Examenvragen Neuro Flashcards
Leg het onderscheid tussen waarnemen en handelen in de functionele architectuur van de hersenen uit
Waarnemen = zintuigelijke informatieverwerking: sensorische input gaat via de thalamus en de hersenstam naar de primaire, secundaire en tertiaire sensorische cortex
Handelen = motorische informatieverwerking: vanuit de sensorische cortex wordt die informatie via hulpsystemen naar de thalamus gestuurd van hieruit kan een handeling gecreëerd worden
Corticale associatiegebieden zijn functioneel gelateraliseerd, geef voorbeelden
Functioneel gelateraliseerd = hemisferische organisatie = voor iedere hemisfeer is de functie anders
- -> Rechterhemisfeer = verwerking op een non-verbale manier
- -> Linkerhemisfeer = verwerking op een verbale manier
Bijvoorbeeld:
- Rechterpariëtale cortex = optische ataxie
- Linkerpariëtale cortex = dyslexie
Geef een korte indeling van de aandachtsfuncties + voorbeelden van een test
Gerichte aandacht
= gedurende een korte tijd maximale hoeveelheid mentale energie aan iets besteden
□ Nazeggen van cijferreeksen
□ Omgekeerd spellen
□ Trail-making test A (1 – 2 – 3 – … )
□ Stroop kleur-woordtest (namen van kleuren staan in een niet-overeenstemmende kleur gedrukt: de patiënt moet de kleur van de inkt noemen)
Volgehouden aandacht
= aandacht over een lange tijd op een taak richten
□ Doorstreeptesten (doelstimuli doorstrepen/omcirkelen op een blad met veel stimuli)
Verdeelde aandacht
= vermogen om snel te wisselen tussen twee of meerdere mentale operaties (dubbeltaken)
□ Trail-making test B (1 – A – 2 – B – 3 – C – …)
□ Serieel aftrekken (telkens een bepaald getal aftrekken bv. 50 – 3)
Neglect
Het onvermogen tot het opmerken van, reageren op of zich richten naar nieuwe of betekenisvolle prikkels die worden aangeboden in de ruimte contralateraal aan de hersenlaesie; zonder dat dit onvermogen kan worden toegeschreven aan sensorische of motorische uitval
= Sensorisch neglect = De patiënt besteedt geen aandacht aan visuele, akoestische of sensorische prikkels aan de contralaterale zijde van het letsel
Is beïnvloedbaar: prestaties zijn beter als de patiënt goed uitgerust en gemotiveerd is, en bij cueing
-> de patiënt botst gemakkelijker tegen personen en andere obstakels; de patiënt eet zijn bord maar half leeg; de patiënt kan bepaalde zaken die links van hem op tafel staan niet vinden; de patiënt kan verdwalen omdat linkse afslagen niet opgemerkt worden
Hemi-inattentie
Bij dubbelzijdige simultane stimulatie dooft de stimulus aan de contralaterale zijde van het letsel uit, onder invloed van een andere concurrerende prikkel. Als beide kanten afzonderlijk aangeboden worden kan de patiënt de stimulus zowel links als rechts wel opmerken.
-> de patiënt merkt een voertuig dat van links (contralaterale zijde) komt niet op als er rechts te veel aan het gebeuren is
Sensorische extinctie
De kracht en bewegelijkheid van de ledematen aan de contralaterale zijde van letsel neemt af zodra de andere lichaamshelft actief wordt
Motorische extinctie
Ledematen aan de contralaterale zijde van letsel worden minder gebruikt dan op grond van kracht en tonus mogelijk is; functioneel gebruik van één zijde van het lichaam is duidelijk minder
- De patiënt houdt tijdens het schrijven het blad niet vast met de niet-schrijfhand; veters strikken is moeilijk; als men de patiënt vraagt om beide armen op te heffen wordt enkel de arm aan de ipsilaterale zijde van het letsel opgeheven.
Motorisch neglect
Herinneringsbeelden en mentale voorstellingen die zich aan de contralaterale zijde van het letsel afspelen worden niet weergegeven
Mentaal neglect
De lichaamshelft aan de contralaterale zijde van het letsel wordt niet als eigen herkend
Non-verbale = de patiënt zorgt niet goed voor de ‘niet eigen’ lichaamshelft
-> veters niet strikken, manchet wordt niet dichtgeknoopt, de patiënt gaat maar half op een stoel zitten, …
Verbale = de patiënt praat op een afstandelijke manier over de ‘niet eigen’ lichaamshelft
-> de arm wordt vergeleken met een loodzwaar beest dat op hem ligt
(misoplegie = de patiënt vertoont vijandschap of haat tegenover de ‘niet eigen’ lichaamshelft)
Hemi-somatoagnosie
De patiënt ontkent de eigendom van de lichaamshelft aan de contralaterale zijde van het letsel
-> de patiënt zegt dat de arm van de onderzoekers of van een overleden moeder e.d. is, soms probeert de patiënt de arm uit bed te verwijderen
Somatoparafrenie
Onvolledig besef van ziekte en ziekteverschijnselen
Anosognosie
Neglect testen
□ Doorstreeptesten : letters, cijfers, figuurtjes identificeren en aanduiden
□ Lijnbissectietest : een horizontale lijn in twee helften delen
□ Schrijven : opletten voor het weglaten van letters en de ruimtelijke verdeling op het papier
- Hardop voorlezen
- Spontaan tekenen of natekenen
Bottom-up processing
(van laag naar hoog in de hiërarchie) opbouw vanuit de zintuigen, een reële waarneming
Top-down processing
(van hoog naar laag in de hiërarchie) de visuele informatieverwerking wordt beïnvloed door een bepaalde verwachting
Leg de wat-route en de waar-route uit
Wat-route = verwerking van informatie omtrent de identiteit van objecten
(het ventrale systeem: occipitale en temporale kwab)
Waar-route = verwerking van informatie over de ruimtelijke lokalisatie van visuele stimuli
(het dorsale systeem: occipito-pariëlale schorsgebieden)