F&V hoofdstuk 4 Flashcards

1
Q

kengetallen

A

soort rapportcijfers: snel vaststellen hoe een onderneming ervoor staat.
liquiditeit, solvabiliteit, rendabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

stakeholders

A

belanghebbenden (voor wie het belangrijk is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

interne stakeholders

A

maken deel uit van de organisatie of projectteam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

windowdressing

A

iets mooier maken dan dat het is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

externe stakeholders

A

partijen die betrokken zijn bij het project maar geen onderdeel zijn van de organisatie (leveranciers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

jaarrekening

A

balans, resultatenrekening en toelichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

debiteuren

A

hebben al ontvangen, moeten nog betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

liquiditeit

A

laat met behulp van een liquiditeitsbalans zien of een onderneming kan voldoen aan haar korte termijn verplichtingens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de liquiditeit van een aandeel

A

wordt bv gemeten aan de hand van hoe snel en eenvoudig het in cash kan worden omgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

luiquide

A

als het makkelijk is om een waarde om te zetten naar cash

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

illiquide

A

als het moeilijk is om een waarde om te zetten naar cash

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

current ratio

A

VLA/KVV
score vanaf ruim boven 1 is oke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

quick ratio

A

(VLA excl. voorraden/KVV)
score vanaf 1 is oke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de ratio

A

laat zien in hoeverre een bedrijf kortlopende schulden kan aflossen met VLA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

solvabiliteit

A

kan een onderneming op lange termijn haar schulden betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

solvabel

A

bezittingen > schulden

11
Q

insolvabel

A

schulden > bezittingen

12
Q

solvabiliteit
debtratio

A

EV/VV (hoe hoger hoe beter)
VV/TV (hoe lager hoe beter)

13
Q

rendabiliteit

A

wat levert het geinvesteerde vermogen op voor de verschaffer

14
Q

REV

A

is winstgevend voor de eigenaren
resultaat : gem. EV x 100%

15
Q

IVV

A

is winstgevend voor de VV verschaffers
interestkosten : gem. EV x 100%

16
Q

RTV

A

is winstgevend voor gehele onderneming
(resultaat + interestkosten) : gem. EV x 100%

17
Q

gemiddeld vermogen (soms)

A

beginbalans + eindbalans : 2

18
Q

EV nieuw (emz en vof)

A

EV oud + resultaat + prive stortingen
- prive opnamen