Examenvragen reptielen Flashcards

1
Q

Bespreek het voederen van hagedissen.

A

Hagedissen : meeste soorten carnivoor of insectivoor
- Insecten zijn commercieel beschikbaar voor aankoop

Kan ook omnivoor of herbivoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kan je hagedissen seksen?

A
  • Vaak geslachtsdimorfisme (kleurpatroon, huidaanhangsels, massiever kop,…)
  • Uitstulpen hemipenes : soms niet mogelijk, sommige soorten hemiclitores
  • Echografie : aanwezigheid follikels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bespreek de voortplanting van de groene leguaan (Iguana Iguana).
Is het mogelijk om groene leguanen zich te laten voortplanten in gevangenschap? Indien ja, hoe pakt met dit het beste aan?

A
  • Paarseizoen is droog seizoen, jongen worden geboren in voedselrijke nat seizoen
  • Eieren afgezet na 9 weken ‘dracht’
  • Vrouwtje graaft eieren in en vertoont geen broedzorg, jongen komen uit na 3 maanden
  • Kweken in gevangenschap mogelijk door het nabootsen van de natuurlijke klimaatveranderingen
  • Na de paring worden de vrouwtjes nestkamers aangeboden na afzetten van de eieren worden de nestkamers in een broedstoof geplaatst
  • Na het uitkomen van de eieren worden de jongen in een apart terrarium grootgebracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bespreek de voeding voor de roodwangschildpad.

A
  • Waterschildpadden : meestal carnivoor
  • Geen tanden : steentjes in maag voor vermalen voedsel
  • Honden- en kattenvoer
  • Ratten – muizen
  • Meelwormen – sprinkhanen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek de voeding voor de Griekse landschildpad.

A
  • Honden – en kattenvoer
  • Landschildpadden vaak herbivoren : groenten, hooi, fruit, zaden
  • Geen dierlijke proteïnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de bijzonderheden van de Griekse landschildpad?

A
  • Schild = carapax (dorsaal) + plastron (ventraal), vergroeid met skelet
  • Beenschild + hoornschild
  • Geen tanden: steentjes in maag voor vermalen voedsel
  • Longen (2) doen dienst als soort zwemblaas (evenwicht in water)
  • Allemaal eierleggend en geen broedzorg
  • Geslacht : geen geslachtschromosomen, functie (broedtemperatuur)
  • > Lagere temperatuur : mannelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan je de Griekse landschildpad seksen?

A
  • Mannetjes meestal kleiner
  • Mannetjes langere en dikkere staart
  • Mannetjes concave plastron
  • Mannetjes langere nagels
  • Soms een verschillend patroon op het schild
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bespreek de voortplanting van de korenslang in gevangenschap.

A
  • Na winterslaap
  • Tijdelijk samenzetten
  • 4 tot 9 weken na paring : tot 30 eieren afgezet in legbak
  • Legbak in broedstoof: komen uit na 55 tot 70 dagen
  • Afzonderlijk huisvesten eerste weken
  • Voederen na eerste vervelling
  • Geslachtsrijp na 2 à 3 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bespreek de levenswijze van de korenslang.

A
  • Bodembewoner (kan wel goed klimmen)
  • Afkomstig uit Zuidwesten Verenigde staten en Noord – Mexico
  • Natuurlijk biotoop : akker, plantages, wegranden
  • Kan tot 20 jaar worden in gevangenschap (10 in het wild)
  • Schermeractief
  • Winterslaap
  • Vreedzaam, bijten niet snel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek de voeding van de korenslang.

A
  • Muizen, nestratten, eendagskuikens
  • Ofwel levend (worden gewurgd) ofwel dood (vers of diepvries)
  • 1 prooi om de 10 dagen (gemiddeld)
  • Supplementen zijn niet nodig
  • Dagelijks vers drinkwater
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen een amfibie & een spin ?

A

Amfibieën : kikkers, padden & salamanders

  • Ectotherm (zijn afhankelijk van de omgeving)
  • Poikilotherm (niet constant, temperatuur schommelt)
  • Slijmhuid (met gifklieren) : thermo – en vochtregulatie en bescherming
  • Ecdysis (vervellen)
  • Voortplanting : uitwendige bevruchting en larvair tussen stadium
  • Overgangsvorm tussen leven in water en op land
  • Afhankelijk van water voor voortplanting (ei – afzetting, ontwikkeling larven)
  • Naakte huid beschermt onvoldoende tegen verdamping (leven in vochtig milieu)
  • Ook vervelling en verhoornde epidermis
  • 2 paar poten aangelegd
  • Ademhaling via longen, enkele salamandersoorten nog via kieuwen
  • Huidademhaling speelt belangrijke rol

Geleedpotigen : spinachtigen, schorpioenen & vogelspin

  • Ectotherm(zijn afhankelijk van de omgeving)
  • Poikilotherm (niet constant, temperatuur schommelt)
  • Exoskelet: thermo- en vochtregulatie en bescherming
  • Ecdysis (vervellen)
  • Prosoma (kop – borststuk) + opisthosoma (achterlijf)
  • Prosoma + 4 paar poten + gespecialiseerde monddelen
  • Heel dun darmkanaal (vloeibare prooien) meestal door middel van enzymen
  • Chitineus exoskelet : regelmatig vervellen, nieuwe huid is zacht (weerloos)
  • Uitwendige bevruchting door middel van spermatofoor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bespreek het verschil tussen een salamander en een schorpioen.

A

Amfibie : Salamander

  • Voornamelijk noordelijk halfrond en Zuid-Amerika
  • Meeste soorten volledig aquatisch, andere vrijwel onafhankelijk van water
  • Neotenie : permanent larvair stadium en toch geslachtsrijp, kieuwen blijven aanwezig
  • Nachtactief, winterslaap in gematigde streken
  • Ei – leggend, soms eierlevendbarend
  • Allemaal carnivoor

Geleedpotigen : schorpioenen

  • Meeste archaïïsche spinachtigen
  • Meeste (sub)tropisch, vaak droge gebieden
  • Slechts 25 soorten gevaarlijk giftig voor de mens, voornamelijk kinderen (sterftekans volwassenen : 2 %)
  • Hoe kleiner de scharen, hoe giftiger
  • Solitair levend, nachtactief
  • Levendbarend, geslachtsrijp na enkele maanden tot jaren
  • Carnivoor, kannibalistisch, voedsel uitwendig vloeibaar maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bespreek de levenswijze van de Groene Leguaan.

Hoe speelt de levenswijze een rol bij het houden van deze dieren in gevangenschap?

A
  • Dagactieve, boombewonende hagedis uit tropisch regenwoud
  • Vrouwtjes leven in natuurlijk groepsverband, mannetjes zijn solitair
  • Indien solitair gehuisvest, erg hechten aan verzorger en zeer onverdraagzaam tegenover soortgenoten
  • Mannetjes moeilijker karakter: meer agressie, onafhankelijk, minder nieuwsgierig
  • Rust is belangrijk, anders stress met negatieve invloed op gezondheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bespreek de voeding van de Groene Leguaan.

A
  • Strikt herbivoor
  • (blad)groenten (kool, selder, sla, prei) of komkommer, courgette, witloof (niet als basis, te weinig Ca)
  • Kruiden (klaver, paardenbloem, wegbree)
  • Fruit (10%): appel, peer, ananas
  • Commerciële pellets volstaan niet om wille van laag vezelgehalte
  • Extra mineralen voor groeiende jongen en leggende vrouwtjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan je (gif) slangen seksen ?

A
  • Soms geslachtsdimorfisme
  • Mannetjes vaak veel langere staart
  • Zelfde methoden als hagedissen
  • Knopsonde : caudaalwaarts inbrengen in cloaca
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bespreek het voeder voor (gif) slangen.

A

Carnivoor

  • Piscivoor (visetend)
  • Ovivoor (eierenetend)
  • Insectivoor, prooi levend, gewurgd of geïntoxiceerd naar binnen
  • Zeer beweeglijke onderkaken, 1 prooi met tussenpozen (soms tot weken)
  • Muizen, nestratten, ééndagskuikens
  • Ofwel levend (worden gewurgd) ofwel dood (vers of diepvries)
  • 1 prooi om de 10 dagen gemiddeld
  • Supplementen zijn niet nodig
  • Dagelijks vers drinkwater
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bespreek de voortplanting van schorpioenen.

A
  • Levendbarend, geslachtsrijp na enkele maanden tot jaren
  • Mannetjes : slanker, iets kleiner of dikkere gifstekel, grotere buikborstels

Voortplanten

  • Mannetje laat spermapakket achter op de grond
  • Daarna stuurt hij het vrouwtje eroverheen
  • Zij neemt het in zich op en zo worden haar eitjes bevrucht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Leg het regenwoud terraria uit.

A
  • Plantenrijk biotoop
  • Vrij constante temperatuur met nauwelijks afkoeling tijdens de nacht
  • Hoog relatief vochtgehalte
  • Vaak met waterbron (sommige soorten prefereren bewegend water)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de huisvestiging van de roodwangschildpad?

A
  • Moerasterrarium = paludarium

- Combinatie regenwoudterrarium + aquarium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Leg de thermoregulatie uit bij reptielen.

A
  • Poikilotherm (= niet constant) en ectotherm (= afhankelijk van omgeving)
  • ’s morgens temperatuur verhogen door zonnebaden en als PBT bereikt, worden ze actief
  • Meeste overdag actief, ’s nachts terugtrekken ondergronds of in water waar temperatuur minder schommelt, uitzondering boombewoners zoals Kameleon ( grote schommeling van 20 à 30°C)
  • Zitten in de toppen van de bomen (regenwoud)
  • Gematigde streken : vaak winterslaap (hibernatie)

PBT : preferred body temperature (25 - 35 °C)

  • Wanneer ze het meest actief zijn
  • PBT bereiken door actieve thermoregulatie

CTM : critical thermal maximum
- Maximum T dat een soort kan verdragen

21
Q

Bespreek de omgevingstemperatuur bij reptielen.

A
  • Ectotherm : zijn afhankelijk van de omgeving

- Poikilotherm : niet constant, temperatuur schommelt

22
Q

Welke soorten terraria zijn er?

A
  • Woestijnterrarium
  • Regenwoudterrarium
  • Moerasterrarium
23
Q

Bespreek een moerasterrarium.

A
  • Ook paludarium genoemd
  • Het is een combinatie regenwoudterrarium + aquarium
  • Bijvoorbeeld : zeer geschikt voor waterschildpadden en crocodilia
24
Q

Bespreek een woestijnterrarium

A
  • Droog klimaat bestaande uit zand en rotsen als landschapselementen. Verder aangekleed met droog hout en eventueel aangepaste beplanting (bijvoorbeeld : vetplanten)
  • Zeer belangrijk zijn temperatuurverschillen : plaatsen met hoge en lagere temperaturen en afkoeling ’s nachts
25
Bespreek de huisvestiging van de groene leguaan.
- Tropisch regenwoudterrarium - Liefst hoog : klimmen - Zomer eventueel buitenvolière - Zeer belangrijk is ventilatieopeningen, voldoende groot en voorzien van stevig gaas - Territoriaal : max 1 mannetje Inrichting - Bodem : schors / zand (minder belangrijk, boombewoner) - Wanden : structuur om te klimmen, kurk, rotspartijen (nagebootst) - Beplanting : nep of echt, planteneters - Klimtakken : zeer belangrijk
26
Bespreek de huisvestiging van de korenslang.
- Meestal solitair behalve voor paring (sommige soorten zijn ophiofaag = slangetend) - Serpentarium met schuil – en klimmogelijkheden - Afmeting : lengte = TL slang - Bodem : wit zand of papier - Beplanting : levend of nep - Klimtakken, schuilplaatsen, drinkbak(bad)
27
Bespreek de parameter temperatuur bij terrariums.
- PBT : preferred body temperature, dan zijn ze over het algemeen het meest actief (reptielen > amfibieën) - T - gradiënt : zones met relatief hoge en relatief lage temperatuur - Achtergrondtemperatuur : 2 verschillende voor dag & nacht (kameleons sterke afkoeling noodzakelijk : regenwoud nauwelijks afkoeling) - Hot spots: verwarmingsmatten, lampen, warmtestralers. Best op absorberend voorwerp - Opletten voor brandwonden !!!! - Temperatuur lucht nooit lager dan temperatuur water anders vaak luchtwegproblemen - Voor kweek van soorten met seizoensgebonden temperatuurschommelingen moet men deze nabootsen
28
Bespreek de parameter licht bij terrariums.
- Kwaliteit & kwantiteit zeer belangrijk voor dag-actieve reptielen - Duur: 14u, 10u donker - Gematigde streken : afname lichtduur + temperatuur in najaar + winter - Intensiteit : belangrijk voor geestelijk welzijn, te weinig lux (woestijn zeer sterke intensiteit : minder voor woudbewoners) - Spectrum : zoveel mogelijk zonlicht benaderend (zowel UVA (pigment) als UVB (vitamine Dmetabolisme) belangrijk) - Lichtbronnen : voornamelijk TL-lampen en ontladingslampen voor hoge lichtintensiteit
29
Bespreek de parameter vochtigheid bij terrariums.
- Bodem : droog ! , woestijnbewoners kurkdroog - Schuilplaats : iets vochtig Luchtvochtigheid : afhankelijk van de soort - Lager overdag - Te hoog : huidinfecties - Te laag : dehydratatie, vervellingsproblemen Sommige soorten zoals bijvoorbeeld : Kameleons - Enkel druppels herkennen als drinkwater (drinken niet uit een schaal)
30
Bespreek het klimaat / de parameters van de Korenslang.
- Warme zomer, koelere winter - Verwarming via bodemplaat (halve oppervlakte ) - Overdag 22 à 30°C, warmteplaats tot 35°C (spot) - ’s nachts : 18°C - Winter : 5 – 12 °C - 50 – 70 % RV Licht : warme periode - 10 tot 14 u / dag - Winterperiode: 8 u
31
Bespreek winterslaap bij schildpadden.
- Sterk gedaald metabolisme : niet voederen - Noodzakelijk voor behoud vruchtbaarheid - Niet indien dier erg ziek is : eerst herstellen - In onze streken schildpaddenwinter van oktober tot eind maart (3 à 4 maanden winterslaap volstaat) - Als activiteit en voederopname daalt : winterslaap voorbereiden 2 à 3 dagen baden 10 – 20 min in +/- 25°C voor darmen te ledigen - Verwarming en verlichting uitschakelen - Temperatuur laten zakken onder 18°C Overbrengen in overwinteringskist - Laag kleikorrels (vochtig) - Dikke laag veenmos – bladeren of schors - In ruimte van 5 à 12 °C - Na 3 à 4 maand uithalen en in terrarium van 20 – 22°C plaatsen en langzaam wakker laten worden
32
Bespreek de winterslaap bij de Griekse landschildpad.
- Enkel in meer gematigde streken (bijvoorbeeld : oktober tot eind maart) - Omwille van dalende dalende voedselvoorraad en temperatuur - Sterk gedaalde metabolisme - Vertering vetreserves (niet voederen) - Noodzakelijk voor voortplanting
33
Verklaar mondrot bij reptielen.
- Necrotiserende stomatitis - Voornamelijk slangen, minder bij hagedissen - Stuwing mucosa, wit beleg - Verwijderen necrotisch materiaal, spoelen met waterstofperoxide 3% oplossing - Indien ernstig : behandeling met antibiotica
34
Verklaar SCUD bij reptielen.
- Schildrot - Erosies + ulcera op carapax + plastron, soms zelfs perforerend - Indien SCUD + sepsis = SCUB (Septicemic Cutaneous Ulcerative Disease) - Etiologie : multifactorieel (slechte waterkwaliteit, bacterieel, mycotiscsh) Verwijderen necrotisch materiaal (anesthesie soms nodig) - Antibiotische zalf (bv. Flammazine) - Nadien Vulketan tot letsel genezen
35
Verklaar rachitis bij reptielen.
- Metabolic bone disease (MBD) - Zeer frequent (voornamelijk bij jonge snelgroeiende dieren) - Zachte beenderen (rubber jaw), verdikkingen ledematen, tremoren, krampen - Diagnose : RX - Acute gevallen : IP (interperitoneaal) calciumgluconaat Ca + Vit D, supplementeren - Opgelet voor hypervitaminose D, dit geeft metastatische verkalkingen
36
Verklaar Dysecdysis bij reptielen.
- Vervellingsprobleem - Meestal secundair ten gevolge van onderliggend probleem (management of infectieus) - Primaire oorzaak wegnemen - Baden lauw water, ruwe handdoeken - Opletten voor huidringen aan ledematen hagedissen
37
Verklaar jicht bij reptielen.
- Zeer vaak bij herbivoren met te eiwitrijk dieet - Afzetting uraten in gewrichten of serosa (gevolg van chronische nierproblemen) - Symptomen: aspecifiek, anorexie, apathie, cachexie, zwelling van gewrichten - Therapie : geen
38
Geef enkele ziekten / aandoeningen die zouden kunnen voorkomen bij de Groene Leguaan.
- Mondrot | - Brandwonden
39
Wat zijn enkele aandoeningen / ziekten die kunnen voorkomen bij de Korenslang?
- Abcessen / granulomen - Rachitis of metabolic bone disease = MBD - Legnood
40
Verklaar legnood bij reptielen.
- Levensbedreigend - Predisponerend : ontbreken geschikte aflegplaats, stress, infecties, Ca – tekort, misvormde eieren, algemene verzwakking - Symptomen : anorexie, apathie, vermageren, soms persen Therapie: rust + aflegplaats - Ca - Oxytocine (om contracties te veroorzaken) - Chirurgie
41
Verklaar Pleurodira bij reptielen.
- Bij schildpadden | - Pleurodira (halswenders): kop naast schild
42
Bespreek de ademhalingsstoornissen bij reptielen.
- Frequent longproblemen - Door structuur long, vaak onomkeerbare schade - Verhoogde weerstand long → hartshunt → O2 – arm bloed in systemische circulatie → hypoxie (goed verdragen) → pas dyspnee in erg gevorderde toestand - Symptomen : mond en neusvloei, open bek, cyanose, reutels, dyspnee, (waterschildpadden scheef hangen) - Diagnose : symptomen en eventueel RX
43
Hoe kunnen reptielen brandwonden krijgen? Bespreek ook de behandeling.
- Direct contact warmtebron, te hoge stralingswarmte - Gaande van oppervlakkig tot diepe spiernecrose - Vloeistoftherapie, Flammazine, antibiotica, Vulketan, eventueel euthanasie
44
Bespreek de vorming van abcessen / granulomen. Bij welke diersoort zien we dit voornamelijk?
- Zeer frequent, voornamelijk bij hagedissen - Etter is hard en verkaasd - Voornamelijk ter hoogte van kop en ledematen - Meestal lokaal probleem ten gevolge van verwonding (bv. Splinters) (eventueel metastasen) - Incisie, curettage, antibiotica – zalf - Vaak recidieven
45
Hoe manipuleer je kleine hagedissen?
- Handpalmtechniek: volledig in hand, kop tussen duim en wijsvinger - 5 – vinger techniek
46
Hoe manipuleer je grote hagedissen?
- Hand onder schoudergordel juist achter kop, andere onder bekkengordel, eventueel staart tussen elleboog en lichaam - Rusten op onderarm (bescherming) - Indien groter dan 1 meter, met 2 personen hanteren
47
Hoe hanteer je het beste een Griekse landschildpad?
- Opletten voor handen : bijten, krabben, losrukken | - Kop, dijen en nek vaak moeilijk te inspecteren
48
Hoe manipuleer je best een (gif) slang? Wat zijn de risico’s ?
- 1 hand achter de kop, andere lichaam ondersteunen, evt. eerst ‘pinnen’ - Grote slangen: 1 persoon/meter slang - Gifslangen of gevaarlijke slangen best door middel van grijptoestellen, eventueel in plexi buis Bij beet gifslang - Slang terug in terrarium of doden indien risico - Slachtoffer gerust stellen, gebeten lidmaat immobiliseren + drukverband ganse lidmaat (indien romp, drukken op plaats beet) Ziekenhuis verwittigen : soort slang -> Plaats beet -> Of er al dan niet antiserum beschikbaar is -> 1ste keer gebeten of reed gebeurd (in verband met anafylaxie)
49
Wat gaan we moeten supplementeren voor de voeding bij hagedissen?
Calcium - Calcium – rijke voeding insecten - Bepoederen - Drinkwater supplementatie