist
-onjuist

A

juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De maximale dosis van articaine met adrenaline 1 : 100.000 bij een volwassen, goed gezonde man van ongeveer 75kg bedraagt:

  • 6 carpules à 1,8 ml
  • 8 carpules à 1,8 ml
  • 11 carpules à 1,8 ml
  • 14 carpules à 1,8 ml
A

8 carpules à 1,8 ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De maximale dosis van articaine met adrenaline 1 : 100.000 bij een volwassen, goed gezonde man van ongeveer 75kg bedraagt:

  • 6 carpules à 1,8 ml
  • 8 carpules à 1,8 ml
  • 11 carpules à 1,8 ml
  • 14 carpules à 1,8 ml
A

8 carpules à 1,8 ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De sensibiliteit van de gebitselementen en de alveolaire mucosa in de onderkaak is afkomstig van de n. mandibularis

  • juist
  • onjuist
A

juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ter preventie van een nabloeding bij patiënten met Marcoumar gebruik laat u de medicatie 1 dag voor extractie stoppen

  • juist
  • onjuist
A

onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

. De meeste gebruikte hevel of elevatorium voor verwijderen van onderverstandskiezen -de driehoekshevel
-de gebogen hevel
-de vlaghevel
-de rechte hevel
De meest gebruikte hevel in het algemeen is de recte hevel.

A

-de rechte hevel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

. De sensibiliteit van de gebitselementen in onder- en bovenkaak is afkomstig van de n. facialis (n. VII) -juist
-onjuist

A

onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

e dikte van een injectienaald voor een mandibulair blok bedraagt 1mm

  • juist
  • onjuist
A

onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Een mandibulair blok wordt toegediend in de pterygomandibulaire loge

  • juist
  • onjuist
A

juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Voor mandibulaire blok anesthesie wordt een naald gebruikt met een lengte van ongeveer 25 mm -goed
-fout

A

fout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Ter preventie van een nabloeding bij patiënten met Ascal gebruik, stopt men de medicatie gedurende 7-10 dagen

  • goed
  • fout
A

fout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Ter preventie van een nabloeding bij patiënten met Ascal gebruik overhecht u maar stopt u de alveole ook vol met Willostan of een ander hemostypticum

  • goed
  • fout
A

fout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Intraligamentaire anesthesiespuiten kenmerken zich door een gesloten buis

  • goed
  • fout
A

goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Het is verstandig de membraamzijde van een (zojuist uit de verpakking genomen) carpule te desinfecteren met alcohol

  • goed
  • fout
A

fout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

De sensibilteit van de pulpa 44 is afkomstig van de n. mentalis

  • juist
  • onjuist
A

onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
De naam voor de vasoconstrictor epinefrine en adrenaline is hetzelfde - juist - onjuist
juist
26
Om de kans op een steekinfectie te beperken is het verstandig de insteekplaats van de naald eerste te desinfecteren - goed - fout
fout
27
Ongewenste verplaatsing van een achtergebleven wortelrest naar de mondbodem treedt meestal op bij: -C inf - I1 inf - M3 inf - M1 inf
m3 inf
28
ter preventie van een nabloeding bij patienten met Marcoumar gebruik laat u de medicatie 7-10 dagen voor behandeling stoppen - goed - fout
fout
29
28. De crista zygomaticoalveolaris belemmert soms een goede verdoving van de buccale wortels van de 16. Het is dan verstandig een depot voor de crista te leggen
onuist
30
Een extractiebeweging bij een M1 sup is voornamelijk naar vestibulair - goed - fout
goed
31
Ter preventie van een nabloeding bij patiënten met Ascal gebruik overhecht u zorgvuldig -goed -fout
goed
32
Geleidingsanesthesie van de n. palatinus major wordt gegeven ter hoogte van de papilla incisivum -juist -onjuist
onjuist
33
Door de divergente wortels van een eerste bovenmolaar geeft u zowel palatinaal als vestibulair verdoving alvorens te extraheren
goed
34
Aan de voorzijde van een carpule zit een membraan en aan de achterzijde een stop. Beide zijn van rubber (latex)
onjuist
35
Neurotmese (doorsnijden) van de zenuwen tijdens operatieve onderverstandskiesverwijdering is een ernstige complicatie. Welk zenuwletsel heeft de slechtste prognose? - n. lingualis - n. mentalis - n. buccalis - n. alveolaris inferior
n. lingualos
36
35. De extractietang voor de 16 - heeft bekken die loodrecht staan op het handvat - is sterk bajonetvormig uitgevoerd - heeft in de bek 2 facetten palatinaal - heeft in de bek 2 facetten buccaal
heeft in de bek 2 facetten buccaal
37
Ocatpressin (Felypressine) is een vasoconstrictor afgeleid van het antidiuretisch hormoon -juist -onjuist
juist
38
Met infiltratieanesthesie is elk element in de kaak te verdoven - goed - fout
fout
39
Een mandibulair blok wordt gegeven met de carpulespuit parallel met de Frankforter horizontale -juist -onjuist
onjuist
40
Alvorens de vitale P2 inf te extraheren geeft u - infiltratie anesthesie plus mandibulair blok -alleen mandibulair blok - infiltratie anesthesie - mentalis blok
-infiltratie anesthesie plus mandibulair blok
41
De sensibiliteit van de pulpa 16 (buccale wortels) is afkomstig van de n. alveolaris superior anterior -juist -onjuist
onjuist
42
een mandibulair blok wordt bij voorkeur gegeven vanuit de contralaterale mondhoek -juist -onjuist
juist
43
Ter preventie van een nabloeding bij patiënten met Ascal gebruik verdooft u met prilocaine ipv articaine -goed -fout
fout
44
Bij verdoving van blijvende molaren in de onderkaak voor een extractie wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van - intraligamentaire anesthesie - oppervlakte anesthesie - infiltratie anesthesie - geleidingsanesthesie
-geleidingsanesthesie
45
Door de convergente wortels van een tweede bovenmolaar volstaat u bij extractie met een vestibulaire infiltratie verdoving - goed - fout
fout
46
Een carpule met lokaal anestheticum heeft een inhoud van 3.7 à 3.8 ml
onjuist
47
De extractierichting bij een M3 inf is vooral naar buccaal
fout
48
Een mandibulair blok bij kinderen moet iets anders worden gegeven dan bij volwassenen, omdat -de opstijgende tak van de mandibula minder divergent is - het foramen mandibulae lager ligt - het foramen mandibulae hoger ligt - het foramen mandibula verder naar dorsaal ligt
-het foramen mandibulae lager ligt
49
Een injectienaald voor een mandibulair blok is ongeveer 4,5 cm lang - juist - onjuist
onjuist
50
Bij extractie van een serie gebitselementen (immediaat prothese) extraheert u eerst boven, daarna de onderkaak
fout
51
Een mandibulair blok wordt gegeven bij het foramen mandibulae. Dit bevindt zich halverwege voor-en achterrand van de mandibula
juist
52
Welke maatregel wordt niet routinematig genomen na (operatieve) verwijdering van een M3 inf? -voorschrijven pijnstillers - meegeven schriftelijke instructies - tamponade (met jodoform) - hechte
-tamponade (met jodoform)
53
Articaine (bijv. Seponest en Ultracain) is een lokaal anestheticum met een amide-verbinding
juist
54
Adrenaline wordt aan een lokaal anestheticum toegevoegd met een concentratie van 1:50.000
onjuist
55
Prilocaine (Citanest) is een lokaal anestheticum met een esther-verbinding
onjuist
56
Prilocaine (Citanest) is een lokaal anestheticum met een esther-verbinding
onjuist
57
Extracties en pijnmedicaties worden in het algemeen bij zwangere ontraden. Wanneer echter een behandeling noodzakelijk is, is deze toch (relatief) veilig met - locale anesthesie in de periode 3-6 maanden - felypressine als vasoconstrictor veiliger dan adrenaline - citanest (te prefereren boven articaine) - infiltratie anesthesie, liever dan geleidingsanesthesie
locale anesthesie in de periode 3-6 maanden
58
De sensibiliteit van de gebitselementen en de alveolaire mucosa in de bovenkaak is afkomstig van de n. maxillaris - juist - onjuist
juist
59
Ter preventie van een nabloeding bij patiënten met Marcoumargebruik en een INR van 4.0 laat u de medicatie aanpassen door de Trombosedienst
goed
60
Hoge tuber anesthesie verdooft ook de n. palatinus en de n. infraorbitalis
juist
61
Alveolitis behandelt u als volgt - dagelijks uitspoelen met H2O2 en goede pijnstillers - verwijze naar kaakchirurg - excochleren - antibiotica en pijnstillers
-dagelijks uitspoelen met H2O2 en goede pijnstillers
62
ter preventie van een nabloeding bij patiënten met Marcoumar gebruik geeft u 1 uur voor behandeling een wateroplosbaar vitamine K (Konakion/ op een suikerklontje)
fout
63
De sensibiliteit van de linguale mucosa 46 is afkomstig van de n. alveolaris inferior - juist - onjuist
onjuist
64
Hoe betrouwbaar is mandibulaire blok anesthesie dmv ¾ carpule in handen van een ervaren tandarts? -99% - 90% - 85% - 75-80%
75-80%
65
“Blanching” is een fenomeen dat kan optreden bij het geven van lokale verdoving in de bovenkaak. Dit fenomeen berust op - intraveneuze injectie in plexus pterygoideus - aanprikken van ganglion Stellatum - spasme van de vaatwand - regtrogade flow in a. maxillaris
spasme van de vaatwadnd
66
Vicryl is een hechtdraad die - niet resorbeert - monofiel is (ongevlochten) - zwelt door opname van vocht - synthetisch is
-synthetisch is
67
De extractiebeweging bij een M2 inf is vooral naar vestibulair - goed - fout
goed
68
Alveolitis kenmerkt zich door - zwelling en pusafvloed - pijnlijk, met debris gevulde alveole - lege alveole en ondraaglijke pijn - algemene malaise en koorts
lege alveole en ondraaglijke pijn
69
Infiltratie anesthesie voor de 16 aan de palatinale zijde wordt gegeven in de overgang horizontale en verticale deel van het palatum
juist
70
De werkzaamheid van lokale verdovingsvloeistof is verbonden met een zekere hoeveelheid, bijv. tenminste ½ ml
fout
71
Hoe dunner de naald, hoe pijnlozer de prik
FOUT
72
De extractiebeweging bij een M3 sup is vooral rotatoir
fout
73
Het begrip “Trendelenburg-positie” staat voor de - automatische halfliggende positie bij tandheelkundig behandeling - automatische uitstapstand op het einde van een tandheelkundige behandeling - automatische (iets meer dan) horizontale stand van de behandelstoel
automatische (iets meer dan) horizontale stand van de behandelstoel
74
Controle op de werkzaamheid van een mandibulair blok doet u door - proefboren - te vragen naar halfzijdig verdoofde onderlip - knijpen of prikken in de lip of gingiva - vragen naar wat patient merkt van de verdoving
vragen naar wat patient merkt van de verdoving
75
Koelen van weefsel verlaagt de prikkelgeleiding en daarmee de pijn. Carpules worden daarom tot gebruik bewaard in de koelkast - juist - onjuist
onjuist
76
de sensibiliteit van de buccale mucosa 46 is afkomstig van de n. buccalis
juist
77
Een endosteme onderpremolaar extraheert/verwijdert u met - onderpremolaartang - bovenincisieftang - hevel 33 - onderincisieftang
bovenincisieftang
78
De sensibiliteit van de pulpa 13 is afkomstig van de n. infraorbitalis
onjuist
79
Een extrabeweging bij een centrale bovenincisief is voornamelijk rotatoir
goed
80
Langdurige trismus na mandibulaire blokanethesie berust op beschadiging van - m. pterygoideus lateralis - de n. facialis - de n. mandibularis - m. pterygoideus medialis
-m. pterygoideus medialis
81
Ter preventie van een nabloeding bij patiënten met Ascal gebruik laat u postoperatief spoelen met Cyclokapron -goed -fout
FOUT
82
Een worteltang is van een gewone extractietang te onderscheiden, omdat eerstgenoemde -stompere bekken heeft (rasparatorium functie) - bredere bekken heeft - een gebogen handvat heeft (handiger) - bekken heeft die elkaar raken
bekken heeft die elkaar raken
83
De M3inf wordt bij extractie bij voorkeur - eerst gesplitst, dan verwijderd - geroteerd - geluxeerd naar buccaal - geluxeerd naar linguaal
-geluxeerd naar linguaal
84
Hoe kleiner het “gauge” getal (dat de dikte van de naald aangeeft) hoe dikker de naald -juist -onjuist
JUST
85
De verdoving van een diep carieuze 85 is geslaagd als bij infiltratie anesthesie de halve onderlip tintel
Onjuist
86
Er is sprake van een antrumperforatie na extractie van een bovenmolaar. Hoe handelt u? -verwijzen naar kaakchirurg - zelf antrumplastiek doen - blaas-snuitverbod voor 10 dagen - overhechten
verwijzen naar kaakchirurg
87
De extractiebeweging bij een I1 inf is vooral rotatoir
fout
88
De sensibiliteit van het achterste 2/3 deel van het palatum slijmvlies is afkomstig van de n. nasopalatinus
onjuist
89
Welke maatregel wordt niet gekozen nadat een tuberfractuur is vastgesteld? - spalken element en uit occlusie slijpen - splitsen element en verwijderen wortels - verwijdering element inclusief tuber - verwijdering element en terugplaatsen tuber
-verwijdering element en terugplaatsen tuber
90
Hoe hoger het gauge-getal van een verdovingsnaald hoe groter de naalddiameter
fout
91
Bij het hechten van een extractiewond wordt o.a. een pincet gebruikt. Deze is bij voorkeur -kort en stevig - van het chirurgische type - van het anatomische type - gebogen
van het chirurgische type
92
Een belangrijke oorzaak van een nabloeding na een extractie is - openen van de dak canalis mandibularis - uitwerken locaal anestheticum met vasoconstrictor - openen van een bloedvat in het bot - hyperaemische gingiva
hyperaemische gingiva
93
Een driehoekshevel -wordt vooral voor de ondermolaren gebruikt -het blad ligt in het verlengde van de schacht -kent geen linker en rechter variant -heeft een deurkrukhandvat De driehoekshevel wordt gebtuikt om afgebroken wortelpunten te verwijderen vanuit een naburige alveole. Er is een rechtsomdraaiende en linksomdraaiende driehoeksbevel.
wordt vooral voor de ondermolaren gebruikt
94
De extractiebeweging bij een P1 sup is voornamelijk luxatie naar palatinaal
fout
95
De “bevel” van de naald is van het bot af gekeerd
onjuist
96
Bij extractie van een serie gebitselementen (immediaat prothese) extraheert u eerst de achterste en daarna de meer ventrale elementen
goed
97
De sensibiliteit van de labiale mucosa 11 is afkomstig van de n. infraorbitalis
juist
98
Alvorens de vitale P2 inf endodontisch te behandelen geeft u - infiltratie anesthesie plus mandibulair blok - infiltratie anesthesie - alleen mandibulair blok - mentalis blok
alleen mandibulair blok
99
De arcus palapharyngeus bevindt zich dorsaal/ventraal en lateraal/mediaal van de arcus palatoglossus: -
dorsaal | - mediaal
100
De huid van de bovenlip wordt sensibel geïnnerveerd vanuit de nervus:  buccalis  opthalmicus  infraorbitalis  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
infraorbitalis
101
``` De bovenlip wordt motorisch geïnnerveerd vanuit de nervus:  maxillaris  opthalmicus  facialis  mandibularis ```
 facialis
102
De huid van het bovenooglid wordt sensibel geinnerveerd vanuit de nervus: - opthalmicus - infraorbitalis - facialis - geen van bovengenoemde alternativen is juist
opthalmicus
103
Samentrekking van het caput inferius van de linker m. pterygoideus lateralis geeft een depressie/elevatie en een laterodeviatie van de kaak naar rechts/links:
- depressie | - rechts
104
Bij een gesloten kaak heeft het caput mandibulae contact met….. van de discus: - de voorste band - de achterste band - het mandibulaire blad van de bilaminaire zone - het temporale blad van de bilaminaire zone
de achterste band
105
De chorda tympani bevat onder meer pijn/smaak vezels behorend bij de nervus trigeminus/facialis:
- smaak vezels | - nervus facialis
106
De chorda tympani is een tak van de nervus Glossopharyngeus/facialis en sluit vervolgens weer aan bij de nervus lingualis/alveolaris inferior:
- nervus facialis | - nervus lingualis
107
De concha nasalis media is een deel van het os: - sphenoidale - ethmoidale - maxillare - geen van bovengenoemde alternatieven is juist
- ethmoidale
108
De ductus parotideus heeft wel/niet een nauwe relatie met de m. masseter en wel/niet een nauwe relatie met de m. buccinator:
wl wel
109
De fascia parotidemomasseterica is het meest craniale deel van de lamina… van de fascia cervicalis profunda: - lamina pretrachealis - lamina prevertebralis - media - superficialis
superficialis
110
Door de fissura orbitalis inferior loopt onder andere de:  n. ophthalmicus  n. infraorbitalis  n. alveolaris superior posterior  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
n. infraorbitalis
111
``` Welke spier ontspringt net caudaal van het foramen infraorbitale?  m. zygomaticus minor  m. levator anguli oris  m. zygomaticus major  m. levator labii superioris ```
m. levator anguli oris
112
Het foramen mandibulae heeft een nauwe relatie met de aanhechting van: - de m. mylohyoideus - het lig. sphenomandibulare - het lig. stylomandibulare - de m. tensor veli palatini
het lig. sphenomandibulare
113
Het foramen ovale vormt een verbinding tussen de middelste schedelgroeve en de fossa: - infratemporalis - retromandibularis - temporalis - pterygopalatina
infratemporalis
114
Het foramen rotundum vormt een verbinding tussen de middelste schedelgroeve en de fossa: - infratemporalis - temporalis - pterygopalatina - retromandibularis
pterygopalatina
115
De fossa infratemporalis wordt aan de craniale zijde voornamelijk begrensd door het os:  spenoidale  maxillare  occipitale  palatinum
spenoidale
116
In de fossa infratemporalis loopt de n. lingualis:  dorsaal van de n. alveolaris inferior  mediaal van de n. pterygoideus medialis  1 en 2 zijn beide juist  1 en 2 zijn beide onjuist
 1 en 2 zijn beide onjuist
117
In de fossa infratemporalis:  bevindt zich een diepe kwab van de glandula parotis  ligt het ganglion oticum lateraal van de m. pterygoideus medialis  loopt de n. alveolaris inferior langs het laterale oppervlak van de m. pterygoideus lateralis  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
bevindt zich een diepe kwab van de glandula parotis
118
In de fossa infratemporalis bevindt zich direct ventraal van de n. alveolaris inferior de nervus: - auriculotemporalis - lingualis - glossopharyngeus - buccalis
- lingualis
119
In de fossa infratemporalis: - bevindt zich de plexus pterygoideus - heeft de n. mylohyoideus een nauwe relatie met de a. menginea media - loopt de n. buccalis tussen beide koppen van de m. pterygoideus lateralis - meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist
- meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist
120
In de fossa infratemporalis: - loopt de n. alveolaris inferior voor de n. lingualis - loopt de chorda tympni lateraal van de m. pterygoideus lateralis - ligt het ganglion oticum lateraal van de m. pterygoideus medialis - ligt het foramen ovale mediaal van de m. pterygoideus lateralis
ligt het foramen ovale mediaal van de m. pterygoideus lateralis
121
In de fossa infratemporalis: - loopt de n. lingualis dorsal van de n. alveolaris inferior - ligt het ganglion oticum mediaal van de m. pterygoideus lateralis - ontspringt de a. palatina major uit de a. maxillaries - meer dan 1 van de bovenstaande antwoorden is juist
- ligt het ganglion oticum mediaal van de m. pterygoideus lateralis
122
``` elke structuur wordt niet aangetroffen in de fossa infratemporalis?  n. maxillaris  n. alveolaris inferior  a. alveolaris inferior  a. maxillaris ```
 n. maxillaris
123
Welke structuur wordt niet aangetroffen in de fossa infratemporalis?  m. temporalis  m. masseter  m. pterygoideus medialis  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
m. masseter
124
``` Welke spier ontspringt in de fossa pterygoidea?  m. pterygoideus medialis  m. tensor veli palatini  m. pterygoideus lateralis  m. levator veli palatini ```
m. pterygoideus medialis
125
De fossa pterygopalatina staat in verbinding met het cavum cranii via het foramen  ovale  sphenopalatinum  rotundum  spinosum
 rotundum
126
De fossa pterygopalatina staat in verbinding via de…. in verbinding met de fossa infratemporalis: - fissura pterygomaxillaris - fissura orbitalis inferior - canalis pterygoideus
: - fissura pterygomaxillaris
127
De fossa pterygopalatina wordt aan de mediale zijde begrensd door het os sphenoidale/palatinum en staat via fissura orbitalis superior/inferior in verbinding met de orbita: [=
- os palatinum | - inferior
128
De…. betreedt de fossa pterygopalatina via de fissura pterygomaxillaris: - n. infraorbitalis - a. maxillaris - n. palatinus major - n. palatinus minor
a. maxillaris
129
Welke structuur wordt niet aangetroffen in de fossa ptyerogopalatina: - a. sphenopalatina - n. palatinus major - chorda tympani - n. maxillaris
- chorda tympani
130
De fossa pterygopalatina wordt aan de voorzijde begrensd door: - het os sphenoidale (processus pterygoideus) - de maxilla (tuber) - het os palatinum (lamina perpendicularis) - meer dan één van de bovengenoemde alternatieven is juist
- de maxilla (tuber)
131
De frenula buccales bevinden zich ter plaatse van de molaren/premolaren en worden aan de bovenzijde opgeworpen door m. levator anguli oris/labii superioris:
- premolaren | - m. levator anguli oris
132
Direct naast het frenulum labii inferioris is in het vestibulum oris te palperen de musculus: -mentalis - risorius - depressor labii inferioris - depressor anguli oris
mentalis
133
Naast het frenulum linguae ziet u een aantal bloedvaten door het slijmvlies van de tong. Dit zijn:  takken van de a. profunda linguae  takken van de a. sublingualis  de vv. linguales  de vv. profundae linguae
de vv. profundae linguae
134
Het frenulum linguale bevindt zich bij:  de facies inferior linguae onderzijde van de tong  de apex linguae  het dorsum linguae bovenkant van de tong  de radix linguae tongwortel
 de facies inferior linguae onderzijde van de tong
135
De galea aponeurotica is stevig verbonden met: - het onderliggende periost - de overliggende huid - het onderliggende bot
- de overliggende huid
136
Het ganglion cervicale superius bevat perikarya van… neuronen. - sensibele - orthosympatische - parasympatische
- orthosympatische
137
``` Het ganglion ciliare bevindt zich in:  de fossa infratemporalis  het trigonum submandibulare  het spatium paraphyngeum  geen van bovengenoemde alternatieven is juist ```
geen van bovengenoemde alternatieven is juist
138
``` Het ganglion ciliare is te vinden in de:  fossa infratemporalis  orbita  paralinguale ruimte  fossa pterygopalatinum ```
orbita
139
``` Het ganglion geniculi is te vinden in:  het cavum cranii  de schedelbasis  de orbita  de fossa infratemporalis ```
 de schedelbasis
140
Parasympatische vezels voor het ganglion oticum verlaten de hersenstam via de nervus:  5  7  9  10
9
141
Parasympatische vezels voor het ganglion submandibulare verlaten de hersenstam via de nervus:  5  7  9  10
7
142
Het ganglion submandibulare heeft een nauwe topografische relatie met de nervus: -lingualis - facialis - hypoglossus - mylohyoideus
lingualis
143
Het ganglion trigeminale bevindt zich in: - het spatium paraphyngeum - de fossa cranii media - het trigonum submandibulare - de fossa infratemporalis
de fossa cranii media
144
``` Het ganglion oticum ligt dicht tegen de:  n. lingualis  n. facialis  n. opthalmicus  n. mandibularis ```
n. mandibularis
145
De sensibele innervatie van de vestibulaire gingiva van de arcus inferior ter hoogte van de molaren en premolaren wordt verzorgd door de nervus: - lingualis - buccalis - alveolaris inferior - facialis
-buccalis
146
De linguale zijde van de gingiva van de arcus alveolaris inferior wordt sensibel geinnerveer door (een tak van) de nervus: - alveolaris inferior - buccalis - lingualis - glossopharyngeus
-lingualis
147
In de glandula parotis loopt de v. retromandibularis samen met de arteria:  carotis interna  carotis communis  carotis externa  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
carotis externa
148
De glandula parotis strekt zich uit tot in:  fossa temporalis  de fossa infratemporalis  het spatium sublinguale  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 de fossa infratemporalis
149
De glandula parotis heeft een nauwe relatie met de:  v. retromandibularis  m. mylohyoideus  n. facialis  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 n. facialis
150
In de glandula parotis kan worden aangetroffen de:  v.facialis  a. facialis  n. facialis  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 n. facialis
151
In de glandula parotis kan worden aangetroffen de: - N. mylohyoideus - V. retromandibularis - A. facialis - Meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
- V. retromandibularis
152
``` Welke structuur wordt niet aangetroffen in de glandula parotis?  n. facialis  v. retromandibularis  a. carotis externa  n. auriculus magnus ```
n. auriculus magnus
153
``` De parasympatische innervatie van de glandila parotis is afkomstig uit het ganglion:  oticum  trigeminale  ciliare  cervicale superius ```
 oticum
154
De orthosympatische innervatie van de glandula parotis is afkomstig uit het ganglion: - ciliare - cervicale superius - oticum - geen van bovengenoemde alternatieven is juist
- cervicale superius
155
De glandulae palatinae worden parasympatisch geinnerveerd vanuit het ganglion oticum/pterygopalatinum, de glandula parotis vanuit het ganglion oticum/pterygopalatinum:
- ganglion pterygopalatinum | - ganglion oticum
156
``` Na het verwijdering van de glandula thyroidea blijkt een patiënt hees te zijn. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door beschadiging van de nervus:  laryngeus inferior  glossopharyngeus  accessorius  vagus ```
 laryngeus inferior
157
Welke spier heeft een nauwe relatie met de hamulus van de processus pterygoideus? - m. tensor veli palitini - m. levator veli palitini - m. palatopharyngeus - m. salpingopharyngeus
m. tensor veli palitini
158
De zogenaamde isthmus faucium ligt op de grens tussen: - m. buccinator en m. constrictor pharyngeus - pharynx en larynx - linker en rechter m. mylohyoideus - pharynx en cavum oris
- pharynx en cavum oris
159
De zogenaamde isthmus faucium ligt op de grens tussen pharynx en: - cavum oris - larynx - oesophagus - cavum nasi
cavum oris
160
De huid ter plaatse van het jukbeen wordt sensibel geïnnerveerd door (een tak van) de nervus:  infraorbitalis  auriculotemporalis  buccalis  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
geen van bovengenoemde alternatieven is juist
161
De huid van de kin wordt sensibel geinnerveerd door (een tak van) de: - n. opthalmicus - n. mandibularis - n. maxillaris - meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist
- n. mandibularis
162
Het huidgebied in de hals tussen kin en borstbeen wordt sensibel geinnerveerd door (een tak van) de nervus: - facialis - transversus colli - accessorius - geen van bovengenoemde alternatieven is juist
- transversus colli
163
``` De lamina media van de fascia cervicalis profunda loopt direct voor de:  glandula thyroidea  m. platysma  prevertebrale spieren  m. sternocleidomastoideus ```
glandula thyroidea
164
``` De lamina media van de fascia cervicalis profunda:  bekleedt de wervelkolom  omhult de trachea  omhult de hyoidale spieren  bekleedt de m. sternocleidomastoideus ```
 omhult de hyoidale spieren
165
De lamina profunda van de fascia cervicalis profunda omhult de:  schildklier  vaatzenuwklier van de hals  hyoidale spieren  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
 geen van bovengenoemde alternatieven is juist
166
De larynxspiertjes worden motorisch geinnerveerd vanuit de nervus: - glossopharyngeus - hypoglossus - vagus - meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist
- vagus
167
Aan de vorming van de laterale neuswand doet onder ander mee:  de maxilla  het os palatinum  het vomer  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
168
Bij een laterodeviatie van de kaak naar rechts verwacht u activiteit van de:  linker m. masserer (pars profunda)  rechter m. pterygoideus medialis  linker m. pterygoideus lateralis  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 linker m. pterygoideus lateralis
169
Bij een laterodeviatie van de kaak naar links verwacht u activiteit van de:  rechter m. temporalis posterior  rechter m. pterygoideus medialis  linker m. pterygoideus lateralis  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
linker m. pterygoideus lateralis
170
Bij een laterodeviatie van de kaak naar links verwacht u geen activiteit van de:  rechter m. pterygoideus medialis  linker m. pterygoideus lateralis  linker m. temporalis (pars posterior)  rechter m. masseter (pars superficialis)
linker m. pterygoideus lateralis
171
Het ligamentum stylomandibulare heeft een aanhechting bij (aan): - de processus coronoideus - de angulus mandibulae - het foramen mandibulae - de polus lateralis
-de angulus mandibulae
172
Het ligamentum temporomandibulare bevindt zich aan de laterale/mediale zijde van het kaakgewrichtskapsel en remt retrusie/protrusie:
Het ligamentum temporomandibulare bevindt zich aan de laterale/mediale zijde van het kaakgewrichtskapsel en remt retrusie/protrusie: - laterale zijde - remt retrusie
173
Welk ligament kan worden opgevat als een versterking van het kapsel van het kaakgewricht?  lig. stylomandibulare  lig. temporomandibulare  lig. sphenomandibulare  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
lig. temporomandibulare
174
Lymfe-drainage van de maxillaire molaren komt onder meer terecht in de nodi lymphatici:  parotidei  submandibulares  submentalis  buccales
submandibulares
175
Alle lymfe van het hoofd wordt via de nodi lymphatica cervicales profundi/superficialis afgevoerd naar de ductus thoracius/truncus jugularis:
- cervicales profundi | - truncus jugularis
176
Lymfe uit de huid van het achterhoofd komt als eerste terecht in de nodi lymphatici  buccales  parotidei  cervicales superficiales  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
geen van bovengenoemde alternatieven is juist
177
``` De lymfe uit de bovenmolaren stroomt naar de nodi lymphatici:  buccales  parotidei  cervicales superficiales  submandibulares ```
 submandibulares
178
Lymfe afkomstig rondom de gebitselementen stroomt onder meer naar de: - nodi lymphatici cervicales superficiales - nodi lymphatici submentalis - 1 en 2 zijn beide juist - 1 en 2 zijn beide onjuist
nodi lymphatici submentalis
179
Lymfe uit de molaren van de onderkaak komt als eerst terecht in de nodi lymphatici:  submandibularis  buccales  submentales  parotidei
 submandibularis
180
Nadat lymfe de nodi lymphatici cervicales superficiales heeft gepasseerd, stroomt het naar de:  truncus jugularis  ductus thoracicus  venenhoek  nodi lymphatici cervicales profundi
nodi lymphatici cervicales profundi
181
Lymfe uit de nodi lymphatici (n.l.) cervicales profundi wordt afgevoerd via de:  ductus thoracicus  n.l. cervicales superficiales  n.l. occipitals  truncus jugularis
truncus jugularis
182
;mfe uit de nodi lymphatici submandibulares en submentale stroomt naar de:  nodi lymphatici cervicales superficiales  nodi lymphatici cervicales profundi  1 en 2 zijn beide juist  1 en 2 zijn beide onjuist
nodi lymphatici cervicales profundi
183
Lymfe uit de tong komt onder meer terecht in de nodi lymphatici:  buccales  submandibulares  cervicales profundi  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
184
Lymfe uit de tong stroomt onder meer naar de:  nodi lymphatici submentales  nodi lymphatici buccales  nodi lymphatici parotidei  nodi lymphatici cervicales superficiales
 nodi lymphatici submentales
185
De m. buccinator:  wordt geïnnerveerd door de n. facialis  hecht onder meer aan de modiolus  1 en 2 zijn beide juist
 1 en 2 zijn beide juist
186
De m. buccinator wordt motorisch geinnerveerd door een tak van de nervus: - lingualis - mandibularis - facialis - geen van bovenstaande alternatieven is juist
- facialis
187
``` De m. constrictor pharyngis superior heeft geen aanhechting aan:  de raphe pharyngis  de raphe pterygomandibularis  het os hyoideum  de processus pterygoideus ```
het os hyoideum
188
``` De m. contrictor pharyngis superior heeft onder meer een aanhechting aan:  de mandibula  het hyoid  het cricoid  het thyroid ```
 de mandibula
189
``` De pharyngis inferior heeft onder meer een aanhechting aan:  de mandibula  het os hyoideum  het cartilago cricoidea  de raphe pterygomandibularis ```
 het cartilago cricoidea
190
``` De m. constrictor pharyngis inferior heeft een aanhechting aan:  het os hyoideum  het cartilago thyroidea  1 en 2 zijn beide juist  1 en 2 zijn beide onjuist ```
 het cartilago thyroidea
191
De m. corrugator supercilli loop oppervlakkig/diep van de m. orbicularis oculi en heeft een aanhechting aan het bot bij de laterale/mediale ooghoek:
- diep | - mediale ooghoek
192
De venter anterior van de m. digastricus wordt geïnnerveerd vanuit hersenzenuw nummer:  5  7  9  12
5
193
De venter posterior van de m. digastricus wordt geïnnerveerd vanuit hersenzenuw nummer:  5  7  9  12
7
194
De voorste buik van de m. digastricus:  heeft een nauwe topografische relatie met de ductus submandibularis  wordt geinnerveerd door de m. mylohyoideus  doet mee aan de begrenzing van het trigonum caroticum  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 wordt geinnerveerd door de m. mylohyoideus
195
``` De tussenpees van de m. digastricus heeft een nauwe relatie met de musculus:  styloglossus  genioglossus  geniohyoideus  stylohyoideu ```
 stylohyoideus
196
``` De motorische innervatie van de m. geniohyoideus wordt verzorgd door de:  plexus cervicalis  n. trigeminus  n. glossopharyngeus  n. accessorius ```
 plexus cervicalis
197
De m. genioglossus wordt geinnerveerd vanuit de nervus  lingualis  glossopharyngeus  hypoglossus  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
 hypoglossus
198
``` De m. hyoglossus trekt de tong naar:  boven en naar voren  boven en naar achteren  benenden en naar voren  beneden en naar achteren ```
 beneden en naar achteren
199
De motorische innervatie van de m. hyoglossus wordt verzorgd door de: - n. mandibularis - n. vagus - n. glossopharyngeus - n. hypoglossus
- n. hypoglossus
200
De motorische innervatie van de m. hyoglossus wordt verzorgd door de:  n. lingualis  ansa cervicalis profunda  n. glossopharyngeus  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
 geen van bovengenoemde alternatieven is juist
201
Ter plaatse van de m. hypoglossus bevat de n. hypoglossus:  sensibele vezels  motorische vezels  bovenstaande antwoorden zijn beide juist  bovenstaande antwoorden zijn beide onjuist
motorische vezels
202
De m. levator labii superior heeft een benige aanhechting onder/boven het foramen infraorbitale en straalt wel/niet uit de modiolus
- boven | - straalt niet uit
203
``` De m. longitudinalis lingua zorgt voor een:  afplatting van de tong  dikker worden van de tong  1 en 2 zijn beide juist  1 en 2 zijn beide onjuist ```
 1 en 2 zijn beide onjuist
204
In de ruimte tussen de mondbodemmucosa en de m. mylohyoideus bevindt zich onder meer (een deel van) de glandula: - sublingualis - parotis - submandibularis - meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist
- meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist
205
De m. pterygoideus lateralis heeft onder meer een aanhechting aan de: - ala major van het os Spenoidale - fossa pterygoidea - tuberositas pterygoidea - meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist
ala major van het os Spenoidale
206
De m. omohyoideus: - loopt oppervlakkig van de m. sternocleidomastoideus - is betrokken bij de begrenzing van het trigonum submandibulare - heeft een aanhechting aan de scapula - meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist
- heeft een aanhechting aan de scapula
207
``` De m. styloglossus trekt de tong naar:  achteren en onderen  achteren en boven  voren en onder  voren en boven ```
achteren en boven
208
De m. stylopharyngeus heeft een nauwe topografische relatie met de  n. accesorius  n. vagus  n. glossopharyngeus geen van bovengenoemd alternatieven is juist
 n. glossopharyngeus
209
``` De motorische innervatie van de m. styloglossus wordt verzorgd door de:  n. trigemus  n. facialis  n. glossopharyngeus  n. hypoglossus ```
n. hypoglossus
210
Welke spier heeft geen nauwe realtie met het trigonium (spatium) submandibulare?  mylohyoideus  m. stylohyoideus  m. digastricus  m. omohyoideus
m. omohyoideus
211
Aan de voorrand van de m. masseter zijn de pulsaties te voelen van de arteria:  temporalis superficialis  facialis  carotis externa  geen van bovengenoemde alternatieven zijn juist
facialis
212
Contractie van de m. verticalis lingua maakt de tong platter/dunner. Deze spier wordt geinnerveerd door de glossopharyngeus/hypoglossus: -
maakt de tong platter | - hypoglossus
213
n de meatus nasi medius bevindt zich onder meer de opening van de  ductus nasolacrimalis  sinus maxillaris  tuba auditiva
sinus maxillaris
214
In de meatus nasi inferior bevindt zich onder meer de opening van de: - sinus maxillaris - sinus sphenoidalis - ductus nasolacrimalis - meer dan één van bovengenomede alternatieven is juist
- ductus nasolacrimalis
215
In de meatus nasi inferior mondt uit de: - sinus maxillaris - ductus nasolacrimalis - sinus frontalis - geen van bovengenoemde alternatieven is juist
ductus nasolacrimalis
216
In de meatus nasi superior mondt uit de:  sinus maxillaris  ductus nasolacrimalis  sinus frontalis  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
 geen van bovengenoemde alternatieven is juist
217
``` Welke spier heeft een aanhechting aan de zogenaamde modiolus?  m. zygomaticus minor  m. depressor labii inferioris  m. zygomaticus major  m. levator labii superioris ```
m. zygomaticus major
218
Welke spier heeft GEEN aanhechting aan de zogenaamde modiolus? - m. depressor labii inferioris - m. zygomaticus major - m. risorius - m. levator anguli oris
m. depressor labii
219
Welke spier straalt niet uit in de modiolus: - m. buccinator - m. depressor anguli oris - m. zygomaticus major - m. levator labii superioris
m. levator labii superioris
220
De mondhoek kan naar lateraal worden getrokken door de musculus:  procerus  buccinator  risorius  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
221
circa 1 cm lateraal van de mondhoek zijn pulsaties van de arteria te palperen: - facialis - labialis - buccalis - infraorbitalis
facialis
222
Direct onder de mucosa van de mond kan worden aangetroffen de: - n. facialis - n. lingualis - n. glossopharyngeus - n. Hypoglossus
n. lingualis
223
De mucosa van de wang wordt sensibel geinnerveerd door (een tak van) de nervus  alveolaris superior medius  zygomaticus  buccalis  alveolaris inferior
Buccalis
224
De algemene sensibiliteit van de mucosa van de mondbodem wordt verzorgd vanuit de nervus: -alveolaris inferior - hypoglossus - lingualis - meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist
lingualis
225
``` De musculus orbicularis oculi heeft een benige aanhechting aan de:  margo supraorbitale  laterale ooghoek  mediale ooghoek  margoinfraorbitalis ```
mediale ooghoek
226
De nodi lymphatici submandibulares ontvangen geen lymfe uit de: - sinus maxillaris - tong - oogleden - gebitselementen van de bovenkaak
oogleden
227
De n. alveolaris inferior  geeft een tak af voor de innervatie van de m. pterygoideus lateralis  passeert mediaal van de m.pterygoideus lateralis  heeft een nauwe relatie met de fissura pterygomaxillaris  meer dan een van bovengenoemde alternatieven is juist
passeert mediaal van de m. pterygoideus lateralis
228
De n. alveolaris inferior:  passeert mediaal van de bovenste kop van de m. pterygoideus lateralis  passeert mediaal van de m. tensor veli palatini  loopt door de fossa pterygopalatina  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
passeert mediaal van de bovenste kop van de m. pterygoideus lateralis
229
De n. alveolaris inferior passeert: - lateraal van de bovenste kop van de m. pterygoideus lateralis - mediaal van de m. pterygoideus medialis - 1 en 2 zijn beide juist - 1 en 2 zijn beide onjuist
1 en 2 zijn beide onjuist
230
De n. alveolaris inferior heeft een nauwe topografische relatie met de musculus  de m. digastricus  het foramen mandibulae  het foramen rotundum  de m. mylohyoideus
het foramen mandibulae
231
``` De n. alveolaris inferior heeft een nauwe topografische relatie met de musculus  pterygoideus lateralis  tensor veli palatini  mylohyoideus  buccinator ```
pterygoideus lateralis
232
Direct nadat de n. alveolaris inferior zich heeft afgesplitst van de n. mandibularis bevat hij:  motorische vezels  parasympatische vezels  sensibele vezels  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist (a en c)
 meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist (a en c)
233
Bij het betreden van de canalis mandibulae bevat de n. alveolaris inferior: - sensibele vezels - motorische vezels - 1 en 2 zijn beide juist - 1 en 2 zijn beide onjuist
sensibele vezels
234
De n. alveolaris superior anterior is een tak van de nervus:  infraorbitalis  palatinus major  maxillaris  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
infraorbitalis
235
De n. alveolaris superior medius kan worden aangetroffen in:  de wand van de sinus sphenoidalis  de wand van de sinus maxillaris  de fossa pterygopalatina  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
de wand van de sinus maxillaris
236
De n. alveolaris superior posterior is een tak van de n. infraorbitalis/maxillaris en loopt over het tuber maxillae/orbitabodem: - n. maxillaris - tuber maxillae
- n. maxillaris | - tuber maxillae
237
``` De n. alveolaris superior posterior is een directe tak van de nervus:  supraorbitalis  infraorbitalis  palatinus major  maxillaris ```
maxillaris
238
De n. auriculotemporalis is een sensibele/motorische tak van de n. mandibularis/maxillaris:
- sensibele tak | - n. mandibularis
239
De n. auricularis posterior is een sensibele/motorische tak van de n. facialis/plexus cervicalis:
motorische tak | - n. facialis
240
De n. buccalis is een sensibele/motorische tak van de n. maxillaris/mandibularis:
- sensibele tak | - n. mandibularis
241
De n. buccalis is een tak van de nervus mandibularis/facialis en loopt langs de mediale/laterale zijde van het Caput susperius van de m. pterygoideus lateralis:
- nervus mandibularis | - mediale zijde
242
``` De truncus van de n. facialis heeft een nauwe relatie met:  de m. sternocleidomastoideus  de parotideus  de a. facialis  het foramen stylomastoideum ```
het foramen stylomastoideum
243
``` De truncus van de n. facialis heeft een nauwe relatie met:  de m. sternocleidomastoideus  de ductus parotideus  de a. facialis  het foramen stylomastoideum ```
het foramen stylomastoideum
244
De n. frontalis bevat sensibele/motorische vezels en is wel/niet een tak van de n. opthalmicus:
sensibele vezels | - wel een tak
245
De n. glossopharyngeus is betrokken bij de innervatie van de musculus:  hyoglossus  omohyoideus  transversus linguae  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
geen van bovengenoemde alternatieven is juist
246
De n. infraorbitalis zorgt niet voor de sensibele innervatie van de huid van:  de bovenlip  de regio infraorbitalis  het onderooglid  de regio zygomatica
de regio zygomatica
247
``` De n. laryngeus superior is een tak van de:  n. vagus  n. accessorius  plexus pharyngeus  ansa cervicalis profunda ```
 n. vagus
248
De n. lingualis heeft een nauwe topogafische relatie met onder meer: - de m. pterygoideus medialis - de tuber maxillae - het ganglion otcicum - de fossa pterygopalatina
de m. pterygoideus medialis
249
``` De n. lingualis heeft een nauwe topografische relatie met onder meer:  de fossa pterygopalatina  het ganglion oticum  het collum mandibulae  de glandula submandibularis ```
 de glandula submandibularis
250
De n. lingualis bevat direct na afslitsing van de n. mandibularis: - alleen sensibele zenuwvezels - sensibele, motorische en parasympatische zenuwvezels - sensibele en motorische zenuwvezels - alleen motorische zenuwvezels
- alleen sensibele zenuwvezels
251
Op weg naar de tong loopt de n. lingualis onder meer:  lateraal langs de m. pterygoideus lateralis  boven langs de ductus submandibularis  1 en 2 zijn beide juist  1 en 2 zijn beide onjuist
1 en 2 zijn beide onjuist
252
De n. massetericus: - bevat motorische vezels - is een tak van de n. maxillaris - is betrokken bij de innervatie van de m. pterygoideus medialis - meer dan één van de bovengenoemde alternatieven is juist
bevat motorische vezels
253
De n. massetericus heeft een nauwe topogrfische relatie met de: - incisura mandibulae - m. zygomaticus major - glandula parotis - m. buccinator
- incisura mandibulae
254
De n. mylohyoideus is betrokken bij de motorische innervatie van de musculus:  stylohyoideus  genoihyoideus  digastricus  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
digastricus
255
``` De n. mylohyoideus:  is een tak van de n. lingualis  innerveert de m. geniohyoideus  loopt in het trigonum submandibulare  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist ```
 loopt in het trigonum submandibulare
256
De n. maxillaris heeft een nauwe topografische relatie met onder meer: - de fossa pterygopalatina - het ganglion oticum - het foramen ovale - de m. pterygoideus medialis
- de fossa pterygopalatina
257
De n. maxillaris loopt door het foramen rotundum/ovale naar de fossa pterygopalatina/infratemporalis:
foramen rotundum | - fossa pterygopalatina
258
``` De n. mentalis:  is een tak van de n. alveolaris inferior  innerveert de m. mentalis  1 en 2 zijn beide juist  1 en 2 zijn beide onjuist ```
 is een tak van de n. alveolaris inferior
259
``` De nn. nasales zijn takken van de nervus (nervi):  infraorbitalis  palatinus major  alveolares superiores  maxillaris ```
maxillaris
260
``` de n. occipitalis minor:  is een tak van de n. accessorius  innerveert de m. epicranius  bevat alleen sensibele zenuwvezels  innerveert de infrahyoidale spieren ```
bevat alleen sensibele zenuwvezels
261
De n. occipitalis minor is wel/niet sensibel en wel/niet een tak van de plexus cervicalis:
- wel | - wel
262
``` De n. petrosus minor is een tak van de:  plexus cervicalis  n. facialis  n. vagus  n. glossopharyngeus ```
n. glossopharyngeus
263
``` De n. petrosus major is een tak van de:  n. facialis  truncus orthosympaticus  plexus cervicalis  n. glossopharyngeus ```
 n. facialis
264
De n. transversus colli:  innerveert de infrahyoidale spieren  komt bij het punctum nervosum te voorschijn  is een tak van de n. accessorius  meer dan één van de bovengenoemde alternatieven is juist
komt bij het punctum nervosum te voorschijn
265
De n. transversus colli: - bevat sensibele vezels - doet mee aan de vorming van de ansa cervicalis profunda - is een tak van de n. facialis - meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist
bevat sensibele vezels
266
De n. supraclavicularis is een tak van de nervus:  facialis  trigeminus  vagus  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
geen van bovengenoemde alternatieven is juist
267
De n.n. temporalis profundi zijn sensibele/motorische takken van de nervus mandibularis/maxillaris: -
motorische takken | - nervus mandibularis
268
De nn. temporales profundi hebben een nauwe topografische relatie met de bovenzijde van de musculus:  masseter  buccinator  orbicularis oculi  pterygoideus lateralis
pterygoideus lateralis
269
De n. vagus innerveert onder meer de:  prevertebrale spieren  m. sternocleidomastoideus  larynxspieren
larynxspieren
269
``` De n. vagus innerveert onder meer de:  prevertebrale spieren  m. sternocleidomastoideus  larynxspieren meer dan een van de bovengenoemde alternatieven is juist ```
larynxspieren
270
De n. zygomaticus is een tak van de nervus maxillaris/opthalmicus en bevat motorische/sensibele vezels
: - n. maxillaris | - sensibele vezels
271
De n. accessorius innerveert onder meer de: - prevertebrale spieren - m. sternocleidomastoideus - m. sternohyoideus - meer dan 1 van de bovengenoemde antwoorden is juist
- meer dan 1 van de bovengenoemde antwoorden is juist
272
De n. hypoglossus is betrokken bij de innervatie van de musculus: - omohyoideus - hyoglossus - transversus linguae - meer dan 1 van de bovengenoemde alternatieven is juist.
- hyoglossus
273
De n. accesorius innerveert onder meer de - m. sternocleidomastoideus - m. sternohyoideus - prevertebrale spieren - meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
- m. sternocleidomastoideus
274
Neuronen betrokken bij de pijnsensatie van de tong, betreden de hersenstam via de nervus: - facialis - trigeminus - glossopharyngeus - meer dan 1 van de bovenstaande alternatieven is juist
- meer dan 1 van de bovenstaande alternatieven is juist
275
Neuronen betrokken bij de smaakinnervatie van het achterste eenderde deel van de tong betreden de herstenstam via de nervus: - glossopharyngeus - facialis - hypoglossus - trigeminus
glossopharyngeus
276
Neuronen betrokken bij de pijnsensatie van het voorste tweederde deel van de tong, betreden de hersenstam via de nervus:  glossopharyngeus  facialis  trigeminus  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
trigeminus
277
De huid van de neus wordt sensibel geïnnerveerd door (een tak van) de:  n. opthalmicus  n. maxillaris  n. mandibularis  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
278
De nodi lymphatica submandibularis ontvangen wel/niet lymfe uit de tong. Lymfe uit de nodi lymphatica submandibularis wordt wel/niet afgevoerd naarde nodi lymphatica cervicalis profundi
wel | - wel
279
Het slijmvlies van de onderlip wordt sensibel geinnerveerd vanuit de nervus: - buccalis - lingualis - mylohyoideus - geen van bovengenoemde alternatieven is juist
- geen van bovengenoemde alternatieven is juist
280
De huid van de onderlip wordt sensible geïnnerveerd vanuit (een tak van) de:  n. opthalmicus  n. maxillaris  n. mandibularis  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 n. mandibularis
281
De onderlip wordt motorisch geïnnerveerd vanuit de nervus:  mylohyoideus  facialis  mentalis  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
facialis
282
De huid van het onderooglid wordt sensibel geïnnerveerd vanuit de nervus:  buccalis  infraorbitalis  ophthalmicus  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
infraorbitalis
283
Het huidgebied achter de oorschelp wordt sensibel geinnerveerd door de nervus: - auriculotemporalis - infraorbitalis - facialis - auricularis magnus
auricularis magnus
284
Het huidgebied vlak voor de oorschelp ter hoogte van de jukboog wordt sensibel geïnnerveerd door de nervus:  auricularis magnus  infraorbitalis  facialis  auriculotemporalis
auriculotemporalis
285
``` Tijdens de opening van de kaak wordt de raphe:  pterygomandibularis langer  mylohyoidae korter  1 en 2 zijn beide juist  1 en 2 zijn beide onjuist ```
 1 en 2 zijn beide juist
286
``` De orbitabodem bestaat voor een groot deel uit het os:  palatum  ethmoidalis  sphenoidalis  maxilla ```
maxilla
287
De orbita staat in verbinding met het cavum cranii via:  de fissura orbitalis inferior  het foramen rotundum  het foramen ovale  de fissura orbitalis superior
 de fissura orbitalis superior
288
``` Het grootste deel van de mediale wand van de orbita wordt gevormd door het os:  sphenoidale  maxillare  ethmoidale  frontale ```
ethmoidale
289
Aan de vorming van de laterale orbitawand doet mee:  os ethmoidale  os zygomaticum  os sphenoidale  meer dan een van bovengenoemde alternatieven is juist
 meer dan een van bovengenoemde alternatieven is juist
290
Welke spier heeft een aanhechting aan het os nasale:  m. risorius  m. epicranius  m. procerus  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
 m. procerus
291
Welke spier heeft een aanhechting aan het os maxilla?  m. levator anguli oris  m. temporalis  m. risorius  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
m. levator anguli oris
292
``` De algemene sensibiliteit van het palatum wordt verzorgd vanuit de nervus:  trigeminus  facialis  glossopharyngeus  vagus ```
trigeminus
293
Het slijmvlies van het palatum durum wordt sensible geinnerveerd vanuit (een tak van) de: -n. opthalmicus - n. mandibularis - n. maxillaris - meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist.
-n. maxillaris
294
Onder het slijmvlies van het palatum durum bevindt (bevinden) zich onder meer de:  a. spenopalatina  a. alveolaris superior posterior  aa. palatinae minores  a. palatina major
 a. palatina major
295
Onder het slijmvlies van het palatum molle bevindt (bevinden) zich onder meer de:  n. glossopharyngeus  nn. palatinae minores  n. alveolaris superior posterior  n. palatina major
 nn. palatinae minores
296
Onder het slijmvlies van het palatum molle bevindt (bevinden) zich onder meer de:  a. alveolaris superior posterior  aa. palatinae minores  a. spenopalatina  a. palatina major
 aa. palatinae minores
297
Het slijmvlies van het palatum molle wordt sensibel geïnnerveerd door (een tak van) de:  n. maxillaris  n. mandibularis  n. opthalmicus  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
n. maxillaris
298
``` In de zogenaamde paralinguale ruimte kan worden aangetroffen de:  n. mylohyoideus  a. submentalis  n. alveolaris inferior  ductus submandibularis ```
 ductus submandibularis
299
In de zogenaamde paralinguale ruimte kan niet worden aangetroffen de:  a. submentalis  ductus submandibularis  n. lingualis  glandula sublingualis
a. submentalis
300
Welke structuur wordt niet aangetroffen in de zogenaamde paralinguale ruimte?  n. lingualis  ganglion submandibulare  glandula submandibularis  glandula sublinguale
ganglion submandibulare
301
``` De papilla parotidea bevindt zich nabij de tweede:  onderpremolaar  ondermolaar  bovenmolaar  bovenpremolaar ```
 bovenmolaar
302
De zogenaamde papilla incisiva bevindt zich aan de:  labiale zijde van de bovenincisieven  labiale zijde van de onderincisieven  palatinale zijde van de bovenincisieven  linguale zijde van de onderincisieven
 palatinale zijde van de bovenincisieven
303
``` Het platysma wordt geïnnerveerd door (een tak van) de nervus:  facialis  mandibularis  hypoglossus  vagus ```
facialis
304
Bloed uit de plexus pterygoideus wordt in hoofdzaak afgevoerd via de vena: - facialis - maxillaris - jugularis externa - alveolaris inferior
-maxillaris
305
De plicae palatinae transversae zijn zichtbaar op: - de mucosa van het palatum durum - het bot van het palatum durum - 1 en 2 zijn beide juist - 1 en 2 zijn beide onjuist
- de mucosa van het palatum durum
306
``` De plica sublingualis wordt opgeworpen door een:  buis  klier  zenuw  spier ```
klier
307
``` Hoeveel spieren hebben een aanhechting aan de processus styloideus?  1  2  3  4 ```
 3
308
De processus uncinatus is een deel van de glandula submandilaris/sublingualis en ligt caudaal/craniaal van de m. mylohyoideus:
- submandibularis | - craniaal
309
Bij een protrusie van de kaak verwacht u activiteit van de: - m. digastricus (venter anterior) - m. masseter (pars superficialis) - m. temporalis (pars posterior) - m. digastricus (venter posterior)
- m. masseter (pars superficialis)
310
De ramus buccalis is een motorische/sensibele tak van de nervus facialis/mandibularis:
motorische tak | - nervus facialis
311
De recessus spheno-ethmoidalis maakt deel uit van: - de sinus maxillaris - de sinus sphenoidalis - het cavum nasi - het cavum cranii media
- het cavum nasi
312
``` De huid van de regio colli lateralis wordt sensibel geïnnerveerd vanuit de:  n. transversus colli  n. accessorius  n. auricularis magnus  nn. supraclavicules ```
 nn. supraclavicules
313
``` Een groot deel van het septum nasi wordt gevormd door het os:  frontale  maxillare  ethmoidale  sphenoidale ```
ethmoidale
314
``` De toegang tot de sinus frontalis bevindt zich in de neus bij de:  meatus nasi superior  recessus spheno-ethmoidalis  meatus nasi inferior  meatus nasi medius ```
 meatus nasi medius
315
De sinus frontalis mondt uit in de: - meatus nasi superior - sinus sphenoidalis - sinus maxillaris - meatus nasi medialis
- meatus nasi medialis
316
``` In het dak van de sinus maxillaris kan worden aangetroffen de:  n. palatinus minor  a. maxillaris  n. alveolaris superior posterior  a. infraorbitalis ```
 a. infraorbitalis
317
Aan de vorming van het dak van de sinus maxillaris doet mee:  maxilla  os palatinum  os sphenoidale  meer dan één bovengenoemde alternatieven is juist
maxilla
318
``` De toegang tot de sinus maxillaris bevindt zich in de neus bij:  het os nasale  de meatus nasi medius  de meatus nasi inferior  het os lacrimale ```
 de meatus nasi medius
319
Van welke slagader(s) zijn de pulsaties palpabel?  a. maxillaris  a. facialis  a. temporalis superficialis  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
320
Tijdens slikken verwacht u activiteit van de musculus  mylohyoideus  palatoglossus  digastricus  meer dan een van bovengenoemde is juist
 meer dan een van bovengenoemde is juist
321
Het spatium pterygomandibulare wordt aan de craniale zijde begrensd door de: - m. pterygoideus lateralis - mandibula - processus pterygoideus - m. mylohyoideus
- m. pterygoideus lateralis
322
Het spatium pterygomandibulare wordt aan de caudomediale zijde begrensd door de: - mandibula - m. pterygoideus lateralis - 1 en 2 zijn beide juist - 1 en 2 zijn beide onjuist
- m. pterygoideus lateralis
323
Het spatium pterygomandibulare wordt aan de laterale zijde begrensd door de:  m. pterygoideus lateralis (aan de mediale zijde)  ramus mandibulae  1 en 2 zijn beide juist  1 en 2 zijn beide onjuist
 ramus mandibulae
324
Aan de begrenzing van het spatium pterygomandibulare doen onder meer mee:  m. pterygoideus medialis en m. tensor veli palatini  ramus mandibulae en m. masseter  m. pteryogoideus lateralis en os palatinum  geen van de bovengenoemde alternatieven is juist
 geen van de bovengenoemde alternatieven is juist
325
Het spatium pterygomandibulaire kan wel/niet opgevat worden als een loge en wordt aan de laterale/mediale zijde begrensd door de m. pterygoideus medialis:
- wel | - mediale zijde
326
``` De zogenaamde sulcus terminalis bevindt zich op:  de mandibula  de tong  het palatum  het os palatinum ```
 de tong
327
Welke spier voorkomt dat de tong bij de op de rug liggende mens wegzakt in de pharynx?  m. genioglossus  m. styloglossus  m. palatoglossus  m. hyoglossus
 m. genioglossus
328
Vezels voor de smaak van het voorste tweederde deel van de tong betreden de hersenstam via de nervus:  trigeminus  glossopharyngeus  hypoglossus  facialis
 facialis
329
De algemene sensibiliteit van het voorste tweederde deel van de tong wordt verzorgd door de nervus:  facialis  glossopharyngeus  lingualis  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 lingualis
330
``` De algemene sensibiliteit van het achterste eenderde deel van de tong wordt verzorgd door de nervus:  facialis  glossopharyngeus  lingualis  hypoglossus ```
 glossopharyngeus
331
``` De algehele sensibiliteit van de tongpunt wordt verzorgd door de nervus:  lingualis  facialis  mentalis  glossopharyngeus ```
 lingualis
332
Wanneer iemand de tongpunt in de richting van de neuspunt beweegt, verwacht u onder meer activiteit van de musculus:  styloglossus  hyoglossus  genioglossus  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 genioglossus
333
Wanneer de tongpunt naar rechts wordt bewogen, verwacht u aan de rechter zijde activiteit van de musculus: - transversus lingua - longitudinalis lingua - hyoglossus - styloglossus
- longitudinalis lingua
334
Vezels voor de smaak van de tong betreden de tong via de nervus:  glossopharyngeus  lingualis  facialis  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
335
``` Wanneer de smaak van het voorste tweederde deel van de tong is uitgevallen kan dat duiden op een uitval van de nervus:  facialis  lingualis  1 en 2 zijn beide juist  1 en 2 zijn beide onjuist ```
 1 en 2 zijn beide juist
336
``` Wanneer de tongpunt de mond uit wordt bewogen, verwacht u activiteit van de musculus:  styloglossus denk ik  longitudinalis linguae  hyoglossus  transversus linguae ```
 longitudinalis linguae |  hyoglossus
337
Het trigonum caroticum wordt onder meer begrensd door de musculus:  digastricus  omohyoideus  sternohyoideus  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
338
``` Welke structuur wordt niet aangetroffen in het trigonum caroticum?  n. vagus  ansa cervicalis profunda  a. carotis interna  n. Facialis ```
 n. Facialis
339
``` Welke structuur wordt niet aangetroffen in het trigonum submandibulare:  n. glossopharyngeus  n. mylohyoideus  a. submentalis  n. lingualis ```
 n. glossopharyngeus
340
Welke structuur word niet aangetroffen in het trigonum submandibulare: - n. mentalis - n. hypoglossus - n. lingualis - n. mylohyoideus
- n. mentalis
341
``` In het trigonum submandibulare wordt de n. mylohyoideus vergezeld door de:  n. lingualis  a. en v. facialis  a. en v. submentalis  n. hypoglossus ```
 a. en v. facialis
342
Welke spier heeft GEEN nauwe relatie met het trigonum (spatium) submandibulare: - m. mylohyoideus - m. stylohyoideus - m. omohyoideus - m. digastricus
- m. omohyoideus
343
Het tuberculum articulare van het kaakgewricht is een deel van het os: - sphenoidale - zygomaticum - temporale - geen van de bovengenoemde alternatieven is juist
- temporale
344
In of in de nabijheid van de vaatzenuwstreng van de hals kan men niet aantreffen de:  ansa cerviacalis profunda  v. jugularis interna  nodi lymphatici cervicales profundi  n. accessorius
 n. accessorius
345
De vagina carotica is een afsplintsing van de lamina: - media - superficialis - profunda
media
346
Welke structuur bevindt zich in de vagina carotica?  n. accessorius  glandula submandibularis  n. vagus  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 n. vagus
347
In de vagina carotica bevindt zich niet de - v. jugularis interna - n. vagus - truncus orthosympaticus - a. carotis communis
- truncus orthosympaticus
348
``` Het vetlichaampje van Bichat kan men aantreffen direct aan de:  dorsale zijde van de modiolus  ventrale rand van de m. masseter  1 en 2 zijn beide juist  1 en 2 zijn beide onjuist ```
 1 en 2 zijn beide juist
349
``` De v. alveolaris inferior mondt uit in de:  plexus venosus pterygoideus  v. facialis  v. retromandibularis  sinus sigmoideus ```
plexus venosus pterygoideus
350
De v. jugularis externa loopt oppervlakkig/diep van de musculus sternocleidomasteoideus/sternohyoideus:
- oppervlakkig | - m. sternocleidomastoideus
351
``` De v. jugularis interna mondt uit in de vena:  cava superior  brachiocephalica  subclavia  jugularis externa ```
brachiocephalica
352
De v. jugularis interna mondt samen met de vena subclavia/jugularis externa uit in de vena cava superior/brachiocepthalica:
- vena subclavia | - vena brachiocephalica
353
De v. retromandibularis begint bij de samenkomst van de volgende twee venen: - v. temporalis superficialis en de v. maxillaris - v. facialis en v. lingualis - v. sphenopalatina en v. alveolaris inferior - geen van de bovengenoemde alternatieven is juist
-v. temporalis superficialis en de v. maxillaris
354
``` De aponeurose van het velum palatinum hecht voornamelijk aan het os:  palatinum  maxillare  ethmoidale  sphenoidale ```
 palatinum
355
Bij de vorming van het benige verhemelte is betrokken:  de maxilla  het os spenoidale  het os palatinum  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
356
``` In de voorste verhemelteboog bevindt zich de musculus:  salpingopharyngeus  tensor veli palatini  palatoglossus  palatopharyngeus ```
palatoglossus
357
``` In de achterste verhemelteboog bevindt zich de musculus:  palatopharyngeus  levator veli palatine  salpingopharyngeus  tensor veli palatini ```
 palatopharyngeus
358
``` De laterale verhemelteboog wordt opgeworpen door de musculus:  palatopharyngeus  styloglossus  stylopharyngeus  palatoglossus ```
 palatoglossus
359
De wenkbrauw kan naar mediaal worden getrokken door de musculus:  corrugator supercilii  buccinator  procerus  geen van bovengenoemde alternatieven zijn juist
 corrugator supercilii
360
Welke zenuw ligt direct onder het slijmvlies tegen de binnenzijde van de mandibula ter hoogte van de derde molaar  n. buccalis  n. hypoglossus  n. lingualis  n. facialis
 n. lingualis
361
Welke zenuw heeft een nauwe topografische relatie met de wand van de sinus maxillaris? -n. infraorbitalis - n. zygomaticus - n. alveolaris superior medius - meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist.
-meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist.
362
Welke zenuw passeert onder meer lateraal van de onderste kop van de m. pterygoideus lateralis: -n. alveolaris inferior - n. buccalis - n. lingualis - geen van bovengenoemde alternatieven is juist
n. buccalis
363
Welke zenuw loopt tussen de twee koppen van de m. pterygoideus lateralis door? - n. lingualis - n. massetericus - n. auriculotemporalis - n. buccalis
- n. buccalis
364
``` Welke zenuw(tak) wordt niet aangetroffen in de fossa infratemporalis?  n. mylohyoideum  chorda tympani  n. alveolaris inferior  n. maxillaris ```
 n. maxillaris
365
Hoeveel van de onderstaande zenuwen bevatten alleen motorische zenuwvezels? n. lingualis (m en s) , n. mylohyoideus (m), n. glossopharyngeus (s en p), n. hypoglossus (m).
2 - n. lingualis (m en s) , n. mylohyoideus (m), n. glossopharyngeus (s en p), n. hypoglossus (m).
366
Het spatium para(sub)linguale wordt onder meer begrensd door de:  m. pterygoideus medialis  m. mylohyoideus  m. stylohyoideus  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 m. mylohyoideus
367
Welke van de onderstaande zenuwen bevat alleen sensibele zenuwvezels?  n. facialis  n. trigeminus  n. hypoglossus  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
geen van bovengenoemde alternatieven is juist
368
``` De tussenpees van de m. digastricus heeft een nauwe relatie met de musculus  genioglossus  geniohyoideus  styloglossus  stylohyoideus ```
stylohyoideus
369
``` Welke van onderstaande spieren heeft twee buiken  m. sternohyoideus  m. omohyoideus  m. thyrohyoideus  m. sternothyroideus ```
 m. omohyoideus
370
Direct langs de binnenzijde van de mandibula passeert ter hoogte van de derde molaar de  a. maxillaris  n. lingualis  a. carotis externa  n. hypoglossus
 n. lingualis
371
Het slijmvlies van de maxillaire gingiva wordt sensible geinnerveerd vanuit (een tak van) de: - n. maxillaris - n. mandibularis - n. opthalmicus - n. meer dan 1 van de bovengenoemde alternatieven is juist
n. maxillaris
372
De sensibele innervatie van de vestibulaire gingiva van de arcus alveoaris inferior ter hoogte van de molaren en premolaren wordt verzorgd door de nervus: - Lingualis - Buccalis - alveolaris inferior - facialis
- Buccalis
373
De linguale zijde van de gingiva van de arcus alveolaris inferior wordt sensibel geinnerveerd door (een tak van) de nervus: - glossopharyngues - alveolaris inferior - buccalis - lingualis
-lingualis
374
Direct tegen de a. carotis communis ligt de: - n. vagus - m. trapezius - glandula parotis - truncus orthosympaticus
-n. vagus
375
Welke spier heeft geen aanhechting aan de mandibula? - m. depressor anguli oris - m. levator labii superioris alaeque nasi - m. buccinator - m. mentalis
-m. levator labii superioris alaeque nasi
376
Welke spier heeft geen aanhechting aan de mandibulae: - m. mentalis - m. levator labii superioris - m. buccinator - m. depressor anguli oris
- m. levator labii superioris
377
De a. infraorbitalis is afkomstig uit de arteria carotis externa/maxillaris en betreedt de orbita via de fissura orbitalis superior/ inferior:
superior/ inferior: - arteria maxillaris - orbitalis inferior
378
De a. facialis heeft een nauwe topografische relatie met:  het corpus adiposum buccae  de truncus van de n.facialis  de m. temporalis  meer dan één van bovengenoemde alternatieven is juist
 het corpus adiposum buccae
379
De a. facialis heeft een nauwe topografische relatie met de: - m. depressor labii inferior - m. masseter - ductus parotideus - meer dan 1 van bovengenoemde alternatieven is juist
- m. masseter
380
De a. massetericus is een directe tak van de arteria:  maxillaris  carotis externa  facialis  lingualis
maxillaris
381
``` De a. maxillaris heeft een nauwe topografische relatie met:  de chorda tympani  de ductus parotideus  het collum mandibulae  de n. facialis ```
 het collum mandibulae
382
De a. maxillaris splitst zich af van de a. carotis externa - in de fossa infratemporalis - in de regio temporalis - binnen het trigonum submandibulare - binnen de glandula parotis
- binnen de glandula parotis
383
``` De a. maxillaris is een tak van de arteria:  carotis externa  temporalis superficialis  lingualis  facialis ```
 carotis externa
384
Direct tegen a. carotis communis ligt de: - m. trapezius - n. vagus - glandula parotis - truncus orthosympaticus
- n. vagus
385
De a. alveolaris inferior is een tak van de arteria - facialis - carotis externa - lingualis - maxillaris
- maxillaris
386
De a. meningea media heeft een nauwe relatie met de nervus: - maxillaris - buccalis - massetericus - auriculotemporalis
- auriculotemporalis
387
De a. sphenopalatina is een tak van de arteria palatina major/maxillaris en is onder meer betrokken bij de vascularisatie van de orbita/cavum nasi:
- maxillaris | - cavum nasi
388
De a. temporalis superficialis is een tak van de arteria:  maxillaris  carotis externa  facialis geen van de bovenstaande alternatieven is juist
 carotis externa
389
``` De a. temporalis profunda is een directe tak van de arteria:  facialis  temporalis superficialis  carotis externa  maxillaris ```
maxillaris
390
De Ansa cervicalis profunda is wel/niet sensibel en is wel/geen tak van de plexus cervicalis:
niet sensibel | wel een tak van de plexus cervicalis
391
``` De ansa cervicalis profunda kan worden aangetroffen in:  de regio colli posterior  de fossa infratempralis  het spatium pterygomandibulare  het trigonum caroticum ```
het trigonum caroticum
392
De ansa cervicalis profunca wordt gevoermd uit de segmenten: - C4 en C5 - C2, C3 en C4 - C1, C2 en C3 - C1 en C2
- C2, C3 en C4
393
De a. lingualis is een tak van de arteria:  facialis  maxillaris  thyroidea superior  geen van bovengenoemde alternatieven is juist
geen van bovengenoemde alternatieven is juist
394
De apices van de onderincisieven bevinden zich caudaal/craniaal van de aanhechting van de m. mylohyoideus aan de mandibula
craniaal | caudaal